Dat ons licht een standaard voor de natiën zal zijn
Het evangelie van onze Heiland en zijn herstelde kerk bieden ons veel mogelijkheden om ons licht als een deel van de grote standaard voor de natiën te laten schijnen.
Toen ik jaren geleden seminarieleerkracht was, hoorde ik een van mijn collega’s zijn cursisten de volgende vraag stellen: waarom zou je, als je in de tijd van de Heiland had geleefd, Hem dan als een van zijn discipelen gevolgd hebben? Ze kwamen tot de conclusie dat wie de Heiland in deze tijd volgt en ernaar streeft zijn discipel te zijn, dat toen waarschijnlijk ook zou hebben gedaan.
Sinds die dag heb ik vaak over die vraag en hun conclusie nagedacht. Ik vraag me vaak af hoe ik me gevoeld zou hebben, als ik de Heiland zelf het volgende in de Bergrede had horen zeggen:
‘U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn.
‘En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn.
‘Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken’ (Mattheüs 5:14–16).
Kunt u zich voorstellen hoe het geweest moet zijn om de stem van de Heiland te horen? Maar we hoeven ons dat niet voor te stellen. We ervaren voortdurend hoe het is om de stem van de Heer te horen, want als we de stem van zijn dienstknechten horen, is dat hetzelfde.
In 1838 zei de Heer, in een vergelijkbare boodschap als de Bergrede, het volgende door middel van de profeet Joseph Smith:
‘Want aldus zal mijn kerk in de laatste dagen heten, ja, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.
Voorwaar, Ik zeg tot u allen: Staat op en laat uw licht schijnen, opdat het een standaard voor de natiën zal zijn’ (LV 115:4–5).
Onze tijd is zo buitengewoon dat Jesaja er zelfs een visioen over kreeg. Hij zag deze tijd van de herstelling van de Kerk van Jezus Christus en haar doel, en profeteerde: ‘Hij zal een banier omhoogheffen onder de heidenvolken en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen en hen die vanuit Juda overal verspreid zijn, bijeenbrengen van de vier hoeken van de aarde’(Jesaja 11:12).
In de context van de Schriften is een banier, of een standaard, een vlag waarbij de mensen die eensgezind in doel waren, bijeenkwamen. Een standaard diende vroeger tijdens de strijd als verzamelpunt voor soldaten. Symbolisch gezien zijn het Boek van Mormon en de herstelde Kerk van Jezus Christus de standaarden voor alle natiën. (Zie Gids bij de Schriften, ‘Banier’, scriptures.lds.org.)
Ongetwijfeld is deze prachtige algemene conferentie een van de grote standaarden van deze laatste dagen, waar het grote werk en plan van onze hemelse Vader om ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1:39) voortdurend worden verkondigd.
Onze regelmatig terugkerende algemene conferenties vormen een sterk getuigenis van het feit dat wij als heiligen der laatste dagen ‘[alles] geloven wat God heeft geopenbaard, alles wat Hij nu openbaart, en wij geloven dat Hij nog vele grote en belangrijke dingen aangaande het koninkrijk Gods zal openbaren’ (Geloofsartikelen 1:9).
Wat heeft de Heer dan door president Thomas S. Monson geopenbaard dat we moeten blijven doen, opdat ons licht een standaard voor de natiën kan zijn? Welke belangrijke zaken moeten we doen in deze schitterende periode waarin we Zion opbouwen en Israël vergaderen?
De Heer heeft zijn wil altijd ‘regel op regel (…), voorschrift op voorschrift, hier een weinig en daar een weinig’ geopenbaard (2 Nephi 28:30). We moeten daarom niet verrast zijn door wat kleine dingen lijken te zijn vanwege hun eenvoudige en steeds terugkerende aard, want de Heer heeft ons deze raad al gegeven: ‘Gezegend zijn zij die naar mijn voorschriften luisteren en mijn raad het oor lenen, want zij zullen wijsheid leren; want hem die ontvangt, zal Ik meer geven’ (2 Nephi 28:30).
Ik getuig dat door ‘regel op regel, voorschrift op voorschrift, hier een weinig en daar een weinig’ te leren en door naar de raad van onze leiders te luisteren, olie voor onze lampen zullen hebben. Daardoor zijn we in staat ons licht voor anderen te laten schijnen, zoals de Heer ons heeft geboden.
