2016
Voed getrouwe zonen op
Februari 2016


Voed getrouwe zonen op

Janness Johnson, Californië (VS)

Afbeelding
illustration of family pictures in frames on a table

Illustratie Stan Fellows

Toen ik jaren geleden een alleenstaande moeder was en ik mijn handen meer dan vol had aan de opvoeding van mijn kinderen, stelde een gulle schenking van mijn moeder en broer me in staat om terug naar school te gaan. Tijdens de autorit naar school dacht ik steeds na over mijn kinderen en de verwachtingen die ik voor hen koesterde. Ik ben een bekeerling tot de kerk. Meer dan wat dan ook wilde ik dat ze de mogelijkheid zouden krijgen om anderen in het evangelie te onderwijzen en hun de vreugde te schenken die ik voelde.

Toen ik op een ochtend naar school reed, dacht ik aan mijn twee oudste zonen die bijna twee jaar in leeftijd verschillen. Als ze op zending gingen, zou de oudste thuiskomen wanneer zijn jongere broer vertrok. Ik zat er vreselijk mee in mijn maag. Ik vroeg me bezorgd af hoe we hun zendingen ooit zouden kunnen betalen. Ik wist niet of ik de eerste financieel kon steunen, laat staan de tweede.

Ik maakte me er vier dagen lang zorgen over en bad om een antwoord. Op de vijfde dag ontving ik het antwoord: ‘Voed getrouwe zonen op. Geld is het punt niet; getrouwe zonen wel.’

Mijn hart stroomde over met gemoedsrust. Het antwoord had helemaal niets met mijn financiële zorgen te maken en verraste me. Ik moest getrouwe kinderen opvoeden. Ik kon gezinsavond houden, naar de kerk gaan, mijn kinderen naar het seminarie brengen en mijn zonen met jongemannenactiviteiten helpen. Ik kon bidden, vasten en Schriftstudie een belangrijke rol in ons gezinsleven laten spelen. Ik wist dat als ik mijn deel deed, mijn kinderen misschien de kans kregen om op zending te gaan.

Bovendien hadden we een fantastische huisonderwijzer die ons gezin liefhad. Hij en zijn vrouw bezochten ons elke maand. Hij gaf les aan mijn kinderen, gaf hun zegens en woonde hun sportwedstrijden bij. Vrienden namen mijn zonen mee naar priesterschapsbijeenkomsten van de ring en kampeeruitstapjes. Er waren leden in de ring die hun de gelegenheid gaven om te werken en geld te verdienen, buren die als ouders voor hen waren, en leerkrachten op school die hun discipline en systematiek leerden aan de hand van de leerstof, muziek en sport.

Toen mijn oudste zoon negentien werd, had hij genoeg geld om op zending te gaan. Later bleek dat er genoeg geld was om al mijn vier kinderen op zending te sturen. Ze gingen naar Mexico, Brazilië, South Carolina (VS) en Virginia (VS). De twee jongsten gingen zelfs tegelijkertijd op zending!

Die ervaring doet me vaak aan de woorden van de Heer in Jesaja denken: ‘Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen’ (Jesaja 55:8).

Onze gebeden worden verhoord als we de raad opvolgen die we ontvangen, en vaak worden we dan gezegend. Ik weet dat de zending die mijn kinderen voor de Heer vervuld hebben, hun leven en dat van hun onderzoekers heeft veranderd. Hun zending is een zegen voor ons gezin en zal ook toekomende generaties tot zegen zijn.