Bestendig en veerkrachtig vertrouwen
Vertrouwen op de Heer betekent ook vertrouwen in zijn timing. Dat vereist geduld en volharding die langer duren dan de levensstormen.
Onze zoon Dan werd erg ziek op zijn zending in Afrika. Ze brachten hem naar een kliniek met beperkte voorzieningen. Toen we zijn eerste brief aan ons na zijn ziekte lazen, hadden we ontmoediging van zijn kant verwacht. Maar hij schreef: ‘Zelfs op de eerstehulpafdeling voelde ik me heel rustig. Ik heb nog nooit zo’n bestendig en veerkrachtig geluk ervaren.’
Toen mijn vrouw en ik dat lazen, werden we emotioneel. Bestendig en veerkrachtig geluk. We hadden geluk nooit op die manier horen beschrijven, maar we begrepen wat hij bedoelde. We wisten dat het geluk dat hij beschreef meer dan louter plezier of een opgetogen stemming was. Hij doelde op de gemoedsrust en vreugde die we krijgen door ons aan God over te geven en ons vertrouwen in alle dingen in Hem te stellen.1 We hebben zelf ook meegemaakt dat God onze ziel geruststelde en ons hoop in Christus gaf. Ook in moeilijke en onzekere tijden.2
Lehi legt uit dat Adam en Eva zonder de val ‘in een staat van onschuld [zouden] zijn gebleven, zonder vreugde, want zij kenden geen ellende. […]
‘Maar zie, alle dingen zijn gedaan in de wijsheid van Hem die alle dingen weet.
‘Adam viel, opdat de mensen zouden zijn; en de mensen zijn, opdat zij vreugde zullen hebben.’3
Moeilijkheden en verdriet bereiden ons op paradoxale wijze voor op grote vreugde, als we op de Heer en zijn plan voor ons vertrouwen. Dat beginsel wordt prachtig verwoord door een dichter uit de 13e eeuw: ‘Smart bereidt je voor op vreugde. Alles wordt grondig uit je huis weggeveegd, zodat er plaats voor nieuwe vreugde komt. Alle vergeelde bladeren worden uit de takken van je hart geschud, zodat er nieuwe, groene bladeren kunnen groeien. De verrotte wortels worden uitgerukt, zodat nieuwe, verborgen wortels de ruimte krijgen. Wat voor smart je hart ook beroert, er komt iets veel beters voor in de plaats.’4
President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘De vreugde die de Heiland biedt […] is constant, wat ons de verzekering geeft dat onze “ellende […] slechts van korte duur [zal] zijn” [Leer en Verbonden 121:7] en voor ons welzijn zal worden geheiligd.’5 Onze beproevingen en moeilijkheden kunnen ruimte maken voor meer vreugde.6
Het goede nieuws van het evangelie is niet de belofte van een leven zonder verdriet en moeilijkheden, maar van een leven dat zin en betekenis heeft. Een leven waarin onze ellende en benauwingen kunnen worden ‘verzwolgen door de vreugde in Christus’.7 De Heiland heeft gezegd: ‘In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’8 Zijn evangelie is een boodschap van hoop. Smart in combinatie met hoop in Jezus Christus stelt blijvende vreugde in het vooruitzicht.
We kunnen het verhaal van de reis van de Jaredieten naar het beloofde land vergelijken met onze levensreis. De Heer beloofde de broer van Jared en zijn volk: ‘Ik zal voor u uitgaan naar een land dat verkieslijk is boven alle landen van de aarde.’9 Hij droeg ze op om boten te bouwen. Dat deden ze vervolgens gehoorzaam volgens de aanwijzingen van de Heer. Maar de broer van Jared maakte zich gaandeweg zorgen dat het bootontwerp van de Heer ontoereikend was. Hij riep uit:
‘O Heer, ik heb het werk volbracht dat U mij geboden hebt, en ik heb de boten gemaakt zoals U mij hebt gewezen.
‘En zie, o Heer, er is geen licht in.’10
‘O Heer, wilt U ons dit grote water in duisternis laten oversteken?’11
Hebt u uw ziel weleens op die manier bij God uitgestort? Als u probeert naar de geboden van de Heer te leven en rechtvaardige verwachtingen niet uitkomen, hebt u zich dan weleens afgevraagd of u dit leven in duisternis moet doorbrengen?12
De broer van Jared uitte daarna zijn nog grotere zorg of ze in de boten wel in leven zouden blijven. Hij riep uit: ‘En wij zullen ook omkomen, want wij kunnen er niet in ademen, behalve de lucht die erin is.’13 Zijn uw moeilijkheden ook weleens zo verstikkend dat u zich afvraagt hoe u de dag doorkomt, laat staan hoe u naar uw hemelse huis terug kunt keren?
De Heer werkte eerst samen met de broer van Jared aan een oplossing voor zijn zorgen. Daarna legde Hij uit: ‘U kunt dit grote diep niet oversteken, tenzij Ik u voorbereid op de golven van de zee en de winden die zijn uitgegaan en de watervloeden die zullen komen.’14
De Heer maakte duidelijk dat de Jaredieten het beloofde land niet zonder Hem konden bereiken. Ze stonden niet zelf aan het roer. Ze konden de grote diepzee alleen oversteken door hun vertrouwen in Hem te stellen. Door die ervaringen en lessen van de Heer kregen het geloof en het vertrouwen van de broer van Jared kennelijk meer diepgang.
