Hoogtepunten uit de 189e algemene oktoberconferentie

Kerkleiders die tijdens de algemene conferentie spraken, spoorden hun toehoorders herhaaldelijk aan om ‘te worden’ – gelukkiger te worden, heiliger te worden, meer zoals de Heiland te worden, en anderen te helpen dat ook te doen.

Bovendien leek die verandering dankzij hen voor ieder van ons binnen handbereik.

‘De Heer wil dat al zijn kinderen de eeuwige zegeningen ontvangen die in zijn tempel beschikbaar zijn’, zei president Russell M. Nelson. ‘Als iemand het huis des Heren waardig wil binnengaan, moet hij of zij zich daar intensief geestelijk op voorbereiden. Maar met de hulp van de Heer is niets onmogelijk.’

Gelukkiger en heiliger worden

President Nelson spoorde ieder van ons aan om voor de zegeningen van de tempel in aanmerking te komen (zie p. 120).

President Henry B. Eyring legde het verband tussen heiliger worden en gelukkiger worden uit (zie p. 100).

Ouderling D. Todd Christofferson leerde ons hoe we ‘de vreugde van de heiligen’ kunnen vinden (zie p. 15).

Een uitnodiging om lief te hebben en te delen

President Nelson vertelde hoe belangrijk het is om onze naaste lief te hebben, en besprak het verstrekkende humanitaire werk van de kerk (zie p. 96).

Ouderling Dieter F. Uchtdorf legde uit wat een krachtige uitwerking de uitnodiging aan anderen heeft om te ‘komen zien’ (zie p. 86).

Zuster Cristina B. Franco beschreef de vreugde in het verkondigen van het evangelie (zie p. 83).

Jongeren sterken

De profeet introduceerde veranderingen in de jongerenorganisaties waardoor jongeren in quorum- en klaspresidiums aangemoedigd worden om aan de slag te gaan en de leiding te nemen (zie p. 38).

Ouderling Quentin L. Cook legde uit hoe de Aäronische-priesterschapsleiding voortaan werkt (zie p. 40).

Zuster Bonnie H. Cordon lichtte de veranderingen in de jongevrouwenorganisatie toe (zie p. 67).

Tempels bouwen; ons opbouwen

President Nelson kondigde tijdens de vrouwenbijeenkomst acht nieuwe tempels aan (zie p. 120).

Op zondagmiddag leerde hij ons hoe wij in aanmerking komen om de tempel te betreden en introduceerde hij de herziene tempelaanbevelingsvragen (zie p. 120).