Kijk niet om je heen, kijk omhoog!
Anderen aansporen om tot Christus te komen is ons doel. We kunnen dit doel vervullen door naar Jezus Christus te kijken.
Mijn doel is ‘anderen uitnodigen om tot Christus te komen’.1 Dat is ook uw doel. Wij kunnen dit doel vervullen door naar Jezus Christus te kijken.
Ik liet me tegelijkertijd met mijn ouders dopen toen ik zestien was. Mijn jongere broer, Kyung-Hwan, die toen veertien was, sloot zich bij de kerk aan vanwege mijn oom, Young Jik Lee, en nodigde ons voor zijn kerk uit. Ieder van de tien familieleden in ons gezin waren lid van een andere kerk, dus we waren blij om de waarheid te vinden en wilden het geluk dat we in het evangelie van Jezus Christus hadden gevonden, na onze doop verspreiden.
Mijn vader was het meest gedreven om de waarheid te leren kennen en te verkondigen. Hij stond elke dag vroeg in de ochtend op om de Schriften meer dan twee uur te bestuderen. Na het werk ging hij bijna elke dag samen met de zendelingen onze familie, vrienden, en buren bezoeken. Zeven maanden na onze doop waren er 23 leden van ons gezin en onze familie lid van de kerk. Toen volgde een wonder: in de loop van het daaropvolgende jaar lieten 130 mensen zich dankzij mijn vaders zendingswerk dopen.
Hij vond familiegeschiedenis ook belangrijk en werkte onze familiegeschiedenis met acht generaties van voorouders bij. Vanaf toen zagen we de vruchten van onze gezinsbekering die door mijn broer van veertien in gang was gezet, niet alleen op talloze manieren onder de levenden, maar ook bij de doden. Door het voortgaande werk van mijn vader en anderen omvat onze stamboom nu 32 generaties en voor verschillende takken voltooien we het tempelwerk nu. Ik ben enorm blij dat we onze voorouders en onze nakomelingen met elkaar kunnen verbinden.
President Gordon B. Hinckley heeft een vergelijkbare ervaring in de Columbustempel (Ohio) opgetekend.
‘Toen ik daar in de tempel over het leven van [mijn overgrootvader, mijn grootvader en vader] nadacht, keek ik naar mijn dochter en naar haar dochter […] en naar haar kinderen, mijn achterkleinkinderen. Ik besefte plots dat ik middenin deze zeven generaties stond: drie vóór mij en drie na mij.
‘Op die heilige plek kreeg ik het overweldigende gevoel dat er een plicht op mijn schouders rustte om alles wat ik als erfgoed van mijn voorouders had gekregen, aan de generaties na mij door te geven.’2
Wij bevinden ons allemaal middenin een eeuwige familie. Onze rol kan een keerpunt zijn waarop belangrijke veranderingen in positieve of negatieve zin plaatsvinden. President Hinckley ging verder: ‘Sta nooit toe dat u een zwakke schakel in de keten van uw generaties wordt.’3 Uw getrouwheid aan het evangelie zal uw familie sterker maken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we een sterke schakel in onze eeuwige familie zijn?
Op zekere dag, enkele maanden na mijn doop, hoorde ik enkele leden elkaar in de kerk bekritiseren. Ik was erg teleurgesteld. Ik ging naar huis en vertelde mijn vader dat ik misschien maar niet meer naar de kerk zou moeten gaan. Het was lastig om leden elkaar zo te zien bekritiseren. Mijn vader luisterde en leerde me daarna dat het evangelie hersteld was en volmaakt is, maar de leden dat nog niet zijn, noch hijzelf of ik. Hij zei vastberaden: ‘Verlies je geloof niet vanwege de mensen om je heen, maar bouw een goede band met Jezus Christus op. Kijk niet om je heen, kijk omhoog!’
Kijk naar Jezus Christus — de wijze raad van mijn vader — sterkt mijn geloof telkens als ik beproefd word. Hij leerde me hoe ik de leringen van Christus kan toepassen, met deze woorden: ‘Vertrouw op Mij bij iedere gedachte; twijfel niet, vrees niet.’4
Toen ik het zendingsgebied Seattle (Washington, VS) presideerde, regende het vaak. Toch kregen onze zendelingen de instructie om naar buiten te gaan en in de regen zendingswerk te verrichten. Ik zei dan: ‘Ga naar buiten in de regen, kijk naar de hemel, open je mond en drink ervan! Als je omhoog kijkt, zul je de kracht krijgen om je mond zonder angst voor iedereen te openen.’ Het was een symbolische les voor ze om omhoog te kijken als ze moeilijkheden ondervinden, zelfs na hun zending. Probeer dit alstublieft niet in vervuilde gebieden.
