Liahona
De conferentietoespraken tot leidraad nemen
Maart 2024


Digitaal thema-artikel

De conferentietoespraken tot leidraad nemen

Naar Sarah Jane Weaver, ‘Episode 24: Elder Bednar Shares His Pattern for Studying General Conference Messages’, Church News (podcast), 30 maart 2021, thechurchnews.com.

Ouderling Bednar raadt ons aan om bij het beluisteren, bekijken en lezen van conferentietoespraken op de onderwezen leer, de uitnodigingen en de beloofde zegeningen te letten.

een vrouw kijkt op een tablet naar de algemene conferentie

President Harold B. Lee (1899–1973) heeft er bij de leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen op aangedrongen om de conferentietoespraken ‘in het komende halfjaar tot leidraad in hun dagelijks leven te nemen’. Hij zei: ‘Dit zijn belangrijke zaken die de Heer goed acht om in deze tijd aan zijn volk te openbaren.’1

President Spencer W. Kimball (1895–1985) heeft ook beklemtoond hoe belangrijk het is om de boodschappen van de algemene conferentie te beluisteren en te bestuderen. Hij zei: ‘Geen tekst of boek buiten de standaardwerken van de kerk mag zo’n prominente plek in uw persoonlijke boekenkast hebben.’2

Aan het eind van de algemene oktoberconferentie van 1977 zei president Kimball: ‘Dit was een geweldige conferentie, en terwijl elk van deze geweldige toespraken is gehouden, heb ik met grote aandacht geluisterd en heb ik me voorgenomen om een beter mens dan ooit tevoren te worden. […] Ik spoor u aan om thuis nog goed na te denken over de dingen die onder uw aandacht zijn gebracht.’3

Het feit dat zelfs presidenten van de kerk van de conferentietoespraken leren, heeft als jongeman veel indruk op me gemaakt. Door hun raad op te volgen, heb ik drie dingen ontdekt:

1. Kerkleiders beklemtonen fundamentele leerstellingen en beginselen in hun toespraken.

2. Hun toespraken bevatten bijna altijd uitnodigingen om te handelen naar de leerstellingen of beginselen die zijn behandeld.

3. Kerkleiders vermelden bij de uitnodiging beloofde zegeningen.

Ik teken eerst drie kolommen op een vel papier. Vervolgens probeer ik de leer, de uitnodigingen en de beloofde zegeningen in conferentietoespraken te vinden en kort samen te vatten. Dat is in feite mijn leidraad voor de komende zes maanden.

Het belang van uitnodigingen

Als mensen op gepaste wijze naar de geestelijke gave van geloof in de Heer streven, moeten ze in overeenstemming met zijn leringen handelen. Uitnodigingen zijn zo belangrijk omdat geloof in de Heiland een handelings- en machtsbeginsel is. En als zijn dienstknecht probeer ik mensen aan te moedigen om hun geloof in en toewijding aan Hem te versterken.

In onze kerktaken zeggen we soms: ‘Ik daag u uit om dit of dat te doen.’ Maar dat woordgebruik vind ik niet in de bediening van de Heiland, in de Schriften of in de leringen van kerkleiders terug. Kerkleiders moeten net als de Heiland uitnodigen, aanmoedigen en zegeningen beloven – een christelijker benadering om personen en gezinnen te helpen.

President Dallin H. Oaks heeft als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen in een boodschap aan Aäronisch-priesterschapsdragers een belangrijke uitnodiging gegeven. Hij gaf een voorbeeld van het beginsel dat we anderen niet mogen afleiden. Hij zei: ‘Het beginsel dat ik in overweging geef aan wie bij het avondmaal officiëren – klaarzetten, zegenen of ronddienen – is dat zij geen enkel lid mogen afleiden van zijn of haar aanbidding of hernieuwing van verbonden.’4

Een Aäronisch-priesterschapsdrager vraagt zich misschien af: ‘Wat voor kleding moet ik dragen als ik aan de verordening van het avondmaal deelneem?’ Als een jongeman dit eenvoudige beginsel begrijpt, zal hij met zijn kleding of houding geen ‘statement’ maken. Hij zal eerder proberen onopvallend te zijn, zodat hij de mensen tijdens de verordening van het avondmaal – of enige andere verordening – niet stoort of afleidt.

President Oaks voegde daaraan toe: ‘Ik wil geen gedetailleerde regels voorstellen.’5 Voor mij was dat een uitnodiging voor alle priesterschapsdragers om te bedenken hoe dit beginsel tot een hogere, heiliger uitvoering van priesterschapstaken kan leiden.

President Russell M. Nelson gaf in de algemene aprilconferentie van 2015 een soortgelijke uitnodiging toen hij zei dat ‘de sabbat een verlustiging’ is.6 Hij vroeg: ‘Hoe heiligen we de sabbatdag? In mijn veel jongere jaren bestudeerde ik het werk van anderen die lijsten hadden gemaakt van dingen om wel of niet op de sabbat te doen. Pas veel later leerde ik uit de Schriften dat mijn gedrag en houding op de sabbat een teken was, iets tussen mij en mijn hemelse Vader. [Zie Exodus 31:13; Ezechiël 20:12, 20.] Toen ik dat eenmaal begreep, hoefde ik niet meer bij te houden wat ik wel of niet mocht doen. Als ik moest besluiten of een bezigheid gepast was voor de sabbat, vroeg ik mezelf gewoon af: “Wat voor teken wil ik God geven?” Die vraag maakte mijn keuzen voor de sabbat volkomen duidelijk.’7

In de vraag van president Nelson en het voorbeeld van president Oaks kunnen we uitnodigingen vinden om te handelen. En als we handelen, volgen er altijd prachtige zegeningen.

