Het belang van zelfredzaamheid inzien
Veel leden denken wellicht dat het welzijnsprogramma er is om mensen in tijdelijke moeilijkheden te helpen. Maar het doel van de welzijnszorg van de kerk is veel uitgebreider; het omvat ook de bevordering van zelfredzaamheid als levenswijze. President Thomas S. Monson heeft gezegd dat zelfredzaamheid — ‘het vermogen, het vaste voornemen en de inzet om in de levensbehoeften van zichzelf en zijn of haar gezin te voorzien’1 — een essentieel onderdeel van ons stoffelijk en geestelijk welzijn is.2
Alleen een verlangen om zelfredzaam te zijn, is niet voldoende. We moeten ons actief en bewust inzetten om te voorzien in de behoeften van onszelf en ons gezin. Bisschop H. David Burton, de presiderende bisschop van de kerk, heeft ons eraan herinnerd dat als wij ons uiterste best hebben gedaan om zelfredzaam te zijn, ‘we ons vol vertrouwen tot de Heer [kunnen] wenden en vragen om wat ons nog ontbreekt.’3 Als we zelfredzaam zijn, kunnen we anderen tot zegen zijn. Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Alleen als we zelfredzaam zijn, kunnen we waarlijk het voorbeeld van de Heiland volgen en anderen dienen en tot zegen zijn.’4
Zelfredzaamheid omvat verscheidene aspecten van een evenwichtig leven, zoals (1) opleiding, (2) gezondheid, (3) werk, (4) eigen productie en voorraadvorming, (5) gezinsfinanciën, en (6) geestelijke kracht.
1. Opleiding
De Heer gebiedt ons: ‘Zoekt kennis, ja, door studie en ook door geloof’ (LV 88:118). President Gordon B. Hinckley (1910–2008) heeft gezegd: ‘Wij geloven in scholing. Deze kerk moedigt onderwijs aan. Ieder lid van de kerk heeft in opdracht van de Heer de plicht om een zo goed mogelijke opleiding te volgen. (…) De Heer heeft de heiligen der laatste dagen geboden om hun verstand en hun handen te ontwikkelen.’5
Een opleiding was het doel van Roberto Flete Gonzalez uit de Dominicaanse Republiek, die vlak na zijn zending naar de universiteit ging. Zijn vader had aangeboden in zijn levensonderhoud te voorzien zodat Roberto zich op zijn studie kon concentreren. Maar toen zijn vader enige tijd later overleed, bleef het gezin in armoede achter.
Roberto stopte met zijn studie en ging aan het werk om in het onderhoud van zichzelf, zijn moeder en zijn zus te voorzien. Hij vroeg zich af of hij ooit zijn studie zou kunnen afmaken.
Enkele weken later kondigde president Hinckley het permanent studiefonds aan, ‘een stoutmoedig plan’ om de jongeren in ontwikkelingsgebieden te helpen ‘boven de armoede [uit te rijzen] die zij en generaties voor hen gekend hebben.’6 Roberto vroeg een studielening aan en die werd goedgekeurd, zodat hij zijn studie kon afmaken. Niet alleen verbeterde dat zijn onmiddellijke financiële situatie, maar Roberto kreeg ook het geloof om in het huwelijk te treden en een eeuwig gezin te stichten, omdat hij wist dat hij in hun onderhoud zou kunnen voorzien.
Roberto was werkzaam als bisschop toen hij zijn studie medicijnen afrondde en hij was het eerste lid van de kerk dat lid werd van het nationaal bestuur van Dominicaanse medische faculteiten. Maar thuis heeft hij de beste resultaten bereikt. ‘Er hebben zich veranderingen bij ons thuis voorgedaan omdat we ons niet meer in de neerwaartse spiraal van armoede bevinden’, zegt hij. ‘Ik ben dankbaar dat mijn zoon niet zo hoeft te leven als ik heb geleefd, omdat we die spiraal hebben doorbroken.’
2. Gezondheid
Omdat we naar het beeld van God zijn geschapen (zie Genesis 1:27), is ons lichaam een tempel die met zorg en respect behandeld moet worden (zie 1 Korintiërs 3:16–17).