Tijdens mijn zending in Seattle, werd ik door mijn oudste zoon, Sunbeam, opgebeld. Hij is een pianist. Hij vertelde dat hij in Carnegie Hall in New York mocht optreden, omdat hij een internationale wedstrijd had gewonnen. Wij waren heel blij voor hem. Toen mijn vrouw die avond echter een dankbaar gebed uitsprak, realiseerde ze zich dat we niet naar zijn optreden konden. Ze zei tegen onze hemelse Vader iets in de trant van: ‘Vader in de hemel, ik ben dankbaar voor de zegening die u Sunbeam heeft gegeven. Trouwens, ik vind het jammer dat ik er niet bij kan zijn. Ik had erbij kunnen zijn als U deze zegening ofwel vóór of ná deze zending had gegeven. Ik klaag niet, maar ik vind het toch een beetje jammer.’
Zodra ze met haar gebed klaar was, hoorde ze een duidelijke stem. ‘Het is omdát je niet kan gaan, dat je zoon dit voorrecht heeft gekregen. Had je liever geruild?’
Mijn vrouw stond verbaasd. Ze wist dat het trouwe werk van de ouders in het koninkrijk van de Heer hun kinderen tot zegen was, maar het was voor het eerst dat zij haar rol zo duidelijk begreep. Ze gaf Hem meteen een antwoord. ‘Nee, nee, het is geen probleem dat ik niet kan gaan. Laat mijn zoon die eer houden.’
Geliefde broeders en zusters, het is niet makkelijk de liefde van onze hemelse Vader te herkennen, wanneer we met onze stoffelijke ogen om ons heen kijken, omdat we eerst ongemak, verlies, lasten, of eenzaamheid zien. Anderzijds kunnen we de zegeningen zien, als we omhoog kijken. De Heer heeft geopenbaard dat ‘wanneer wij enige zegening van God ontvangen, het door gehoorzaamheid aan die wet is waarop zij is gegrond.’5 Aan allen die zich in eender welke dienst van God begeven: weet dat u een stevige verbinding voor machtige zegeningen vormt voor wie u voorgingen en de generaties na u.
Nu ben ik dankbaar dat velen van onze familieleden trouw op het verbondspad blijven, maar lege stoelen naast ons zouden me verdrietig maken. Ouderling M. Russell Ballard heeft gezegd: ‘Als u inactief wordt in de herstelde Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen of haar de rug toekeert, waar gaat u dan heen? Wat gaat u doen? Het besluit om “niet meer [mee te gaan]” met de leden en de door de Heer gekozen leiders van de kerk zal vérstrekkende gevolgen hebben die op dit moment niet altijd te overzien zijn.’6 President Thomas S. Monson spoorde ons aan: ‘Mogen we blijven kiezen voor de moeilijkere, maar betere keuze, in plaats van de makkelijkere, verkeerde.’7
Het is nooit te laat om naar Jezus Christus te kijken. Hij staat altijd met open armen voor u klaar. Er zijn generaties voor en na ons die erop rekenen dat wij Jezus Christus volgen, zodat we een eeuwige familie van God kunnen worden.
Toen ik als ringpresident ontheven werd, waren mijn zonen enthousiast dat we meer tijd met elkaar konden doorbrengen. Drie weken later werd ik als zeventiger geroepen. Ik dacht eerst dat ze misschien teleurgesteld zouden zijn, maar de nederige reactie van mijn jongste zoon was: ‘Papa, maak je geen zorgen. We zijn een eeuwig gezin.’ Wat een eenvoudige en duidelijke waarheid! Ik was een beetje bezorgd omdat ik allereerst naar dit aardse leven keek, maar mijn zoon was blij omdat hij niet om zich heen keek, maar naar de eeuwigheid en de doeleinden van de Heer keek.
Het is niet altijd makkelijk omhoog te kijken als uw ouders tegen het evangelie gekant zijn, als u lid van een kleine kerkelijke unit bent, als uw huwelijkspartner geen lid van de kerk is, als u nog steeds alleenstaand bent, hoewel u uw best hebt gedaan om in het huwelijk te treden, als uw kind is afgedwaald, als u een alleenstaande ouder bent, als u lichamelijk of emotioneel wordt beproefd, als u een slachtoffer van een ramp bent enzovoort. Houd in die moeilijke tijden vast aan uw geloof. Kijk naar Christus voor kracht, evenwicht en genezing. Door de kracht van de verzoening van Jezus Christus, zullen ‘alle dingen samenwerken ten goede voor [u]’.8
Ik getuig van Jezus Christus, dat Hij onze Heiland en Verlosser is. Als we onze levende profeet, president Thomas S. Monson volgen, kijken we naar Jezus Christus. Als we dagelijks bidden en de Schriften bestuderen, en wekelijks oprecht aan het avondmaal deelnemen, krijgen we de kracht om altijd naar Hem te kijken. Ik ben blij dat ik een lid van deze kerk ben en tot een eeuwige familie behoor. Ik vertel anderen dolgraag over dit geweldige evangelie. Anderen aansporen om tot Christus te komen is ons doel. We kunnen dit doel vervullen door naar Jezus Christus te kijken. Ik getuig hier nederig van in de naam van Jezus Christus. Amen.