2017
Het fundament van geloof
May 2017


Het fundament van geloof

Ik bid dat we de offers brengen en de nederigheid hebben die nodig zijn om het fundament van ons geloof in de Heer Jezus Christus te versterken.

Dit was een geweldige algemene conferentie. We zijn enorm opgebouwd. Het allerbelangrijkste doel van de algemene conferentie is geloof in God de Vader en onze Heiland, Jezus Christus opbouwen.

Mijn toespraak gaat over het fundament van dat geloof.

Zoals zoveel dingen die de moeite waard zijn, krijgt ons persoonlijk fundament meestal langzaam vorm, met één laagje, één ervaring, één probleem, één tegenslag en één succes tegelijk. De eerste stapjes van een baby is zo’n ervaring die je nooit meer vergeet. Dat is zo mooi om te zien. Die uitdrukking op het gezichtje — een mengsel van vastbeslotenheid, vreugde, verbazing en succes — is met recht een mijlpaal te noemen.

In onze familie was er een vergelijkbaar moment dat ons altijd is bijgebleven. Toen onze jongste zoon zo’n vier jaar oud was, kwam hij binnen om ons blakend van trots te melden: ‘Nu kan ik alles. Ik kan strikken, ik kan rijden en ik kan ritsen.’ We snapten dat hij bedoelde dat hij z’n veters kon strikken, op z’n driewieler kon rijden en z’n jas kon dichtritsen. We lachten, maar beseften dat dit voor hem een hele prestatie was. Hij dacht dat hij er was en nu groot was geworden.

Lichamelijke, mentale en geestelijke ontwikkeling hebben veel gemeen. Lichamelijke ontwikkeling is vrij makkelijk te herkennen. We beginnen met babystapjes en komen elke dag, elk jaar, wat verder. Zo groeien en ontwikkelen we ons naar volwassenheid toe. De ontwikkeling gaat voor iedereen anders.

Als iemand erg goed is in sport of muziek, zeggen we vaak dat die persoon talent heeft. En meestal is dat ook zo. Maar zo goed wordt men alleen door jaren van voorbereiding en oefening. De bekende schrijver Malcolm Gladwell noemt dat de 10.000-uur-regel. Uit onderzoek blijkt dat je zoveel tijd nodig hebt om je in bijvoorbeeld sport, muziek, wetenschap, specialistisch werk, geneeskunde of rechten te bekwamen. Eén onderzoeksexpert beweert dat je ‘10.000 uur moet oefenen om op het niveau van wereldklasse te komen — in welke discipline dan ook.’1

De meeste mensen snappen dat een dergelijke voorbereiding en oefening nodig is om lichamelijk en mentaal optimaal te kunnen presteren.

Helaas is er met de voortgaande ontkerkelijking minder aandacht voor de geestelijke groei die we nodig hebben om op Christus te lijken en een fundament te leggen dat tot duurzaam geloof leidt. We denken dat het vooral gaat om de momenten met subliem geestelijk inzicht. Dat zijn kostbare momenten, omdat we weten dat de Heilige Geest ons hart en verstand heeft verlicht en ons bijzonder geestelijk inzicht heeft gegeven. Het zijn verblijdende momenten, waar we zeker niet aan af mogen doen. Maar in zaken als duurzaam geloof en het constante gezelschap van de Geest is er geen vervanging voor de individuele godsdienstige ontwikkeling, die vergelijkbaar is met de lichamelijke en mentale ontwikkeling. Op die ontwikkelingservaringen behoren we te bouwen; soms lijken ze op die eerste babystapjes. We doen dat door de avondmaalsdienst, Schriftstudie en het gebed een vaste plek in ons leven te geven en in onze roeping te dienen. Bij de uitvaart van een vader van dertien kinderen werd gezegd dat zijn ‘dagelijkse gewoonte van gebed en Schriftstudie zijn kinderen diepgaand beïnvloed heeft en hun een onwrikbaar fundament van geloof in de Heer Jezus Christus heeft gegeven.’2

Toen ik 15 was, had ik een ervaring die mijn fundament vorm gegeven heeft. Mijn trouwe moeder had erg haar best gedaan om mij een fundament van geloof mee te geven. Ik ging naar de avondmaalsdienst, het jeugdwerk, de jongemannen en het seminarie. Ik had het Boek van Mormon gelezen en altijd mijn persoonlijke gebeden gedaan. Toen mijn oudere broer, van wie we veel hielden, overwoog om op zending te gaan, gebeurde er iets ingrijpends in onze familie. Mijn goede vader, die minderactief was, wilde dat hij niet op zending ging, maar zijn studie afmaakte. Dat leidde tot verhitte discussies.

