‘De Heiland van allen, een evangelie voor allen’, Liahona, maart 2024.
De Heiland van allen, een evangelie voor allen
Het evangelie, de verzoening en de opstanding van Jezus Christus zijn al Gods kinderen tot zegen.
Het herstelde evangelie van Jezus Christus is allereerst, vooral en voor eeuwig de bron van blijvend geluk, ware vrede en vreugde voor allen in deze laatste dagen. De zegeningen die uit het evangelie en de oneindige goedheid van Christus voortvloeien, zijn nooit aan slechts een kleine groep voorbehouden geweest, zowel vroeger als nu.
Hoe ontoereikend we ons ook voelen, en ondanks de zonden waardoor we misschien tijdelijk afstand van Hem nemen, verzekert onze Heiland ons dat ‘Hij zijn handen de gehele dag naar [ons] uit[strekt]’ (Jakob 6:4) en ons allen uitnodigt om tot Hem te komen en zijn liefde te voelen.
De zegeningen van het evangelie voor de hele wereld
Het evangelie van Jezus Christus is ‘in deze laatste dagen hersteld om in de basisbehoeften van alle naties, geslachten, talen en volken te voorzien.’1 Het evangelie overstijgt iedere nationaliteit, huidskleur en cultuur, en leert ons dat ‘allen voor God gelijk’ zijn (2 Nephi 26:33).2 Het Boek van Mormon is hiervan een opmerkelijk getuigenis.
Dit geweldige verslag getuigt dat Christus alle natiën gedenkt (zie 2 Nephi 29:7) en dat Hij ‘Zich openbaart aan allen die in Hem geloven, [en] grote krachten, tekenen en wonderen onder de mensenkinderen verricht’ (2 Nephi 26:13). Een van deze grote krachten, tekenen en wonderen is de verspreiding van het evangelie. Daarom sturen we zendelingen over de hele wereld uit om van het goede nieuws te getuigen. We delen het evangelie ook met de mensen om ons heen. Dankzij herstelde priesterschapssleutels voor de levenden en de doden zal de volheid van het evangelie uiteindelijk voor iedere zoon en dochter van onze hemelse Ouders beschikbaar zijn – in het verleden, het heden en de toekomst.
Het hart van dit evangelie – de kernboodschap van iedere profeet en apostel die ooit tot het werk is geroepen – is dat Jezus de Christus is en dat Hij is gekomen om iedereen te zegenen. Als leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen verklaren we dat zijn zoenoffer voor de hele wereld is.
De noodzaak van een oneindige en eeuwige verzoening
Ik reis de wereld rond en spreek met veel verschillende leden van de kerk. Ik voel me geïnspireerd om te horen hoe zij de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus voelen, zelfs als ze een zonde uit hun verre verleden belijden. Wat is het geweldig dat de reinigende troost van zijn verzoening ons allen altijd ter beschikking staat!
Amulek zei: ‘Er [moet] een verzoening worden teweeggebracht, omdat anders het gehele mensdom onvermijdelijk verloren moet gaan.’ We zouden voor eeuwig ‘gevallen en afgedwaald [zijn], ware het niet voor de verzoening’, waarvoor ‘een oneindig en eeuwig offer’ was vereist. Want ‘niets minder dan een oneindige verzoening [kan] voldoende zijn voor de zonden van de wereld’ (Alma 34:9, 10, 12).
De grote profeet Jakob zei ook dat ‘aangezien de dood over alle mensen is gekomen […] er wel een kracht tot opstanding [moet] zijn’ (2 Nephi 9:6).
Zowel zonde als dood moest worden overwonnen. Dat was de zending van de Heiland, die Hij moedig voor al Gods kinderen volbracht.
Het offer van onze Heiland
Op de laatste avond in zijn sterfelijk leven betrad Jezus Christus de hof van Gethsémané. Daar knielde Hij tussen de olijfbomen neer en begon Hij een diepe lijdensweg die u en ik nooit zullen meemaken.
Daar begon Hij de zonden van de wereld op Zich te nemen. Hij voelde alle pijn, hartzeer en verdriet, en Hij doorstond alle smart en lijden van u, mij en iedere ziel die ooit heeft geleefd of zal leven. Dit grote en oneindige lijden ‘[deed Hem,] de grootste van allen, van pijn sidderen en uit iedere porie bloeden’ (Leer en Verbonden 19:18). Hij was de enige die dat kon doen.
Er was geen ander goed genoeg
de losprijs te voldoen,
en Hij alleen kon ons de poort
des hemels opendoen.3
Jezus werd vervolgens naar Golgotha gebracht, en op het meest tragische moment in onze wereldgeschiedenis werd Hij gekruisigd. Niemand kon Hem het leven benemen. Als de eniggeboren Zoon van God had Hij macht over de lichamelijke dood. Hij had tot zijn Vader kunnen bidden, en engelenlegioenen zouden zijn belagers hebben verslagen en zijn macht over alles hebben getoond. Toen Jezus werd verraden, vroeg Hij: ‘Hoe zouden anders de Schriften vervuld worden, die zeggen dat het zo geschieden moet?’ (Mattheüs 26:54.)
