Digitaal thema-artikel: inclusie
Als je niet weet wat je moet zeggen
Na de zelfmoord van onze zoon zelfmoord werden we door geïnspireerde helpers vertroost.
Zeven jaar geleden pleegde onze zoon Daniël zelfmoord.
We wisten de dag van zijn dood niet waar hij was. We belden al zijn vrienden, ziekenhuizen en de politie, maar niemand had hem gezien. Daniël kampte al vijf jaar met depressie en zelfmoordgedachten. Mijn vrouw en ik voelden dan ook wel aan wat er aan de hand kon zijn. Mijn vrouw, Celi, kreeg uiteindelijk zijn kamergenoten te pakken, die hem in zijn kamer aantroffen.
Er zijn voor mensen die treuren
Naar mijn idee is een kind verliezen het ergste wat een ouder kan overkomen. En niemand kan die pijn wegnemen, maar de mensen om je heen kunnen wel veel doen om je door je verdriet heen te helpen. In die vreselijke periode hadden we geen gebrek aan familie, vrienden en steun. Vanaf de allereerste avond dat we erachter kwamen dat hij er niet meer was, schoten mensen te hulp. Onze buren, Daniëls vrienden en onze kerkleiders kwamen ons opzoeken. ZHV-zusters brachten maaltijden en anonieme schenkingen voorzagen in onze financiële behoeften.
Onze bisschop vertelde later dat veel mensen wel wilden helpen, maar niet wisten hoe. Dus vroegen ze hem: ‘Wat kunnen we doen voor de familie Hunt?’
Het gebeurt niet vaak, maar soms weten mensen die over Daniël horen niet wat ze moeten zeggen of hoe ze met ons moeten omgaan. Het heeft misschien iets weg van iemand niet weten aan te spreken omdat die een andere taal spreekt. We weten niet wat we moeten zeggen of zijn bang om iets verkeerds te zeggen, dus praten we maar helemaal niet. Maar leg alsjeblieft contact. Verlies werkt vereenzamend en vaak isolerend. Het feit dat zovelen om ons heen wel naar ons omkeken, maakte alle verschil.
We maken ons geen zorgen over Daniël
We hebben bijvoorbeeld alle verhalen over onze zoon enorm gewaardeerd. We maken ons geen zorgen over Daniël. We weten wat voor jongen hij was. We weten dat hij ziek was. We weten ook: ‘De Heere ziet het hart aan’ (1 Samuel 16:7). En Daniël had een hart van goud. Dat weten we. Maar mensen hun eigen verhalen over Daniël horen vertellen, was geweldig.
Nate Olsen was een van Daniëls vrienden. Ze waren al sinds de basisschool bevriend. Toen Nate om medische redenen vervroegd van zending terug moest keren, nodigde Daniël hem meteen voor de lunch uit. Nate vertelde ons hoe Daniël klaarstond om te luisteren, lief te hebben en te bemoedigen – in een tijd dat Nate zich verloren en alleen voelde. Volgens Nate was Dan iemand die echt om mensen gaf.
We kunnen anderen toelaten
Het is belangrijk om jezelf te zijn en toe te geven dat je ook maar een mens bent. Soms moeten we zelf actief om hulp vragen – ook al zijn wij degenen die verdriet hebben. We kunnen anderen toelaten en laten zien wie we zijn.
Zeven jaar later is het nog steeds moeilijk. Celi begint soms opeens te huilen en zegt dan: ‘Ik mis mijn lieverd. Ik mis mijn lieverd.’ Maar ze zegt ook dat ze op die momenten troost ontvangt – geestelijke troost. Geestelijke troost is volmaakte communicatie. Geestelijke troost zoeken, is de beste manier om volmaakt te voelen dat je erbij hoort. En die geestelijke troost houdt ook aardse engelen in die zich geïnspireerd voelen om te komen helpen.
Sheri L. Dew, voormalig tweede raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium, vertelde eens over een algemeen autoriteit die haar vroeg waaraan je kunt merken dat iemand een ware volgeling van Jezus Christus is. Ik snapte het antwoord eerst niet helemaal, maar nu onderschrijf ik het volledig: ‘Je kunt merken dat iemand volledig tot Jezus Christus is bekeerd door de manier waarop hij met anderen omgaat.’1 Net als Christus behandelen we anderen dan met respect, liefde en mededogen – wie we ook zijn of wat we ook doormaken.