‘Veilig geleid naar onze bestemming’, Liahona, maart 2024.
Kom dan en volg Mij
Veilig geleid naar onze bestemming
De Heiland zal ons op onze reis voortdurend op opmerkelijke manieren bijstaan.
Toen ik 12 jaar was, verhuisden we van het subtropische Hongkong naar een plek met koude, ons onbekende winters. Al gauw werd ik uitgenodigd voor mijn eerste winterse wandeltocht met de jongemannen in mijn wijk.
Op de dag van onze wandeltocht kleedde ik me zo warm mogelijk aan. Toen we het kronkelige bergpad beklommen, zag ik met blijdschap hoe de sneeuw op de grond viel. Ik was echter niet goed op het terrein en het weer gekleed, en vond het moeilijk om de groep bij te benen. Ik zei dat ze door mochten gaan en dat ik verder zou lopen met de groep waarvan ik dacht dat die achter ons liep.
Ik liep op mijn eigen tempo verder. Mijn schoenen en kleding werden kletsnat en ik kon mijn handen, voeten en gezicht niet meer voelen. Toen begon het zo hard te sneeuwen dat ik het pad niet meer kon zien. Nadat ik een tijdje had rondgedwaald, besefte ik dat ik verdwaald en alleen was, en wist ik niet zeker of iemand wel wist dat ik ontbrak.
Op onze levensreis voelen we ons soms onvoorbereid, verdwaald of achtergelaten. We verliezen misschien ons richtingsgevoel en het zicht op het pad vóór ons. Het lijkt misschien dat hoe harder we vooruit proberen te gaan, hoe verder we van onze bestemming af raken. We kunnen teleurgesteld raken en in de verleiding komen om het op te geven.
De Heiland Jezus Christus heeft de wonderbaarlijke macht om ons op ons pad te leiden, ons te verheffen als we struikelen (zie Psalmen 37:23–24), en ons rust te geven (zie Mattheüs 11:28), genezing (zie Jesaja 53:5; Alma 15:8; Leer en Verbonden 42:48), vertrouwen (zie Leer en Verbonden 121:45) en vrede (zie Mosiah 4:3; Alma 38:8; Leer en Verbonden 19:23). Hij zei: ‘Nader tot Mij en Ik zal tot u naderen; zoek Mij naarstig en u zult Mij vinden’ (Leer en Verbonden 88:63). Het pad is misschien niet altijd duidelijk zichtbaar, maar we kunnen de Heiland volgen in het geloof dat onze reis prachtig en triomfantelijk zal eindigen, omdat Hij ons veilig naar onze bestemming zal leiden.
We kunnen ons altijd op Jezus Christus richten, want Jezus Christus is ‘de Weg, de Waarheid en het Leven’ (Johannes 14:6).
De juiste weg voor onze reis
Bij onze studie van het Boek van Mormon dit jaar zijn we Lehi en zijn familie op hun reis naar het beloofde land gevolgd. Bedenk wat de familie van Lehi onderweg doorstond:
-
spot wegens het geloven in en volgen van profeten;
-
opgeven van bekende gemakken voor de onbekende wildernis;
-
reizen zonder duidelijkheid over afstand, bestemming of duur;
-
honger, verdriet, ziekte en dood;
-
moeilijke taken, soms zonder te weten waarom of hoe ze die moesten volbrengen;
-
tegenslagen, vertragingen, ruzies en teleurstellingen;
-
moeilijke omstandigheden om een jong gezin in groot te brengen.
Onderweg zagen we ook hoe de Heer hen voortdurend hielp. Hij gaf hun:
-
profetisch leiderschap en persoonlijke openbaring;
-
Schriften met beloofde zegeningen en verbonden;
-
genealogische verslagen en familiegeschiedenis;
-
nieuwe gereedschappen en manieren om in hun behoeften te voorzien;
-
een groter vermogen om beproevingen te doorstaan;
-
wijsheid en instructie voor het uitvoeren van onbekende taken;
-
de Liahona (een navigatiehulpmiddel);
-
veiligheid en bescherming voor hun gezin.
Onze reis zal net als die van Lehi’s familie niet zonder moeilijkheden en offers zijn. Maar de Heiland zal ons ook voortdurend op opmerkelijke manieren bijstaan. Nephi heeft gezegd: ‘De juiste weg is om in Christus te geloven […] met geheel uw macht, verstand en kracht, en met geheel uw ziel’ (2 Nephi 25:29). Als we voor geloof in Jezus Christus kiezen, nederig zijn woord ontvangen en de moed hebben om te handelen, zullen we in onze moeilijkheden vreugde en zegeningen vinden. Onderweg kunnen we erop vertrouwen dat we kunnen volbrengen wat Hij van ons verlangt (zie 1 Nephi 3:7).
