2019
Morgen ga ik naar de kerk
Maart 2019


Morgen ga ik naar de kerk

Harmin Toledo Gonzalez

Chiloé (Chili)

dream

Illustratie Christiane Beauregard

Twee jaar nadat mijn vrouw, Madeleinne, en ik ons hadden laten dopen en bevestigen, werd ik minderactief en ging ik niet meer naar de kerk. Ze moedigde me elke zondagochtend aan om op te staan en met haar mee te gaan, maar ik weigerde telkens.

‘Ik ben moe. Laat me slapen’, zei ik dan. En later ging ik voetballen.

Madeleinne stond dan zelf wél op, en ging met onze zoon, Lucas, naar de kerk. Of het nu regende of koud was, ze ging altijd.

Nu ik erop terugkijk, weet ik dat Satan me aanviel. Hij overtuigde me dat ik de kerk niet nodig had. Hij zei: ‘Er is niets aan de hand, je bent rustig, je bent op je gemak.’ Maar in werkelijkheid was ik mijn zegeningen, vooruitgang en geluk kwijt. Gelukkig hielpen mijn vrouw en mijn hemelse Vader me om dat duidelijk in te zien.

Op een nacht, ongeveer een jaar nadat ik was opgehouden naar de kerk te gaan, had ik een droom. Ik droomde dat ik met mijn vrouw en mijn zoon hand in hand door een prachtig landschap liep. We waren erg gelukkig.

Maar het begon donker te worden. Het werd zo donker dat ik niets meer kon zien. Plotseling merkte ik dat ik de hand van mijn vrouw en mijn zoon niet meer vasthield. Ik riep ze, in de hoop dat ze zouden terugkomen. Ik wilde ze terug hebben, en ik wilde dat het duister verdween.

Op dat moment ondervond ik wat het inhoudt om je echt ellendig te voelen. Ik was Madeleinne en Lucas kwijt. Ze waren zonder mij verdergegaan, hadden mij in het donker achtergelaten.

Toen ik ’s ochtend wakker werd, besefte ik dat mijn hemelse Vader me een teken had gegeven. Als ik niet terugging naar de kerk, en mijn vrouw en zoon mee naar de tempel nam, zou ik ze kwijtraken. Dan zouden we in het hiernamaals niet bij elkaar zijn. En dan zou ik me ellendig voelen.

‘Morgen ga ik naar de kerk’, zei ik tegen Madeleinne.

Sindsdien ben ik elke zondag met mijn gezin naar de kerk gegaan. Ik heb sinds die droom, vijf jaar geleden, geen enkele bijeenkomst overgeslagen. Uiteindelijk zijn we in september 2016 in de tempel aan elkaar verzegeld.

Ik ben dankbaar voor al mijn zegeningen. Ik ben vooral dankbaar voor mijn familie en voor de moed, de kracht en het voorbeeld van mijn vrouw. Ik ben dankbaar dat mijn hemelse Vader en zij het niet opgaven. Dankzij hen ben ik wie ik nu ben.