Uw grote avontuur
De Heiland nodigt ons dagelijks uit om ons gemak en onze veiligheid opzij te zetten en Hem op de reis van het discipelschap te vergezellen.
Over hobbits
Een populair fantasyboek voor kinderen, vele jaren geleden geschreven, begint met de zin ‘In een hol onder de grond woonde een hobbit.’1
Het verhaal van Bilbo Balings gaat over een heel gewone, onopvallende hobbit die een heel ongewone kans krijgt om een geweldig avontuur te beleven, met de belofte van een grote beloning.
Het probleem is dat de meeste zichzelf respecterende hobbits niets met avonturen te maken willen hebben. Ze leiden het liefst een comfortabel leven. Als het maar enigszins kan, eten ze het liefst zes maaltijden per dag en brengen ze hun dag door in hun tuin om te kletsen met bezoekers, te zingen, muziek te maken, en van de eenvoudige geneugten van het leven te genieten.
Maar als Bilbo het vooruitzicht op een groot avontuur krijgt, voelt hij diep in zijn hart iets opwellen. Hij begrijpt meteen dat het een zware reis zal worden. Een gevaarlijke reis zelfs. Er is zelfs een kans dat hij niet zal terugkomen.
En toch heeft de roep van het avontuur hem diep in zijn hart geraakt. En dus laat deze onopvallende hobbit zijn gemakken achter en gaat hij op weg naar een groot avontuur dat hem helemaal ‘daarheen en weer terug’ zal brengen.2
Uw avontuur
Misschien is een van de redenen dat dit verhaal zovelen aanspreekt omdat het ook óns verhaal is.
Heel lang geleden, vóór onze geboorte, in een tijd lang vervlogen en versluierd in ons geheugen, werden wij uitgenodigd om aan een avontuur te beginnen. Het werd door God, onze hemelse Vader, voorgesteld. Als we dat avontuur aanvaardden, zouden we de gemakken en de veiligheid van zijn onmiddellijke nabijheid achterlaten. Dan zouden we naar de aarde gaan voor een reis vol onbekende gevaren en beproevingen.
We wisten dat het niet makkelijk zou zijn.
Maar we wisten ook dat we grote schatten zouden krijgen, zoals een sterfelijk lichaam en de intense vreugde en smart van het sterfelijk leven. We zouden leren streven, zoeken en worstelen. We zouden waarheden over God en onszelf ontdekken.
Vanzelfsprekend wisten we dat we onderweg veel vergissingen zouden begaan. Maar er was ons iets beloofd: dat we dankzij het grote offer van Jezus Christus van onze overtredingen gereinigd en gezuiverd konden worden, en op een dag opstaan en met onze dierbaren herenigd worden.
We ontdekten hoeveel God van ons houdt. Hij gaf ons leven en Hij wilde dat wij zouden slagen. Daarom voorzag Hij voor ons in een Heiland. ‘Nochtans’, zei onze Vader in de hemel, ‘mag u voor uzelf kiezen, want het is u gegeven.’3
Bepaalde onderdelen van het avontuur van het sterfelijk leven zullen Gods kinderen zorgen hebben gebaard en zelfs angst aangejaagd, want een groot aantal van onze geestelijke broeders en zusters stemde ertegen.4
Door de gave en macht van morele keuzevrijheid kwamen we tot de conclusie dat wat we konden leren, en wat we in de eeuwigheid konden worden, het risico waard was.5
En dus vertrouwden we op de beloften en macht van God en van zijn geliefde Zoon, en namen we de uitdaging aan.
Ik deed dat.
U ook.
We stemden ermee in om de veiligheid van onze eerste staat achter te laten, en ons in het grote avontuur van ‘daarheen en weer terug’ te storten.
De oproep tot het avontuur
En toch wil het sterfelijk leven ons nogal eens afleiden, nietwaar? We verliezen makkelijk onze zoektocht uit het oog, en verkiezen gemak boven groei en vooruitgang.
Maar toch huist er diep in ons hart nog een onmiskenbare honger naar een hoger en edeler doel. Die honger is een van de redenen waarom mensen zich tot het evangelie en de Kerk van Jezus Christus aangetrokken voelen. In zekere zin is het herstelde evangelie een herhaling van de oproep tot het avontuur waar we zo lang geleden gehoor aan hebben gegeven. De Heiland nodigt ons dagelijks uit om ons gemak en onze veiligheid opzij te zetten en Hem op de reis van het discipelschap te vergezellen.
Er zijn veel bochten in die weg. Er zijn heuvels, valleien en omleidingen. Er kunnen zelfs spreekwoordelijke spinnen, trollen, en hier en daar een draak voorkomen. Maar als u op het pad blijft en op God vertrouwt, vindt u uiteindelijk de weg naar uw heerlijke bestemming, de weg terug naar uw hemelse thuis.