Hieronder staan enkele manieren waarop de Heiland ons voortdurend helpt.
Hij geeft ons zijn leer
Jezus Christus kent ‘het einde vanaf het begin’ (Abraham 2:8). Hij gaf ook het pad aan en ging ons voor.1 Zijn leer, die in de Schriften de leer van Christus wordt genoemd, is het pad dat we allemaal moeten volgen om gered te worden.
We moeten voortdurend geloof in Jezus Christus oefenen, ons regelmatig bekeren, ons laten dopen, de gave van de Heilige Geest ontvangen, verbonden sluiten en ons best doen om te volharden. In ruil daarvoor krijgen we de belofte van vergeving, hoop en het eeuwige leven. (Zie 2 Nephi 31:2–20.)
In een wereld met uiteenlopende paden en tegenstrijdige wegen geeft de leer van Christus ons een duidelijke richting die we kunnen volgen om de juiste kant op te gaan (zie 2 Nephi 31:21).
Hij geeft ons troost
Door zijn zoenoffer weet de Heiland hoe het voelt om echt alleen en verlaten te zijn. Hij weet ook maar al te goed hoe Hij ons troost kan geven. Hij zei: ‘Laat uw hart niet in beroering raken’ (Johannes 14:1). En: ‘Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe’ (Johannes 14:18).
De Heiland heeft de gave van de Trooster, de Heilige Geest, beloofd aan hen die in Hem geloven. Hij zei: ‘[De Trooster] zal u in alles onderwijzen en u [alles] in herinnering brengen’ (Johannes 14:26).
Hij geeft ons het woord van God
Door de herstelling van het evangelie van Jezus Christus in deze tijd heeft de Heer ons oude en hedendaagse Schriftuur met het woord van God gegeven. Nephi zei dat ‘wie ook naar het woord van God luisterden en zich eraan vasthielden, nimmer verloren [zouden] gaan’ (1 Nephi 15:24).
Ons dagelijks aan het woord van God vergasten, biedt bescherming en leidt ertoe dat we Gods liefde overvloediger ervaren. Zijn woord verlicht ons pad (zie Psalmen 119:105) en zal ons ‘alle dingen zeggen die [wij] beho[ren] te doen’ (2 Nephi 32:3).
Hij leidt ons door middel van zijn dienstknechten – de profeten en apostelen
Jezus Christus heeft profeten en apostelen geroepen om ons te helpen. Hun raad en leringen zijn voor ons en onze tijd. Als u op uw reis verdwaald of gedesoriënteerd bent, kan het nuttig zijn om over de volgende drie vragen na te denken:
-
Hoe heeft de Heer mij door de woorden van profeten en apostelen op mijn beproevingen voorbereid?
-
Hoe nodigen de profeten en apostelen mij uit om me op de komende moeilijkheden voor te bereiden?
-
Wat doe ik nu om naar profetische uitnodigingen te handelen?
Door over deze vragen na te denken, kunnen we inzien hoe belangrijk de leiding van profeten en apostelen is. We kunnen de stem van de Heer beter horen, en zien hoe Hij ons voortdurend helpt. We kunnen ervoor kiezen om naar profeten en apostelen te luisteren en leiding, voorspoed en bescherming te vinden op het pad dat ons naar onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, terugbrengt.
Het geloof om voorwaarts te gaan
Toen ik jaren geleden verdwaald, koud en alleen op die besneeuwde berg stond, werd ik wanhopig. Ik wist niet meer wat ik moest doen, dus ik knielde in de verse sneeuw neer en bad mijn hemelse Vader om hulp. Ik vertelde Hem wat er aan de hand was en hoe bang ik was, en smeekte hem om gevonden en gered te worden.
Toen ik na mijn gebed opstond, viel er overal om me heen sneeuw en was er een prachtige, rustige stilte in de bomen. Die rust werd verstoord toen ik wat gekraak in de bosjes hoorde. Er kwamen twee oudere jongens tevoorschijn. Ze hadden de top al bereikt, en in plaats van het pad terug te volgen, besloten ze van de berg af te glijden. Ze gleden precies op mij af!
Toen ze me vroegen wat ik daar deed, zei ik dat ik verdwaald was. Ze stelden voor dat ik met ze mee zou gaan, en samen gleden we veilig naar het begin van het pad onderaan de berg. Uiteindelijk werden we met de rest van onze groep herenigd.
Mogen wij, als we met geloof, toewijding en volharding op onze persoonlijke reis voorwaarts gaan, inzien dat de Heiland met ons mee wandelt en ons actief helpt. Jezus Christus is de weg, de waarheid en het leven. Moge ons geloof in Hem ons op onze reis gemoedsrust en vreugde schenken.