2012
De visie om te handelen
Mei 2012


De visie om te handelen

O.Vincent Haleck

Als we voorspoed willen in plaats van een losgeslagen volk, moeten we een visioen van onze mogelijkheden hebben zoals de Heiland dat doet.

Net zoals alle goede ouders wilden mijn ouders het beste voor hun kinderen. Mijn vader was geen lid van de kerk. Vanwege de toen abnormale omstandigheden hadden mijn ouders besloten dat mijn broers en zussen en ik vanuit ons huis op het eiland Amerikaans-Samoa (in de Grote Oceaan) naar de Verenigde Staten moesten verhuizen om daar naar school te gaan.

Mijn ouders vonden het moeilijk om ons te laten gaan, vooral mijn moeder. Ze wisten dat we tegen ongekende moeilijkheden aan zouden lopen in onze nieuwe omgeving. Nochtans zetten ze met geloof en vastberadenheid hun plan door.

Omdat mijn moeder in de kerk was opgegroeid, was ze bekend met de beginselen vasten en gebed. Mijn beide ouders hadden het gevoel dat ze de zegeningen van de hemel nodig hadden om hun kinderen bij te staan. Met die houding begonnen ze één dag per week voor ons te vasten en te bidden. Hun visie hield in dat ze hun kinderen op een mooie toekomst wilden voorbereiden. Ze handelden naar hun visie en oefenden geloof door de zegeningen van de Heer over ons af te smeken. Door vasten en gebed ontvingen ze de zekerheid, troost en gemoedsrust dat alles goed zou komen.

Hoe kunnen we te midden van alle moeilijkheden de visie ontwikkelen om datgene te doen wat ons dichter tot de Heiland brengt? In het boek Spreuken staat de volgende waarheid: ‘Als er geen visioen is, raakt een volk losgeslagen’ (Spreuken 29:18, HSV). Als we voorspoed willen in plaats van een losgeslagen volk, moeten we een visioen van onze mogelijkheden hebben zoals de Heiland dat doet.

De Heiland zag meer in de nederige vissers die Hij riep om Hem te volgen dan dat zij aanvankelijk in zichzelf zagen. Hij voorzag wie ze zouden worden. Hij kende hun goedheid en potentieel, en riep hen toen. Ze hadden in het begin nog niet veel ervaring, maar doordat ze Hem volgden, zagen ze zijn voorbeeld, erkenden ze zijn leer en werden ze zijn discipelen. Op een gegeven moment lieten sommige van zijn discipelen Hem in de steek omdat zijn woorden te hard op hen overkwamen. Jezus was zich bewust dat anderen hem misschien ook zouden verlaten en stelde de Twaalf de vraag: ‘Gij wilt toch ook niet weggaan?’ (Johannes 6:67). Het antwoord van Petrus geeft aan hoe hij inmiddels was veranderd en was gaan inzien wie de Heiland was. ‘Tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven’ (Johannes 6:68), zei hij.

Met die visie konden deze getrouwe, toegewijde discipelen na het vertrek van de Heiland wonderbaarlijke dingen tot stand brengen op hun reizen om het evangelie te verkondigen en de kerk te vestigen. Uiteindelijk brachten enkelen het hoogste offer voor hun getuigenis.

Er staan nog meer voorbeelden in de Schriften van mensen die handelden naar de evangelievisie die ze hadden. De profeet Alma kreeg de juiste visie toen hij Abinadi moedig leer uiteen hoorde zetten en zijn getuigenis hoorde geven aan koning Noach. Hij handelde naar de leer van Abinadi en bracht zijn woorden over op anderen. Velen die in zijn woorden geloofden, lieten zich door hem dopen (zie Mosiah 17:1–4; 18:1–16). Terwijl de apostel Paulus de heiligen vervolgde, bekeerde hij zich op de weg naar Damascus en ging daarna tot actie over door te onderwijzen over en te getuigen van Christus (zie Handelingen 9:1–6, 20–22, 29).

Vandaag de dag geven veel jonge mannen, jonge vrouwen en echtparen gehoor aan de oproep van de profeet van God om op zending te gaan. Gelovig en moedig laten zij huis en haard achter omdat ze er sterk in geloven dat ze op zending veel goeds teweeg kunnen brengen. Door te dienen overeenkomstig hun visie zijn zij velen tot zegen en ondergaan daarbij zelf een levensveranderend proces. In de vorige algemene conferentie bedankte president Monson ons voor alle diensten die wij voor anderen verricht hebben. Hij wees ons nog eens op de taak om als Gods werktuig zijn kinderen op aarde tot zegen te zijn (zie ‘Tot we elkaar weerzien’, Liahona, november 2011, p. 108). Het heeft mij verblijd om te zien dat die opdracht wordt uitgevoerd. De leden van de kerk hebben naar zijn visie gehandeld.