Dus hoe begint u?
Het is heel eenvoudig.
Wend uw hart tot God
Allereerst moet u besluiten om uw hart tot God te wenden. Streef er elke dag naar om Hem te zoeken. Leer Hem liefhebben. En laat u dan door die liefde inspireren om Gods leringen te gaan kennen, begrijpen en volgen, en zijn geboden te onderhouden. Het herstelde evangelie van Jezus Christus dat ons is gegeven, is zo duidelijk en eenvoudig dat een kind het kan begrijpen. Toch heeft het evangelie van Jezus Christus de antwoorden op de ingewikkeldste levensvragen, en heeft het zo’n uitgesproken diepgang en complexiteit dat we er zelfs na een leven lang studeren en overpeinzen nauwelijks iets van kunnen bevatten.
Als u in dit avontuur aarzelt omdat u twijfelt of u wel goed genoeg bent, bedenk dan dat discipelschap niet betekent dat u dingen perfect doet; het betekent dat u dingen met intentie doet. De dingen die u kiest, laten zien wat u werkelijk bent, veel meer dan de dingen waar u goed in bent.6
Zelfs als iets mislukt, kunt u besluiten om het niet op te geven, maar om dan juist uw moed te ontdekken, door te zetten en weer op te staan. Dat is de grote test van deze reis.
God weet dat u niet perfect bent, dat uw pogingen soms zullen mislukken. God heeft u echter niet minder lief als u ergens mee worstelt dan als u overwint.
Als liefhebbende Ouder wil Hij alleen dat u het met intentie blijft proberen. Het discipelschap is net als piano leren spelen. Misschien kunt u in het begin alleen maar een nauwelijks herkenbare versie van ‘De Vlooienmars’ spelen. Maar als u blijft oefenen, maken de eenvoudige wijsjes op een dag plaats voor prachtige sonates, rapsodieën en concerto’s.
Die dag zal in dit leven misschien niet aanbreken, maar hij zál komen. God verlangt alleen maar van u dat u er bewust naar blijft streven.
Uit naastenliefde anderen hulp bieden
Het pad dat u hebt gekozen, is interessant, zelfs bijna paradoxaal te noemen: de enige manier om in uw evangelisch avontuur vooruit te komen, is andere mensen met hun vooruitgang te helpen.
Anderen helpen is het pad van het discipelschap. Geloof, hoop, naastenliefde, mededogen en dienstbetoon maken van ons betere discipelen.
Door uw hulp aan de armen en de behoeftigen, aan mensen in nood, wordt uw eigen karakter gezuiverd en gevormd, wordt uw geest ontwikkeld, en kunt u het hoofd een beetje hoger houden.
Maar we mogen voor het betonen van deze naastenliefde geen beloning verwachten. We mogen voor dit dienstbetoon geen erkenning, ophemeling of gunst verwachten.
Ware discipelen van Jezus Christus houden van God en dienen zijn kinderen zonder hoop op een wederdienst. We hebben mensen lief die ons teleurstellen, die ons niet mogen. Zelfs mensen die ons bespotten, ons slecht behandelen en proberen ons te kwetsen.
Als u uw hart met de reine liefde van Christus vult, laat u geen ruimte voor wrok, veroordeling of een neiging om anderen te schande te maken. U onderhoudt Gods geboden omdat u Hem liefhebt. Daardoor wordt u stap voor stap meer als Christus in uw gedachten en daden.7 En een groter avontuur is er toch zeker niet?
Vertel uw verhaal
Ten derde proberen we op onze reis steeds beter de naam van Jezus Christus op ons te nemen en ons niet te schamen voor ons lidmaatschap in de Kerk van Jezus Christus.
We steken ons geloof niet onder stoelen of banken.
We maken er geen geheim van.
Integendeel, we praten op een gewone en natuurlijke manier met anderen over onze reis. Dat doen vrienden – ze praten over dingen die belangrijk voor ze zijn. Dingen waar ze om geven, die veel voor ze betekenen.
Dat doe je gewoon. U vertelt hoe het is om lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen te zijn.
Soms maakt u andere mensen met uw verhalen aan het lachen. Soms ontroert u ze ermee. Soms helpt u er andere mensen mee om geduldig, veerkrachtig en moedig elk uur van elke dag een beetje dichter tot God te komen.
Vertel over uw ervaringen als u bij anderen bent, of deel ze op sociale media, in groepen, óveral.
Een van de laatste dingen die Jezus zijn discipelen vertelde, was dat ze in de hele wereld het verhaal van de herrezen Christus moesten vertellen.8 Ook wij nemen in deze tijd die grote opdracht vreugdevol op ons.
