75 jaar zelfvoorzienend leven
Hoewel het welzijnsprogramma van de kerk nog niet officieel georganiseerd was, onderkenden de heiligen in de begindagen van de kerk hoe belangrijk het is om zelfredzaam te zijn, voor de armen en behoeftigen te zorgen en andere mensen te helpen. De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘Een mens die vervuld is van Gods liefde, is niet tevreden als hij alleen zijn eigen gezin tot zegen is, maar hij gaat uit over de hele wereld om het hele mensdom tot zegen te zijn.’1
Vlak nadat de kerk was georganiseerd, werden er kleine voorraadhuizen voor bisschoppen en tiendekantoren gebouwd om de behoeftigen te helpen. Joseph Smith stelde in de jaren 1830 in Kirtland de inzameling van vastengaven in.2 Het beginsel van tiende werd ook in die periode geïntroduceerd (zie LV 119). Tiende en vastengaven werden betaald in de vorm van arbeid, landbouwproducten en andere artikelen. Net als tegenwoordig hielden de bisschoppen en gemeentepresidenten toezicht op de distributie van deze voorraden.3
Voor veel heiligen in de begintijd van de kerk was het moeilijk om in hun eigen onderhoud te voorzien. Om ledigheid te bestrijden, bedachten leiders en leden manieren om op lange termijn in hun onderhoud te voorzien. Sommige mensen werkten aan de bouw van kerken en openbare projecten. Anderen hadden een boerderij en verkochten goederen om in het onderhoud van hun gezin te voorzien. De heiligen werkten samen en werden met voldoende middelen gezegend om in hun behoeften te voorzien.
Hoewel de moeilijkheden in onze tijd anders zijn, blijven de heiligen der laatste dagen voor zichzelf en voor de armen en behoeftigen zorgen door de leringen van de Heiland en het voorbeeld van voorgaande generaties te volgen.