Handelen en zegeningen ontvangen

Heiligen der laatste dagen kunnen zich op veel verschillende manieren op de algemene conferentie voorbereiden. Ik wil twee voorbeelden noemen.

Ten eerste moeten we ons voorbereiden om te handelen. Als we gedreven bidden, zoeken en kloppen, oefenen we geloof in de Heiland en nodigen we de Heilige Geest uit om onze leerkracht te zijn. Dan zal de Geest gedachten in ons verstand en gevoelens in ons hart brengen, en ons persoonlijk leren wat nodig is.

Ontvangen wat we nodig hebben, is moeilijker als we denken: ik luister gewoon naar de toespraken en hoop dat iets me zal helpen. Het openbaringsproces vereist gedreven betrokkenheid en niet alleen passieve deelname.

Voorbereiding gaat vooraf aan effectief handelen, en een specifieke manier om ons op de algemene conferentie voor te bereiden, is om een of meerdere vragen in gedachten te hebben wanneer we naar de conferentietoespraken luisteren.

Het tweede voorbeeld van voorbereiding is de Heilige Geest uitnodigen om onze metgezel te zijn, wat een van de doelen van het gebed is. Het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest is niet vanzelfsprekend omdat er handen op ons hoofd zijn gelegd en er tegen ons is gezegd: ‘Ontvang de Heilige Geest.’ Wij moeten ons deel doen om die gave te ontvangen.

We nodigen de Heilige Geest uit als we oprecht en met een eerlijke bedoeling bidden. We nodigen de Heilige Geest uit als we ons aan de woorden van Christus in de Schriften vergasten. We nodigen de Heilige Geest uit als we de raad van onze kerkleiders opvolgen. Dergelijke uitingen van geloof in de Heiland nodigen de Heilige Geest uit om onze metgezel te zijn. En ik geloof dat Hij eerder komt als we Hem specifiek uitnodigen.

We moeten ook leren en beseffen dat we niet noodzakelijkerwijs zegeningen ontvangen wanneer we dat willen of zoals we willen. Maar ze worden ons verleend in overeenstemming met de wil en timing van de Heer.

Ongeacht functie of status kan ieder lid van de kerk – zolang hij of zij ernaar streeft waardig te zijn en de Heilige Geest bij zich te hebben – bidden, zoeken en kloppen (zie Mattheüs 7:7; 3 Nephi 14:7) en antwoorden en geestelijke leiding ontvangen.

Door de hemel gepland

Als heiligen der laatste dagen over de verbondenheid en samenhang van de toespraken tijdens de algemene conferentie nadenken, vragen ze zich soms af of er onderwerpen worden toegewezen of thema’s worden gepland. Ze worden gepland, maar door de hemel, niet door de deelnemers aan de conferentie.

Ik heb bijna twintig jaar aan de algemene conferentie deelgenomen, en alleen bij hoge uitzondering heeft een spreker een specifieke opdracht gekregen om een bepaald onderwerp te behandelen. Maar er zijn momenten geweest dat ik op het podium zat, vlak voor ik zou spreken, en dat ik merkte dat er een samenhang ontstond in de toespraken die werden gehouden. Kerkleiders die niet met elkaar over de inhoud van hun toespraak hebben gesproken, dragen allemaal bij aan een wonderbaarlijk samenhangende conferentie. Dus, ja, de algemene conferentie wordt gepland, maar door de hemel, niet door de deelnemers.

In afdeling 52 van de Leer en Verbonden openbaart de Heer dat Hij ons ‘voor alle dingen een model’ zal geven (vers 14). Een van die modellen is de manier waarop de Heiland ons dient. Toen Hij aan de menigte van 2500 mensen bij de tempel in het land Overvloed verscheen, nodigde Hij niet slechts één of twee mensen uit om de wonden in zijn handen, voeten en zijde te komen voelen. Hij gaf die gelegenheid aan alle mensen, ‘één voor één’ (3 Nephi 11:15).

Tijdens de algemene conferentie spreekt de Heer door middel van zijn dienstknechten tot een wereldwijde gemeenschap. Door de macht van de Heilige Geest spreekt Hij tot ieder van ons, ‘één voor één’. Dat geestelijke model kan ons allen ten goede komen als we luisteren, leren en ernaar streven om toegewijde discipelen van de Heiland te worden.

Noten

  1. Harold B. Lee, Conference Report, april 1946, 68.

  2. Spencer W. Kimball, In the World but Not of It, Brigham Young University Speeches of the Year (14 mei 1968), 3.

  3. Spencer W. Kimball, ‘Jesus the Christ’, Ensign, november 1977, 75.

  4. Dallin H. Oaks, ‘The Aaronic Priesthood and the Sacrament’, Ensign, november 1998, 39.

  5. Dallin H. Oaks, ‘The Aaronic Priesthood and the Sacrament’, 39.

  6. Russell M. Nelson, ‘De sabbat is een verlustiging’, Liahona, mei 2015, 129–132.

  7. Russell M. Nelson, ‘De sabbat is een verlustiging’, 130.