In een opmerkelijk gesprek met mijn vijf jaar oudere broer stelden we vast dat zijn besluit om op zending te gaan van drie dingen afhing: (1) Was Jezus Christus goddelijk? (2) Was het Boek van Mormon waar? (3) Was Joseph Smith de profeet van de herstelling?

Toen ik die avond oprecht bad, bevestigde de Geest mij dat die dingen alle drie waar waren. Ik snapte ook dat bijna elk besluit dat ik de rest van m’n leven zou nemen, gebaseerd zou zijn op het antwoord op die drie vragen. Ik besefte dat in het bijzonder geloof in de Heer Jezus Christus essentieel was. Ik besef nu dat het vooral dankzij mijn moeder was dat mijn geestelijk fundament die avond sterk genoeg was om een geestelijke bevestiging te ontvangen. Mijn broer, die al een getuigenis had, besloot op zending te gaan; uiteindelijk mét de steun van mijn vader.

We ontvangen geestelijke leiding als we die nodig hebben, volgens de wil van de Heer en op zijn tijdstip.3 Het Boek van Mormon, eveneens een testament aangaande Jezus Christus, is een uitstekend voorbeeld. Ik bekeek laatst een eerste uitgave van het Boek van Mormon. Joseph Smith was 23 toen hij de vertaling maakte. We weten iets over het proces en de hulpmiddelen welke hij bij de vertaling gebruikte. Die eerste druk van 1830 bevatte een kort voorwoord waarin Joseph helder en eenvoudig verklaarde dat het boek ‘door de gave en macht van God’ was vertaald.4 Hoe zit het met die hulpmiddelen — de Urim en Tummim, de zienerstenen? Waren ze onmisbaar? Of waren ze als de zijwieltjes aan een kinderfietsje die Joseph nodig had tot hij het benodigde geloof kon oefenen om rechtstreeks openbaring te ontvangen?5

Omslag van het Boek van Mormon in 1830
Voorwoord van het Boek van Mormon in 1830

Net zoals lichamelijke of mentale training voortdurende inspanning en herhaling vereist, is dat ook zo in geestelijke zaken. Voordat de profeet Joseph Smith de platen ontving, werd hij vier keer door dezelfde boodschapper, Moroni, bezocht, telkens met precies dezelfde boodschap. Ik denk dat wekelijks de avondmaalsdienst bijwonen geestelijke implicaties heeft die we niet helemaal overzien. Door regelmatig de Schriften te overpeinzen — niet alleen ze af en toe te lezen — kan een oppervlakkig begrip overgaan in een sublieme, levensveranderende verdieping van ons geloof.

Geloof is een machtsbeginsel. Ik geef een voorbeeld: als jonge zendeling kreeg ik van een geweldige zendingspresident6 een indringende les over de beschrijving in Lukas 8 van de vrouw die al twaalf jaar bloedvloeiingen had en al haar geld had uitgegeven aan artsen die haar niet konden genezen. Het is nog altijd een van mijn favoriete Schriftteksten.

Zoals u weet, had ze het geloof dat als ze maar de zoom van zijn bovenkleed kon aanraken, ze zou genezen. Toen dat lukte, genas ze ook meteen. De Heiland, die met zijn discipelen langsliep, zei: ‘Wie is het die Mij heeft aangeraakt?’

Petrus zei dat de menigte tegen Hem duwde en Hem verdrong.

‘En Jezus zei: Iemand heeft Mij aangeraakt, want Ik heb gemerkt dat er kracht van Mij uitgegaan is.’

Het woord kracht kan hier ook heel goed als ‘macht’ worden opgevat. In het Spaans en Portugees wordt het ook zo vertaald. Hoe dan ook, de Heiland zag haar niet. Hij was Zich niet bewust van haar behoefte. Maar door haar geloof kon ze bij het aanraken van de zoom van zijn bovenkleed putten uit de genezende macht van de Zoon van God.

De Heiland zei tegen haar: ‘Heb goede moed, dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede.’7

Al mijn hele volwassen leven overpeins ik dit verhaal. Ik besef dat we door onze gebeden en smekingen tot een liefderijke Vader in de hemel in de naam van Jezus Christus zegeningen kunnen ontvangen die ons begrip te boven gaan. Dit fundament van geloof, de soort geloof die deze vrouw toonde, moet het grootste verlangen van ons hart zijn.

Maar een eerste geloofsfundament hebben, zelfs met een geestelijke bevestiging, betekent niet dat ons problemen bespaard blijven. Als we ons tot het evangelie bekeren, zijn daarmee niet al onze problemen opgelost.

In de geschiedenis van de kerk en de openbaringen in de Leer en Verbonden staan treffende voorbeelden van hoe het geloofsfundament werd gelegd door de wisselvalligheden en problemen van het leven tegemoet te treden.

