Uit het zendingsveld
Gebaren van de Geest
Ik was als voltijdzendeling in de Dominicaanse Republiek net overgeplaatst naar een nieuw gebied waarvan iedereen zei dat je er moeilijk mensen kon vinden om te onderwijzen. Toen ik aankwam, hadden we maar één onderzoeker. Hij heette Oriviades. Hij was al naar de kerk geweest, maar omdat hij doof was en gebarentaal gebruikte, konden de vorige zendelingen hem niet onderwijzen.
Op een dag besloten mijn collega en ik om een wonder te vasten en te bidden zodat we Oriviades konden onderwijzen. We maakten een afspraak met hem op een tijdstip dat een van zijn familieleden er ook was om voor ons te tolken, aangezien mijn collega en ik beiden geen gebarentaal kenden.
Toen we bij hem thuis kwamen, was echter niemand van zijn familie aanwezig. Oriviades ging even weg om een stoel te pakken en mijn collega en ik namen die gelegenheid waar om de leiding van de Geest te zoeken. Nog voordat we ons gebed hadden beëindigd, voelde ik sterk de aanwezigheid van de Geest.
Oriviades begon te gebaren, maar we begrepen hem niet. We glimlachten maar wat naar hem en keken elkaar aan om een plan te bedenken. We besloten een briefje te schrijven met een tijdstip voor onze volgende afspraak, in de hoop dat er dan wel een tolk zou zijn. Maar we voelden allebei opeens heel sterk dat we moesten blijven en proberen hem te onderwijzen. ‘Laten we het in elk geval proberen — de Geest zal ons helpen’, zei ik tegen mijn collega.
We probeerden hem met tekeningen en simpele handgebaren les te geven. Gaandeweg kregen we de betekenis van Oriviades’ gebaren door en gebaarden we naar hem terug. Hij leek ons prima te begrijpen.
We kregen de ingeving ons getuigenis aan hem te geven. We lieten hem een plaat van het eerste visioen zien en ik schreef op een blaadje: ‘Ik weet dat het waar is.’
Oriviades’ reactie in gebarentaal was: ‘Ik weet dat het waar is — God heeft me dat verteld. Ik heb gebeden en weet dat het waar is.’
Mijn collega en ik gingen weg met tranen in de ogen. Ik weet dat God ons de mogelijkheid gaf tot deze onderzoeker van het herstelde evangelie te getuigen en dat de Heilige Geest onze boodschap tot zijn hart had gevoerd (zie 2 Nephi 33:1). Ik kwam erachter dat we het evangelie niet op volmaakte wijze of met een omhaal van woorden hoeven over te brengen — soms zijn er helemaal geen woorden voor nodig.
Het is ongelofelijk hoe iets eenvoudigs als vasten, gebed en geloof grote wonderen kan bewerkstelligen in ons leven en dat van anderen die we dienen.