De Heiland begreep dat wij hulp nodig zouden hebben en zei voordat Hij wegging: ‘Ik zal u niet als wezen achterlaten’ (Johannes 14:18). Hij zei tegen zijn discipelen: ‘De Trooster, de heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb’ (Johannes 14:26). Het gaat om dezelfde Heilige Geest die ons kan motiveren en in staat kan stellen om gehoor te geven aan de leringen van de Heiland en onze hedendaagse profeten en apostelen.

Als we naar de leer van onze leiders handelen, ontwikkelen we een ruimer begrip van het toekomstbeeld dat de Heiland van ons heeft. Tijdens deze conferentie hebben we geïnspireerde raad van profeten en apostelen gekregen. Bestudeer hun woorden en denk er goed over na. Zoek de Heilige Geest, zodat die u kan helpen inzien hoe ze betrekking op uw leven hebben. Oefen met behulp van die visie geloof uit en handel naar hun raad.

Bestudeer de Schriften met het doel om meer kennis en licht te ontvangen over de boodschap die er voor u in staat. Overpeins ze in uw hart en sta open voor inspiratie. Handel dan naar de inspiratie die u ontvangt.

Onze ouders kwamen tot het inzicht dat handelen vasten en bidden betekent. Alma gaf aan dat men door vasten en gebed meer zekerheid krijgt. Hij zei: ‘Ik heb vele dagen gevast en gebeden om deze dingen voor mijzelf te kunnen weten’ (Alma 5:46). Ook wij komen door vasten en gebed te weten hoe we met problemen omgaan.

We maken wel eens moeilijke dingen mee, waardoor onze visie vervaagt en het moeilijk wordt om te geloven dat het ons allemaal gaat lukken. We krijgen het vaak zo druk dat we het gevoel krijgen dat we het niet meer aankunnen. Hoewel we allemaal anders zijn, stel ik nederig dat we ons moeten concentreren op de visie van de Heiland en zijn leer. Wat zag Hij in Petrus, Jakobus, Johannes en de andere apostelen dat Hij zich geïnspireerd voelde om hen te vragen om Hem te volgen? Net zoals Hij dat van hen had, heeft de Heiland ook een helder beeld voor ogen van wie wij kunnen worden. Om ons te kunnen concentreren op wat belangrijk is en wat eeuwig geluk en grote vreugde brengt, moeten wij net zoveel geloof en moed als de eerste apostelen ontwikkelen.

Als we het leven en de leer van onze Heiland bestuderen, zien we dat Hij Zich onder het volk begaf en onderwees, bad, opbouwde en genas. Als we van zijn voorbeeld leren en doen wat Hij deed, beginnen we in te zien wie we kunnen worden. Met behulp van de Heilige Geest zult u inzichten krijgen om nog meer goede werken te verrichten. Daardoor vinden er veranderingen plaats en zult u zich een levenspatroon eigen maken dat u en uw gezin tot zegen is. Tijdens zijn bediening aan de Nephieten vroeg de Heiland: ‘Wat voor mannen behoort gij daarom te zijn?’ En zelf gaf Hij het antwoord: ‘Zoals Ik ben’ (3 Nephi 27:27). We hebben zijn hulp nodig als we willen worden zoals Hij. Hij heeft ons de weg gewezen: ‘Daarom, bidt, en gij zult ontvangen; klopt, en u zal worden opengedaan; want hij die bidt, ontvangt; en voor hem die klopt, zal worden opengedaan’ (3 Nephi 27:29).

Ik weet dat we, als we onszelf gaan zien zoals de Heiland ons ziet en we daarnaar handelen, op onverwachte manieren gezegend worden. Door de visie die mijn ouders hadden werd ik niet alleen in mijn opleiding gezegend. Ik werd ook in een omgeving geplaatst waar ik het evangelie heb gevonden en aangenomen. Wat nog belangrijker is: ik leerde hoeveel het betekent om goede en getrouwe ouders te hebben. Eenvoudig gezegd werd mijn leven voor altijd veranderd.

De visie van mijn ouders zette hen aan tot vasten en gebed voor het welzijn van hun kinderen. De visie van de apostelen vanouds zette hen aan om de Heiland te volgen. Op dezelfde wijze kan onze visie ons inspireren en helpen in actie te komen. Broeders en zusters, de visie, het geloof en de moed om te handelen zijn altijd onder ons geweest. Kijkt u eens waar we zijn beland en welke zegeningen we ontvangen hebben! Geloof dat Hij u kan zegenen met een levensvisie en met de moed om te handelen.

Ik getuig tot u dat de Heiland het verlangen heeft dat wij naar Hem terugkeren. Om dat te doen, moeten we geloof hebben om tot actie over te gaan — om Hem te volgen en zoals Hij te worden. Op verschillende momenten in ons leven reikt Hij ons de hand:

‘Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen;

‘want mijn juk is zacht en mijn last is licht’ (Matteüs 11:29–30).

Net zoals de Heiland veel potentieel in zijn discipelen vanouds zag, ziet Hij dat ook in ons. Laten we het beeld dat de Heiland van ons heeft voor ogen hebben. Ik bid dat we die visie mogen hebben, en het geloof en de moed om te handelen. In de naam van Jezus Christus. Amen.