Liahona
Stijgend water
Maart 2024


Digitaal thema-artikel

Stijgend water

De auteur woont in Utah (VS).

Het water kwam al tot aan de lippen van mijn zoon, maar er was niemand die me kon helpen om hem eruit te halen.

borrelend water

‘Mama! Het is ijskoud!’

Jakob, een van mijn 7-jarige tweeling, stond tot aan zijn enkels in de rivier.

Mijn drie andere kinderen reageerden ook zo. Terwijl mijn man aan het jagen was, was ik met andere familieleden meegegaan op een hopelijk leuke tocht naar een paar warmwaterbronnen. Tot nu toe deden de ‘warme’ bronnen hun naam geen eer aan.

Er kwam stoom uit een vijver naast de rivier. Ik ging dichterbij en voelde de warmte ervan. Dit moet een warmwaterbron zijn, dacht ik.

‘Kunnen we hierin zwemmen?’ vroeg ik aan mijn tante, van wie de kinderen zich ook in de rivier bevonden.

‘Dat weet ik niet.’

We zochten naar een bord dat aangaf waar de vijver voor diende, maar we konden niets vinden. Een voor een gingen onze bibberende kinderen van de koude rivier naar de vijver. Mijn tante en ik stonden aan de kant te kijken en te praten terwijl zij speelden.

Er verscheen een oudere jongen aan de rand van de vijver. ‘Ik laat het water stromen!’ riep hij. Hij draaide aan een groot wiel, en er stroomde water in de vijver.

De kinderen juichten enthousiast toen er met grote kracht water in de vijver stortte. Ik was dankbaar dat ik erop had aangedrongen dat ze hun reddingsvest aandeden. Ik glimlachte toen het stijgende water hen naar de linkerkant van de vijver voerde.

Jakob zwom bij hen vandaan en vocht tegen de stroom om bij de rechterkant van de vijver te raken. Hij stopte en er kwam een blik van ernstige verrassing op zijn gezicht. ‘Mama, ik zit vast!’

Zonder enige aarzeling sprong ik het water in en greep zijn arm om hem in veiligheid te brengen. Maar er was geen beweging in hem te krijgen. Zat hij ergens aan vast? Ik bleef trekken, maar ik kreeg hem niet los. Het waterpeil bleef stijgen.

‘Jongens, hij zit vast! Help me alsjeblieft!’ Maar ik wist dat ze te ver weg waren.

Er klonk een plons en mijn oom verscheen uit het niets. Hij greep Jakob vast en begon te trekken.

Het water kwam al tot aan Jakobs lippen. Zat zijn reddingsvest ergens aan vast? Met trillende handen greep ik een riempje vast. Tegen de tijd dat ik één gesp los had, zat zijn hoofd onder water. ‘O, help!’ bad ik.

Mijn oom trok uit alle macht. Jakob schoot los, en mijn oom bracht hem naar de kant.

Ik kroop naast Jakob en sloeg mijn armen om hem heen.

‘Daar is de boosdoener’, zei mijn oom, wijzend op een buis van 60 centimeter die we niet hadden opgemerkt. Het water stroomde er met volle kracht doorheen, naar de rivier. Jakobs reddingsvest was waarschijnlijk de enige reden dat hij niet in de buis was gezogen.

Geschrokken riepen mijn oom en ik naar de anderen. ‘Iedereen het water uit!’

Terwijl de kinderen eruit klommen, deed ik Jakobs reddingsvest uit en bekeek hem. Hij had niet al te veel water ingeslikt en had geen schaafwonden of blauwe plekken.

‘Je was heel dapper, jongen. Was je bang?’

‘Nee, ik hield gewoon mijn adem in’, zei hij. Plotseling was ik zo dankbaar dat hij al heel lang in het zwembad had geoefend om zijn adem in te houden.

‘Hoe wist je dat je moest komen?’ vroeg ik mijn oom terwijl hij bij ons op de rotsen kwam zitten.

‘Ik kreeg de ingeving om te komen kijken wat iedereen aan het doen was’, zei mijn oom. ‘Dus ben ik gekomen.’

Toen de anderen zich bij ons voegden, keken we weer naar de oever van de vijver. Dit keer zagen we een omgevallen waarschuwingsbord dat tussen de stenen en het zand bij de vijver lag.

Iedereen was van slag, dus nam ik de kinderen mee terug naar de kampeerwagen. ‘Laten we onze hemelse Vader bedanken dat Hij ons heeft geholpen’, zei ik. Toen de kinderen samen met mij in gebed gingen, besefte ik wat er eigenlijk gebeurd was.

Ik wist dat andere mensen in soortgelijke omstandigheden hele andere, rampzalige gevolgen onder ogen moesten zien. Ik wist niet waarom Jakob was gered, maar ik wist wel dat het een wonder was. Ik trok mijn kinderen tegen me aan en was dankbaar voor de tijd die ik met hen kon doorbrengen en voor ons eeuwig gezin. Ik wist dat onze hemelse Vader en Jezus Christus over ons hadden gewaakt en voor een wonder hadden gezorgd toen wij het waarschuwingsbord niet hadden opgemerkt.