‘Spaar alstublieft mama’s leven’, Liahona, maart 2024.
Onder heiligen der laatste dagen
Spaar alstublieft mama’s leven
Ik was bang toen mijn moeder een openhartoperatie nodig had, maar een toegewijde jeugdwerkleerkracht leerde me bidden.
Toen ik 10 jaar was, had mijn moeder een zware hartaanval. Ze vocht wekenlang voor haar leven in het ziekenhuis.
In die tijd bezocht mijn jeugdwerkleerkracht, zuster Ellen Johnson, mij elke week thuis. Ik was net naar het jeugdwerk gegaan en begreep het evangelie nog niet zo goed. Elke week gaf zuster Johnson haar getuigenis en sprak over gebed. Ze leerde me dat mijn hemelse Vader mijn gebed zou beantwoorden.
Na enkele weken ging de gezondheid van mama nog meer achteruit. Haar hartklep was beschadigd en die moest worden gerepareerd. Haar arts zei dat ze zonder een experimentele hartoperatie zou sterven. Er was echter maar een kans van 50 procent dat ze zou herstellen.
In het begin van de jaren zestig waren openhartoperaties nieuw en riskant. De chirurgen moesten mama van borst tot ruggengraat opensnijden en daarna haar ribbenkast openen om bij haar hart te komen. Veel patiënten overleefden die operatie niet. Ik was overstuur en bang dat mijn moeder zou sterven.
Papa bracht zijn tijd vooral op zijn werk door, of in het ziekenhuis met mama. Mijn oudere zus, Pam, zorgde voor mijn broer en mij. ’s Avonds was ik eenzaam en bang, maar ik dacht na over wat zuster Johnson me over het gebed had geleerd. Ik knielde vaak naast mijn bed neer en huilde en smeekte mijn hemelse Vader om mama’s leven te sparen.
Tijdens zo’n huilgebed voelde ik me eens heel vredig en stopte ik met wenen. Ik voelde dat alles in orde zou komen. Ik voelde me gerustgesteld dat mijn moeder me zou zien opgroeien en dat ik me geen zorgen hoefde te maken. Ik hoorde geen stem en zag geen visioen, maar ik had stille, vredige gevoelens. Ik twijfelde er niet aan. Ik wist dat mijn hemelse Vader mijn gebed had beantwoord.
Mama overleefde de operatie. Het grootste deel van haar leven bleef ze zwak en ziek, maar onze hemelse Vader had mijn gebeden beantwoord en haar leven gespaard. Ze zag me opgroeien, trouwen en kinderen krijgen.
Toen president Russell M. Nelson jaren later apostel werd, vertelde mijn moeder me dat hij de hartchirurg was die haar had gered. Ik schreef hem een brief om hem te bedanken. Hij schreef mij terug om me voor mijn brief te bedanken. Hij zei dat God hem in zijn werk had geholpen.