Het woord van wijsheid, dat in Leer en Verbonden 89 staat, is de gezondheidswet van de Heer die in 1833 aan Joseph Smith is geopenbaard. Er staat in dat we gezond voedsel moeten eten en schadelijke stoffen moeten vermijden. Apostelen en profeten hebben ons sindsdien geleerd dat we alle middelen en gebruiken moeten vermijden die ons lichaam en verstand schaden en tot verslaving kunnen leiden.7
Sainimere Balenacagi uit Fiji heeft als tiener haar les geleerd toen ze naar een bruiloft ging met enkele vriendinnen die geen lid van de kerk waren. Veel mensen die daar waren, ook haar vriendinnen, dronken alcohol en rookten. Ze probeerden haar ook over te halen om te drinken. ‘Ik was mijn hele leven in de evangelienormen onderwezen, dus ik weigerde zonder enige aarzeling’, zegt Sainimere.
Ze weet dat de zegeningen van gehoorzaamheid aan het woord van wijsheid verder reiken dan lichamelijke gezondheid: ‘Ik heb extra bescherming gevonden omdat ik door de aanwezigheid van de Heilige Geest betere beslissingen kan nemen. Ik zie duidelijk in dat de normen onze vrijheid niet beperken, maar ons juist beschermen tegen de gevolgen die onze vrijheid aan banden kunnen leggen.’
3. Werk
In veel wijken en gemeenten is werk vinden de grootste behoefte van mensen die naar zelfredzaamheid streven. Priesterschapsquorums en leden van de wijkraad kunnen deze leden helpen. Zij werken nauw samen met deze leden, op zoek naar nuttige hulpbronnen in de samenleving, mentors die persoonlijke hulp kunnen verlenen en beschikbare vacatures. De kracht van de leden die vol geloof samenwerken om de behoeftigen tot zegen te zijn, leidt vaak tot een goede baan.
In sommige gebieden van de wereld heeft de kerk loopbaancentra opgericht. Momenteel zijn er ruim driehonderd centra in 56 landen, waar loopbaanworkshops, netwerkbijeenkomsten en persoonlijke begeleiding worden geboden. De nieuwe website van de kerk, LDSjobs.org, biedt hulpbronnen voor werkzoekenden, werkgevers en kerkleiders.
Oséias Portinari uit Brazilië was na zijn ontslag ruim twee maanden op zoek naar een nieuwe baan. Omdat hij niets kon vinden, ging hij als vrijwilliger aan de slag bij het plaatselijke loopbaancentrum in São Paulo. Omdat hij anderen hielp met hun zoektocht naar werk, kon hij ook zijn eigen vaardigheden op het gebied van sollicitatiegesprekken en zoeken naar werk verbeteren. Hij nam enkele malen deel aan de loopbaanworkshop en uiteindelijk werd hij de workshopleerkracht. Toen hij ijverig anderen hielp, begon Oséias tot zijn verbazing zelf telefoontjes van werkgevers te krijgen, en uiteindelijk vond hij een goede baan.
Oséias is dankbaar voor de hulpbronnen van de kerk waardoor werkloze leden een betere levensvisie krijgen. Hij zegt: ‘Ik weet dat als wij ons best doen, de Heer ons veel mogelijkheden biedt.’
4. Eigen productie en voorraadvorming
In 2007 heeft de kerk Bereidt alle noodzakelijke dingen voor: gezinsvoorraad geïntroduceerd, een brochure met daarin een vereenvoudigde aanpak van voorraadvorming. Het Eerste Presidium moedigt de leden over de hele wereld aan om een basisvoorraad voedsel en water aan te leggen en een financiële reserve op te bouwen. Afhankelijk van hun omstandigheden kunnen de leden beginnen met de productie of aankoop van wat extra artikelen, en kunnen ze iedere week wat geld opzij leggen. Als de leden dat blijven doen, kunnen ze een voedselvoorraad aanleggen en een financiële reserve opbouwen.’8
Toen ze deze raad hadden gekregen, voelde de familie Lugo uit Valencia (Venezuela) zich geïnspireerd om met hun voedselvoorraad te beginnen. Ze begonnen iedere week een beetje voedsel, water en geld opzij te zetten. Zelfs met hun beperkte middelen waren ze in staat om binnen enkele maanden een kleine reserve op te bouwen. Later dat jaar kwam de baan van veel werknemers in Venezuela door een staking op de tocht te staan. Broeder Omar Lugo was een van de mensen die uiteindelijk hun baan kwijtraakten.