Wat hebben we een heerlijke boodschap: dankzij Jezus Christus kan ieder mens veilig naar zijn hemelse thuis terugkeren en daar in heerlijkheid en goedheid wonen!
En er is nog meer goed nieuws te verkondigen.
God is in onze tijd aan de mens verschenen! Wij hebben een hedendaagse profeet.
Ik herinner u eraan dat u wat God betreft het herstelde evangelie en de Kerk van Jezus Christus niet hoeft te ‘verkopen’.
Hij verwacht gewoon van u dat u het niet onder een korenmaat verbergt.
En als anderen niets in de kerk zien, is dat hún beslissing.
Het betekent niet dat u gefaald hebt. U blijft ze vriendelijk behandelen. En wie weet nodigt u ze ooit nóg een keer uit.
Het verschil tussen oppervlakkige sociale contacten en meelevend, moedig discipelschap is: een uitnodiging!
Wij hebben al Gods kinderen lief, en we respecteren ze, ongeacht hun status, godsdienst of de beslissingen die ze hebben genomen.
Wij nodigen u uit om te komen zien! Ondervind zelf hoe lonend en veredelend het is om het pad van het discipelschap te bewandelen.
We nodigen mensen uit om te ‘komen helpen en samen de wereld te verbeteren’.
En wij nodigen u uit om te blijven komen! We zijn allemaal broeders en zusters. We zijn niet volmaakt. We vertrouwen op God en proberen zijn geboden te onderhouden.
Voeg u bij ons, dan maakt u ons betere mensen. En ondertussen wordt u zelf ook een beter mens. Laten we samen dit avontuur beleven.
Wanneer begin ik?
Toen onze vriend Bilbo Balings de hang naar avontuur in hem voelde opwellen, besloot hij voor een goede nachtrust en een stevig ontbijt te zorgen, en de volgende ochtend vroeg op pad te gaan.
Toen hij wakker werd, merkte hij dat zijn huis er rommelig uitzag, en werd hij bijna van zijn nobele plan afgeleid.
Maar toen kwam zijn vriend Gandalf langs en vroeg: ‘Wanneer kom je dan wél?’9 Om zich bij zijn vrienden te voegen, moest Bilbo een besluit nemen.
En dus haastte deze heel gewone en onopvallende hobbit zich de deur uit, het pad van avontuur op. Hij had zoveel haast dat hij zijn hoed, wandelstok en zakdoek vergat. Hij liet zelfs een deel van zijn tweede ontbijt staan.
Misschien schuilt daar voor ons ook wel een belangrijke les in.
Als bij u en mij de hang naar dit grote avontuur is opgeweld, en de drang om anderen te vertellen wat onze liefhebbende hemelse Vader lang geleden voor ons heeft bereid, verzeker ik u dat vandaag de dag is om Gods Zoon, onze Heiland, op zijn pad van dienstbetoon en discipelschap te volgen.
We kunnen ons leven lang op het ideale moment wachten. Maar nú is het moment om ons volledig toe te wijden en God te zoeken, anderen te dienen, en anderen over onze ervaring te vertellen.
Laat uw hoed, wandelstok, zakdoek en rommelige huis achter.10
En diegenen onder ons die dat pad al bewandelen: vat moed, heb mededogen en vertrouwen, en zet door!
Hebt u het pad verlaten? Kom dan alstublieft terug, voeg u weer bij ons, maak ons sterker.
En bent u nog niet begonnen, waarom dan uitstellen? Als u de wonderen van deze grote geestelijke reis wilt ondervinden, stort u dan in uw eigen grote avontuur! Praat met de zendelingen. Praat met uw vrienden die lid van de kerk zijn. Vraag ze naar dit wonderbare werk en wonder.11
Het is tijd om te beginnen!
Kom, voeg u bij ons!
Als u het gevoel hebt dat uw leven meer zin, een edeler doel, betere gezinsbanden, en een nauwere band met God kan hebben: kom dan alstublieft, en voeg u bij ons!
Als u op zoek bent naar een gemeenschap waarvan de leden zich inzetten om de beste versie van zichzelf te worden, mensen in nood te helpen, en deze wereld te verbeteren, voeg u dan bij ons!
Kom kijken wat deze wonderbaarlijke, avontuurlijke reis allemaal inhoudt.
Onderweg zult u zichzelf ontdekken.
U zult zingeving ontdekken.
U zult God ontdekken.
U zult de avontuurlijkste en geweldigste reis van uw leven ontdekken.
Daarvan getuig ik in de naam van onze Heiland, Jezus Christus. Amen.