Uit volmaakte gehoorzaamheid aan zijn Vader – en volmaakte liefde voor ons – gaf Jezus zijn leven gewillig en volbracht Hij zijn oneindige en eeuwige zoenoffer, dat voor eeuwig terug in de tijd en in de toekomst vooruit reikt.
De overwinning van onze Heiland
Jezus gaf zijn apostelen de opdracht om zijn werk na zijn dood voort te zetten. Hoe moesten ze dat doen? Sommigen van hen waren eenvoudige vissers, en geen van hen was in de synagoge voor de bediening opgeleid. Op dat moment leek de kerk van Christus voor uitsterven voorbestemd. Maar de apostelen vonden de kracht om hun roeping op zich te nemen en de geschiedenis van de wereld vorm te geven.
Hoe kwam er kracht uit die schijnbare zwakheid voort? De anglicaanse kerkleider en wetenschapper Frederic Farrar heeft gezegd: ‘Er is maar één antwoord mogelijk: de opstanding uit de dood. Die grote omwenteling was mogelijk door de macht van de opstanding van Christus.’4 Als getuigen van de herrezen Heer wisten de apostelen dat niets dit werk kon tegenhouden. Hun getuigenis was een bron van ondersteunende kracht toen de kerk in haar begintijd schijnbaar onoverkomelijke hindernissen overwon.
In deze paastijd verklaar ik als een van zijn geordende getuigen dat de Heer Jezus Christus op een prachtige zondagochtend uit de dood is opgestaan om ons te sterken en de banden van de dood voor iedereen te verbreken. Jezus Christus leeft! Dankzij Hem is de dood niet ons einde. De opstanding is het gratis universele geschenk van Christus aan allen.
Kom tot Christus
Het evangelie en de verzoening van Jezus Christus zijn voor iedereen bestemd – ja, iedereen. We ondervinden de volledige zegeningen van het zoenoffer van de Heiland alleen door zijn uitnodiging persoonlijk aan te nemen: ‘Kom naar Mij toe’ (Mattheüs 11:28).
We komen tot Christus wanneer we geloof in Hem oefenen en ons bekeren. We komen tot Hem wanneer we ons in zijn naam laten dopen en de gave van de Heilige Geest ontvangen. We komen tot Hem wanneer we de geboden onderhouden, verordeningen ontvangen, verbonden eren, ervaringen in de tempel waarderen en het leven van een discipel van Jezus Christus leven.
Soms zult u ontmoedigd en teleurgesteld zijn. Misschien breekt uw hart voor uzelf of een dierbare. U bent misschien belast door de zonden van anderen. Door uw fouten – eventueel ernstig van aard – vreest u misschien dat u nooit meer vredig en gelukkig zult zijn. Bedenk op zulke momenten dat de Heiland niet alleen de last van zonde op zich nam, maar ook ‘pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen [doorstond]’ (Alma 7:11) – ook die van u! Door wat Hij voor u heeft doorgemaakt, weet Hij uit persoonlijke ervaring hoe Hij u kan helpen als u zijn levensveranderende uitnodiging aanneemt: ‘Kom naar Mij toe.’
Allen zijn welkom
Jezus Christus heeft duidelijk gemaakt dat alle kinderen van onze hemelse Vader een gelijke aanspraak op de zegeningen van zijn evangelie en verzoening hebben. Hij herinnert ons eraan dat allen ‘gelijkelijk [zijn] begunstigd, en niemand wordt buitengesloten’ (2 Nephi 26:28).
‘Hij nodigt hen allen uit om tot Hem te komen en deel te hebben aan zijn goedheid; en Hij verwerpt niemand die tot Hem komt, zwarte en blanke, geknechte en vrije, man en vrouw’ (2 Nephi 26:33).
‘Hij nodigt hen allen uit’ – dat zijn wij allemaal! We moeten onszelf of anderen geen oppervlakkige etiketten opleggen of op kunstmatige wijze van elkaar onderscheiden. We moeten nooit barrières voor de liefde van de Heiland opwerpen of denken dat Hij ons of anderen niet meer kan bereiken. Ik heb eerder gezegd: ‘Het is voor [niemand] mogelijk om verder in de duisternis weg te kruipen dan het oneindige licht van Christus’ verzoening kan schijnen.’5
In plaats daarvan hebben mijn vrouw en ik, een paar maanden voordat zij overleed, gezegd dat wij ‘liefde behoren te hebben, en wel naastenliefde’ (2 Nephi 26:30).6 Dat is de liefde die de Heiland ons toont, want ‘Hij doet niets, tenzij het voor het welzijn van de wereld is; want Hij heeft de wereld lief, zodat Hij zelfs zijn eigen leven aflegt teneinde alle mensen tot Zich te kunnen trekken’ (2 Nephi 26:24).
Ik getuig dat het evangelie en de verzoening van Jezus Christus voor alle mensen bestemd zijn. Ik bid dat u zijn zegeningen met vreugde zult aannemen.