Het duurde bijna twee jaar voordat broeder Lugo een nieuwe baan had gevonden. In die tijd leefden broeder Lugo en zijn gezin van hun spaargeld en hun voedselvoorraad. Ondanks de moeilijkheden die de werkloosheid met zich meebracht, kon de familie Lugo gemoedsrust en troost vinden omdat ze zich hadden voorbereid. Ze traden de onzekere toekomst vol vertrouwen tegemoet omdat ze wisten dat ze de raad hadden opgevolgd om geleidelijk een voorraad aan te leggen.9
5. Gezinsfinanciën
Een ander aspect van een zelfvoorzienend leven is verstandig met inkomen en uitgaven omgaan. Het Eerste Presidium heeft deze raad gegeven:
‘Wij sporen u aan geen onverantwoorde aankopen te doen, en niet meer uit te geven dan u kunt besteden, zodat u geen schulden maakt. (…)
‘Als u uw schulden hebt afbetaald en een financiële reserve hebt, hoe klein ook, dan zullen uw gezinsleden en u zich veilig voelen en meer gemoedsrust hebben.’10
Gezonde gezinsfinanciën beginnen met het betalen van tiende en andere gaven. Als de leden de Heer op de eerste plaats zetten, kunnen ze beter voor zichzelf en anderen zorgen.
Een ander onderdeel van gezond financieel beheer is weten wat uw inkomsten en uitgaven zijn, uw geld beheren en u niet door uw geld laten beheren. Toen Devon en Michaela Stephens uit Arizona (VS) een begroting opstelden, wisten ze niet precies hoeveel geld ze iedere maand uitgaven. Maar toen ze een begroting met een onderverdeling in categorieën opstelden, liepen ze niet meer ‘met ons hoofd in de wolken, maar met beide voeten op de grond’, zegt Michaela. ‘Het was verontrustend toen we inzagen dat we minder geld hadden dan we dachten, maar het was ook heel opbeurend toen we plotseling merkten dat we grip op onze financiële situatie kregen.’
6. Geestelijke kracht
Geestelijke kracht is onmisbaar voor ons stoffelijke en eeuwige welzijn. Wij worden allemaal beproefd. Als we meer geestelijke kracht proberen te ontwikkelen, kunnen we onze beproevingen het hoofd bieden en krijgen we hoop op betere tijden.
Nirina Josephson-Randriamiharisoa uit Madagascar studeert momenteel in Frankrijk. Toen ze daar pas was aangekomen, had ze last van eenzaamheid en heimwee. ‘Ik zocht troost door te bidden, in de Schriften te lezen en naar de zachte influisteringen van de Heilige Geest te luisteren’, zegt Nirina. ‘Daardoor voelde ik dat mijn hemelse Vader en de Heiland dicht bij me waren en kreeg ik een vredig gevoel.’
Na verloop van tijd sloot Nirina vriendschap en nam ze deel aan activiteiten in en buiten de kerk. Toen vond ze weer vreugde. Maar ze kreeg slecht nieuws van huis waardoor ze van slag raakte. ‘Op een ochtend kreeg ik te horen dat mijn broer was overleden. Ik had nooit gedacht dat ik zo verdrietig kon zijn. In de dagen en weken daarna kampte ik met gevoelens van eenzaamheid, boosheid en wanhoop. Ik vond het moeilijk om zelfs maar de eenvoudigste dingen te doen.’
Enkele maanden later overleed een vriendin van Nirina. Door nog meer verdriet nam de last op haar schouders toe. Heel even overwoog ze om niet naar de kerk te gaan, maar toen besefte ze dat dezelfde dingen waardoor ze eerder gesterkt was, haar ook nu weer konden sterken.
‘Net als toen ik pas naar Frankrijk was verhuisd, zocht ik troost in gebed, schriftstudie en de Heilige Geest. Daardoor merkte ik nog sterker dat de Geest en de leer van een eeuwig gezin ons kunnen troosten en dat de verzoening van Jezus Christus ons leven echt kan beïnvloeden’, zegt ze.
‘Wat voor beproevingen we ook krijgen, voor de Heer zijn ze nooit uitzichtloos. Zijn plan is een plan van geluk.’