De voltooiing van de Kirtlandtempel was zo’n fundament voor de hele kerk. Zij ging gepaard met geestelijke uitstortingen, geopenbaarde leer, en herstel van onmisbare sleutels voor de vestiging van de kerk in wording. Net als de apostelen bij Pinksteren hadden veel leden bij de inwijding van de Kirtlandtempel magnifieke geestelijke ervaringen.8 Maar, net als bij ons, betekende dat niet dat ze daarna geen problemen en beproevingen meer zouden krijgen. Die eerste leden hadden geen idee dat er in de Verenigde Staten een financiële crisis op komst was — de Paniek van 1837 — die hen tot op het bot zou testen.9

Iemand die problemen van deze financiële crisis ondervond, was ouderling Parley P. Pratt, een van de grote leiders van de herstelling. Hij was een van de eerste leden van het Quorum der Twaalf Apostelen. Begin 1837 overleed zijn lieve vrouw, Thankful, na de bevalling van hun eerste kind. Parley en Thankful waren bijna 10 jaar getrouwd geweest en haar dood was een zware klap voor hem.

Een paar maanden later was ouderling Pratt betrokken bij een van de moeilijkste periodes in de kerk ooit. Te midden van de nationale crisis ontstond er naar aanleiding van lokale economische verwikkelingen — waaronder landspeculatie en de problemen van een financiële instelling die door Joseph Smith en andere leden was opgezet — twist en verdeeldheid in Kirtland. Kerkleiders namen soms onverstandige beslissingen die verkeerd uitpakten. Parley verloor veel geld en stelde zich een tijdlang vijandig tegen de profeet Joseph op.10 Hij schreef Joseph een brandbrief en sprak zich vanaf de kansel tegen hem uit. Wel zei Parley dat hij nog altijd in het Boek van Mormon en de Leer en Verbonden geloofde.11

Ouderling Pratt was zijn vrouw, zijn land en zijn huis kwijtgeraakt. Zonder iets tegen Joseph te zeggen, vertrok Parley naar Missouri. Onderweg kwam hij onverwacht collega-apostelen Thomas B. Marsh en David Patten tegen, die terug naar Kirtland gingen. Ze wilden heel graag de harmonie in het Quorum herstellen en kregen Parley zover dat hij mee terugging. Hij realiseerde zich dat niemand meer was kwijtgeraakt dan Joseph Smith en zijn gezin.

Parley ging naar de profeet en erkende in tranen dat hij fout zat. In de maanden na de dood van zijn vrouw Thankful, was Parley ‘omgeven door een donkere wolk’ en hadden angst en frustratie bij hem de overhand gekregen.12 Joseph, die zelf tegenwerking en verleiding aan den lijve had ondervonden, ‘vergaf Parley ruimhartig’, bad voor hem en gaf hem een zegen.13 Parley en anderen die trouw bleven, werden sterker door de problemen in Kirtland. Ze werden wijzer, edelmoediger en deugdzamer. Deze ervaring werd deel van hun geloofsfundament.

Bij tegenslag moeten we niet denken dat de Heer niet meer om ons geeft of ons niet meer zegent. Tegenstelling in alle dingen hoort bij het louterende vuur dat ons op een eeuwige celestiale bestemming voorbereidt.14 Toen de profeet Joseph in Liberty in de gevangenis zat, beschreef de Heer allerlei tegenslagen – waaronder beproevingen en valse beschuldigingen – en voegde daaraan toe:

‘Indien zelfs de kaken der hel wijd tegen u worden opengesperd, weet dan, mijn zoon, dat al deze dingen u ondervinding zullen geven en voor uw bestwil zullen zijn.

‘De Zoon des Mensen is onder dat alles afgedaald. Zijt gij groter dan Hij?’15

De Heer hield Joseph Smith duidelijk voor dat zijn dagen bekend waren en niet verminderd zouden worden. Tot slot zei de Heer: ‘Daarom, vrees niet wat de mens kan doen, want God zal met u zijn tot in alle eeuwigheid.’16

Wat zijn dan de zegeningen van geloof? Wat wordt met geloof bereikt? De lijst is bijna eindeloos:

Vanwege ons geloof in Christus kunnen onze zonden worden vergeven.17

Wie geloof hebben, hebben gemeenschap met de Heilige Geest.18

Het heil komt door geloof in de naam van Christus.19

Wij ontvangen kracht naar ons geloof in Christus.20

Niemand gaat de rust van de Heer in dan zij die door hun geloof hun klederen in het bloed van Christus wassen.21

