Jongeren
Genoeg geld
Ik maakte op mijn zeventiende kennis met de zendelingen. In die tijd woonden mijn oudere broer en ik bij elkaar. Onze moeder was het jaar daarvoor overleden en het leven was moeilijk. Toen de zendelingen me onderwezen, zag ik in dat ik altijd naar deze kerk op zoek was geweest. Maar door de invloed van mijn vrienden ging ik zondags niet naar de kerk.
Op een keer woonde ik een doordeweekse kerkactiviteit bij. Ik werd blij van al die lachende en spelende jonge mensen. De zendelingen en jongelui namen de gelegenheid te baat om me een fijne evangelieles te geven, waarna ik besloot me te laten dopen.
Maar ook als lid van de kerk kwam ik voor moeilijkheden te staan. Ik was het enige lid van de kerk in de buurt en woonde ver van de kerk af. Mijn vrienden buiten de kerk wilden niets meer met me te maken hebben. Op eenzame momenten bad ik en voelde ik de liefde van de Heer.
Ik kreeg iedere maand wat geld uit een fonds dat mijn moeder had nagelaten. Het was moeilijk om van dat beetje geld rond te komen. Maar ik besloot gehoorzaam te zijn. Ik betaalde mijn tiende en ook het vervoer naar seminarie en de bijeenkomsten op zondag. Ik begreep niet hoe, maar aan het eind van de maand bleek dat er steeds weer genoeg geld was om alles te doen.
Ik weet dat ik gezegend ben door tiende te betalen. Door mijn gehoorzaamheid aan dit gebod is mijn getuigenis versterkt, ben ik op zending gegaan en heb ik zegeningen ervaren waardoor ik nieuwe leden kan sterken die moeilijkheden doormaken.