Hoewel we veel kunnen doen om als een licht en banier voor anderen te zijn, wil ik drie dingen noemen: de sabbat heiligen; het heilswerk aan beide zijden van de sluier bespoedigen; en naar het voorbeeld van de Heiland onderwijzen.
Het licht waar we van spreken straalt door onze toewijding aan de sabbatheiliging, zowel in de kerk als thuis. Het is het licht dat toeneemt als we onszelf onbesmet van de wereld bewaren. Het is het licht dat schijnt, als we op zijn heilige dag onze offeranden offeren en de Allerhoogste onze toewijding betonen. Dat alles maakt het mogelijk dat we zijn Geest altijd bij ons hebben. Dat licht neemt toe en wordt zichtbaar als we met het gevoel van vergiffenis huiswaarts gaan, waarover president Henry B. Eyring in de vorige algemene conferentie als volgt heeft gesproken: ‘Van alle zegeningen die we kunnen tellen, is de allergrootste wel het gevoel van vergiffenis dat tot ons komt terwijl we aan het avondmaal deelnemen. We zullen meer liefde en waardering voor de Heiland voelen, wiens oneindige offer het mogelijk heeft gemaakt dat we van zonde kunnen worden gereinigd.’ (‘Dankbaarheid op de sabbat’, Liahona, november 2016, 100.)
Als we de sabbat heiligen en het avondmaal gebruiken, worden we niet alleen gereinigd, maar schijnt ook ons licht steeds helderder.
Ons licht neemt ook toe als we tijd besteden aan het opzoeken van de namen van onze voorouders, die namen mee naar de tempel nemen, en onze familie en anderen leren hetzelfde te doen.
Dit heilige familiehistorisch en tempelwerk dat we gezamenlijk met de heiligen aan beide zijden van de sluier uitvoeren, gaat meer dan ooit vooruit, nu er steeds meer tempels van de Heer worden gebouwd. Nu de tempels tijd hebben ingeruimd voor gezinnen die met namen van hun eigen familie komen, hebben mijn vrouw en ik ervan genoten dat we samen met onze kinderen en kleinkinderen in de tempel konden werken.
Als we namen zoeken en mee naar de tempel nemen en ook anderen leren hoe zij dat kunnen doen, schijnen we samen als een banier of standaard.
Leren onderwijzen zoals de Heiland is een andere manier waarop we kunnen opstaan en ons licht kunnen laten schijnen. Ik verheug me samen met iedereen die zoals de Heiland leert onderwijzen. Sta me toe te lezen wat op de omslag van het nieuw handboek voor onderwijs staat: ‘Het doel van elke evangelieleerkracht — elke ouder, elke officieel aangestelde leerkracht, elke huisonderwijzer en huisbezoekster en elke volgeling van Christus — is om de zuivere leerstellingen van het evangelie met behulp van de Geest te onderwijzen om […] de kinderen van God te helpen hun geloof in de Heiland te versterken en meer op Hem te gaan lijken.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland [2016].)
Momenteel laten duizenden getrouwe leerkrachten hun licht schijnen, doordat ze zoals de Heiland leren onderwijzen. Zo bekeken is de nieuwe leerkrachtenraad een manier om op te staan en je licht te laten schijnen. Dan verzamelen de cursisten zich rond de standaard van de leer van Christus, want ‘het belangrijkste bij het onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland is te leven als de Heiland.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 4.)
Als we allemaal op zijn manier leren en onderwijzen en op Hem gaan lijken, schijnt ons licht helderder, kan niet verborgen blijven en wordt het een standaard voor wie het licht van de Heiland zoeken.
Mijn geliefde broeders en zusters, we zouden ons licht niet moeten en mogen verbergen. Onze Heiland heeft ons opgedragen ons licht te laten schijnen als een stad op een heuvel of als een kaars op een kandelaar. Als we dat doen, verheerlijken we onze Vader in de hemel. Het evangelie van onze Heiland en zijn herstelde kerk bieden ons veel mogelijkheden om ons licht als een deel van de grote standaard voor de natiën te laten schijnen.
Ik getuig dat Jezus Christus het licht is dat we moeten weerspiegelen. In de naam van Jezus Christus. Amen.