Merk op dat zijn gebeden geen vragen en zorgen meer bevatten, maar uitingen van geloof en vertrouwen:
‘Ik weet, o Heer, dat U alle macht bezit en alles kunt doen wat U maar wilt voor het welzijn van de mens. […]
‘Zie, o Heer, U kunt dat doen. Wij weten dat U in staat bent grote macht te tonen, die klein lijkt voor het begrip van de mens.’15
Er staat dat de Jaredieten vervolgens ‘aan boord gingen van hun […] boten en zee kozen, zich toevertrouwend aan de Heer, hun God.’16 Ze vertrouwden zich dus toe en gaven zich over aan God. De Jaredieten gingen niet aan boord omdat ze precies wisten hoe alles op hun reis zou uitpakken. Ze gingen aan boord omdat ze hadden geleerd om op de macht, goedheid en barmhartigheid van de Heer te vertrouwen. Ze waren bereid zichzelf en eventuele twijfels of angsten aan de Heer over te geven.
Een tijdje geleden durfde onze kleinzoon Abe niet op een op en neer bewegend carrouseldier te zitten. Hij zat liever op een dier dat niet bewoog. Zijn grootmoeder kon hem uiteindelijk overtuigen dat het veilig was. Hij vertrouwde haar en kroop erop. Hij zei vervolgens met een grote glimlach: ‘Ik voel me niet veilig, maar ik ben het wél.’ Misschien voelden de Jaredieten zich ook zo. God vertrouwen lijkt aanvankelijk niet altijd veilig, maar het leidt tot vreugde.
De reis was voor de Jaredieten geen pretje. Ze werden ‘vele malen in de diepten van de zee […] begraven wegens de huizenhoge golven die zich over hen uitstortten’.17 Toch staat er dat voor hen de wind ‘nooit ophield te waaien in de richting van het beloofde land’.18 Het is soms moeilijk te bevatten, vooral op de momenten dat de tegenwind sterk en de zee turbulent is, maar we kunnen troost putten uit de kennis dat God ons in zijn oneindige goedheid altijd naar huis toe leidt.
Er staat verder: ‘Aldus werden zij voortgedreven; en geen zeemonster kon hen breken, noch kon een walvis hun schade toebrengen; en zij hadden voortdurend licht, hetzij boven water, hetzij onder water.’19 We leven in een wereld waarin de hoge golven van de dood, lichamelijke en psychische aandoeningen, en allerlei beproevingen en benauwingen op ons inbeuken. Toch kunnen ook wij door geloof en bewust vertrouwen in Jezus Christus voortdurend licht hebben, of we ons nu boven of onder water bevinden. Wij hebben de verzekering dat God ons voortdurend naar ons hemelse huis voortdrijft.
Terwijl ze in de boten heen en weer werden geslingerd, zongen de Jaredieten ‘de Heer lof toe […], en [z]ij dankte[n] en pre[zen] de Heer de gehele dag; en wanneer het nacht werd, hielden zij niet op de Heer te prijzen.’20 Ze waren zelfs in hun benauwingen dankbaar en blij. Ze waren nog niet in het beloofde land aangekomen, maar ze verheugden zich wel in de beloofde zegening. Dat kwam door hun bestendige en veerkrachtige vertrouwen in Hem.21
De Jaredieten werden 344 dagen op het water voortgedreven.22 Kunt u zich dat indenken? Vertrouwen op de Heer betekent ook vertrouwen in zijn timing. Dat vereist geduld en volharding die langer duren dan de levensstormen.23
Uiteindelijk landden de Jaredieten ‘op de kust van het beloofde land. En toen zij voet op de kust van het beloofde land hadden gezet, bogen zij zich op het oppervlak van het land neer en verootmoedigden zich voor de Heer en vergoten tranen van vreugde voor het aangezicht van de Heer, wegens de overvloed van zijn tedere barmhartigheden jegens hen.’24
Als we onze verbonden trouw zijn, zullen ook wij eens veilig thuis aankomen. Dan zullen we voor de Heer buigen en tranen van vreugde vergieten voor de overvloed van zijn tedere barmhartigheden, óók voor de smart die ruimte schiep voor meer vreugde.25
Ik getuig dat we ons met bestendig en veerkrachtig vertrouwen in Jezus Christus en zijn verheven doeleinden aan de Heer kunnen toevertrouwen. Dan zal Hij ons de verlangde verzekering geven, onze ziel geruststellen en ons doen ‘hopen op onze bevrijding in Hem’.26
Ik getuig dat Jezus de Christus is. Hij is de bron van alle vreugde.27 Zijn genade is genoeg en Hij is machtig om te redden.28 Hij is het licht, het leven en de hoop van de wereld.29 Hij zal ons niet laten vergaan.30 In de naam van Jezus Christus. Amen.