De kracht en moed om te vliegen
Door onze goddelijke afkomst hebben wij het potentieel om geestelijk te vliegen.
Kort geleden bouwde een koppel duiven een nest in een boom in mijn tuin. Ik zag ze takjes verzamelen om een nest te bouwen dat hun thuis zou worden.
Een tijdje later zag ik lege eierdoppen in het gras. Er waren twee jonge vogeltjes uitgekomen. Ze groeiden zo snel dat ze al gauw bijna net zo groot waren als hun moeder.
Op een ochtend keek ik toe terwijl een van de jonkies op de rand van het nest stond en enkele pogingen deed om te vliegen. Uiteindelijk zette het duifje af en vloog het naar het dak van ons huis. Binnen enkele dagen was de moedige duif met zijn moeder aan het rondvliegen.
Intussen keek het andere jong vanuit het nest toe. Het dacht waarschijnlijk dat het zich op een dag bij hen zou voegen. Ik had mijn twijfels. Dit duifje leek geen verlangen te hebben om te vliegen.
Maar tot mijn verrassing zag ik het jonge vogeltje enkele dagen later in het gras onder het nest lopen. Blijkbaar had het geprobeerd te vliegen. Een paar dagen lang deed het jonkie veel onhandige pogingen om te vliegen. Uiteindelijk slaagde het daarin. Het vloog terug naar het nest en vervolgens weer de lucht in.
Door onze goddelijke afkomst hebben wij het potentieel om geestelijk te vliegen. Maar wij kunnen de vergissing begaan om onze vooruitgang te meten zoals ik de vooruitgang van het weifelende jonge vogeltje had afgemeten aan de vooruitgang van zijn broertje. Als we onze geestelijke vooruitgang vergelijken met die van anderen die we als geestelijk superieur beschouwen, dan denken we waarschijnlijk dat we niet veel vooruitgang maken.
De tegenstander wil ons wijsmaken dat we geen geestelijke vooruitgang kunnen maken. Hij wil ons laten geloven dat alleen stoffelijke zaken ertoe doen, daarom verleidt hij ons met afleidingen zoals de trends en de ijdele dingen van de wereld.
Al vroeg in onze aardse proeftijd maken we veel bezoekingen, ellende en mislukkingen mee. Maar onze hemelse Vader heeft ons gezegd: ‘Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de Heere, uw God, is met u, overal waar u heen gaat’ (Jozua 1:9). Als we tekortschieten, verwacht de Heer van ons dat we het blijven proberen, dat we ons potentieel voor ogen houden, en dat we, net als het jonge vogeltje, onze blik op de hemel gericht houden.