Onze gebeden worden verhoord naar ons geloof.22

Als mensen geen geloof hebben, kan God geen wonder onder hen doen.23

Uiteindelijk is ons geloof in Jezus Christus het essentiële fundament van onze eeuwige verlossing en verhoging. Zoals Helaman zijn zoons voorhield: ‘Bedenkt, het is op de rots van onze Verlosser, die Christus is, de Zoon Gods, dat gij uw fundament moet bouwen; […] die een vast fundament is; en als de mensen op dat fundament bouwen, kunnen zij niet vallen.’24

Ik ben dankbaar dat het fundament van ons geloof door deze conferentie is versterkt. Ik bid dat we de offers brengen en de nederigheid hebben die nodig zijn om het fundament van ons geloof in de Heer Jezus Christus te versterken.Van Hem geef ik mijn zekere getuigenis, in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Malcolm Gladwell, Outliers: The Story of Success (2008), 40. Hij citeert de neuroloog Daniel Levitin.

  2. Overlijdensbericht van Bryant Hinckley Wadsworth, Deseret News, 15 januari 2017, legacy.com/obituaries/deseretnews.

  3. Zie 2 Nephi 28:30. We ontvangen nooit volledige kennis over een zaak of alle beginselen die ermee samenhangen. We krijgen die naar behoefte: regel op regel en voorschrift op voorschrift.

  4. In de eerste, in 1830 gedrukte editie van het Boek van Mormon heeft de profeet Joseph Smith geschreven: ‘Ik wil u laten weten dat ik door de gave en macht van God vertaald heb’ (zie voorwoord van het Boek van Mormon [1830]). In latere uitgaven van het Boek van Mormon stonden woorden met dezelfde strekking: ‘De platen [werden] aan Joseph Smith overgedragen, die ze door de gave en de macht Gods vertaalde’ (zie voorwoord van het Boek van Mormon [2013]).

  5. Orson Pratt weet nog dat hij er vaak bij was geweest toen Joseph Smith het Nieuwe Testament vertaalde en zich had afgevraagd waarom hij daar geen hulpmiddel bij had gebruikt. ‘Joseph [keek] op alsof hij zijn gedachten had gelezen, en legde uit dat de Heer hem de Urim en Tummim had gegeven toen hij nog geen ervaring had met de geest van inspiratie. Maar nu was hij zover gevorderd dat hij begreep hoe die Geest werkte en dat hulpmiddel niet meer nodig had’ (‘Two Days’ Meeting at Brigham City, 27 en 28 juni 1874’, Millennial Star, 11 augustus 1874, 499; zie ook Richard E. Turley Jr., Robin S. Jensen en Mark Ashurst-McGee, ‘Joseph the Seer’, Liahona, oktober 2015, 10–17).

  6. De zendingspresident was ouderling Marion D. Hanks, die ook algemeen autoriteit was.

  7. Zie Lukas 8:43–48.

  8. Zie Handelingen 2.

  9. Zie Mosiah 2:36–37; zie ook Henry B. Eyring, ‘Geestelijke voorbereiding: begin meteen en wees consequent’, Liahona, november 2005, 38: ‘De grote levenstoets is dus of we te midden van de levensstormen gehoor geven en gehoorzaam zijn aan Gods geboden. Het gaat niet zozeer om het doorstaan van de storm, als wel om het goede kiezen ten tijde van de storm. En het zou heel tragisch zijn als we de toets niet halen, omdat we dan niet in glorie kunnen terugkeren naar ons hemelse thuis.’

  10. Zie Terryl L. Givens en Matthew J. Grow, Parley P. Pratt: The Apostle Paul of Mormonism (2011), 91–98; inleiding tot die uitgave en inleiding tot deel 5, The Joseph Smith Papers, Documents, Volume 5: October 1835–January 1838, red. Brent M. Rogers en anderen (2017), xxviii–xxxi, 285–293.

  11. Zie ‘Letter from Parley P. Pratt, 23 May 1837’, in The Joseph Smith Papers, Documents, Volume 5: October 1835–January 1838, 386–391.

  12. Zie ‘History of John Taylor by Himself’, 15, in Histories of the Twelve, 1856–1858, 1861, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis; Givens en Grow, Parley P. Pratt, 101–102.

  13. Zie The Autobiography of Parley P. Pratt, red. Parley P. Pratt Jr. (1874), 183–184.

  14. Zie 2 Nephi 2:11.

  15. Leer en Verbonden 122:7–8.

  16. Leer en Verbonden 122:9.

  17. Zie Enos 1:5–8.

  18. Zie Jarom 1:4.

  19. Zie Moroni 7:26, 38.

  20. Zie Alma 14:26.

  21. Zie 3 Nephi 27:19.

  22. Zie Moroni 7:26.

  23. Zie Ether 12:12.

  24. Helaman 5:12.