Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 13: De onschatbare zegeningen van het huis van de Heer


Hoofdstuk 13

De onschatbare zegeningen van het huis van de Heer

‘In de tempel ontvangen we Gods grootste zegeningen met betrekking tot het eeuwige leven. Tempels zijn werkelijk een toegangspoort naar de hemel.’

Uit het leven van Ezra Taft Benson

‘Ik dank de Heer dat ik mijn herinneringen aan de tempel kan terugvoeren tot mijn prille jongensjaren’, zei president Ezra Taft Benson. ‘Ik herinner mij nog goed dat ik als kleine jongen van het land afkwam en naar onze boerderij in Whitney (Idaho) liep. Ik hoorde dan mijn moeder van verre al zingen: “Heb ik heden iets goeds in de wereld gedaan?” (Heilige lofzangen, nr. 193.)

Ik zie haar nog staan, zweetdruppeltjes parelend op haar voorhoofd, gebogen over de strijkplank. Met stukken papier op de grond stond zij witte kleding te strijken. Toen ik haar vroeg wat ze aan het doen was, zei ze: “Dit is tempelkleding, jongen. Je vader en ik gaan naar de tempel. […]”

‘Dan zette ze de oude strijkbout op het fornuis, trok een stoel dicht bij die van mij en vertelde mij over het tempelwerk — hoe belangrijk het is om naar de tempel te gaan en aan de heilige verordeningen deel te nemen die daar verricht worden. Zij bracht dan ook haar vurige hoop onder woorden dat haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen op zekere dag ook die onschatbare zegeningen zouden ontvangen.

Deze zoete herinneringen aan de geest van tempelwerk waren een zegen voor ons boerengezin. […] Daar moest ik onwillekeurig aan terugdenken als ik mijn kinderen en kleinkinderen, mijn moeders kleinkinderen en achterkleinkinderen, onder leiding van de Geest in het huis van de Heer in de echt verbond.

‘Ik koester die herinneringen enorm.’1

Leringen van Ezra Taft Benson

1

Tempels staan symbool voor alles wat ons dierbaar is.

De tempel is de meest hemelse plek op aarde.2

[De] tempel zal een licht zijn voor allen in [het] gebied — een symbool voor alles wat ons dierbaar is.3

De tempel is het permanente bewijs dat God het gezin bestemd heeft om eeuwig te zijn.4

[De tempel is] een permanent, zichtbaar symbool dat God de mens niet in het duister laat tasten. Het is een plek van openbaring. Hoewel we in een gevallen wereld — een goddeloze wereld — leven, zijn er speciale, gewijde heilige plaatsen zodat waardige mannen en vrouwen over de hemelse orde kunnen leren en Gods wil gehoorzamen.5

[De tempel is] een permanente getuige dat de macht van God de machten van het kwaad in ons midden kan weren. Veel ouders, zowel binnen als buiten de kerk, maken zich zorgen over hoe ons te beschermen tegen de opeenstapeling van goddeloosheid die de christelijke beginselen dreigt te verstikken. Ik ben het volkomen eens met een uitspraak van president Harold B. Lee tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij zei: ‘We praten in deze tijd over bescherming, en toch begrijpen we niet dat […] de heilige tempel er staat, waarin we de symbolen aantreffen waarmee we de macht kunnen aanwenden om deze natie voor de ondergang te behoeden.’6

Op een feestje in het Beverly Hills Hilton Hotel in Los Angeles [Californië] had de president van de Verenigde Staten mij gevraagd [als zijn minister van landbouw] om de president van een van de nieuwere republieken te begroeten — de president van 88 miljoen mensen verspreid over zo’n drieduizend eilanden met een totale lengte van ruim vijftienhonderd kilometer, een natie die nog maar een paar jaar bestond. Terwijl we daar zo aan tafel zaten, de maaltijd grotendeels bekostigd door de filmindustrie en met allerlei filmsterren die waren aangeschoven, had ik een prachtig uitzicht door het raam. Ik zag verderop langs de weg op een verhoogde plek het gedimde licht van de schijnwerpers rondom onze glansrijke Los Angelestempel, en ik had het genoegen er mijn gasten en vrienden aan onze tafel en aan andere tafels op te wijzen. Ik dacht toen we daar zo zaten: wat hier vanavond gaande is, doet er eigenlijk niet echt toe. Waar het werkelijk om gaat, wat werkelijk van eeuwige waarde is, is waar de tempel van God voor staat.’7

Daytime shot from across the front lawn of the Los Angeles California Temple.

Los Angelestempel (Californië)

Moge [de tempel] een permanente geheugensteun zijn dat het leven eeuwig is en dat de verbonden die we op aarde sluiten eeuwige waarde kunnen hebben.8

2

We hebben tempelverordeningen en -verbonden nodig om de volheid van het priesterschap in te gaan en bij God terug te keren.

Toen onze hemelse Vader Adam en Eva op aarde plaatste, deed Hij dat om ze te leren hoe ze in zijn tegenwoordigheid konden terugkeren. Onze Vader beloofde hun een Heiland om ze van hun gevallen staat te verlossen. Hij gaf ze het heilsplan en zei dat ze hun kinderen geloof in Jezus Christus en bekering moesten bijbrengen. Verder gebood God Adam en zijn nageslacht zich te laten dopen, de Heilige Geest te ontvangen en de orde van de Zoon van God in te gaan.

De orde van de Zoon van God ingaan is het equivalent van het ontvangen van de volheid van het Melchizedeks priesterschap, die alleen in het huis van de Heer verkregen kan worden.

Omdat Adam en Eva aan deze verplichtingen hadden voldaan, zei God tegen hen: ‘Gij zijt naar de orde van Hem die zonder begin van dagen was of einde van jaren, van alle eeuwigheid tot alle eeuwigheid.’ (Mozes 6:67.)

Drie jaar voor de dood van Adam vond er een grote gebeurtenis plaats. Hij en zijn zoon Set, zijn kleinzoon Enos en andere hogepriesters, die in de directe lijn van hem afstamden, en andere rechtschapen nakomelingen kwamen bijeen in de vallei Adam-ondi-Ahman. Daar gaf Adam aan deze rechtschapen nakomelingen zijn laatste zegen.

Daarna verscheen de Heer aan hen [zie LV 107:53–56]. […]

Hoe bracht Adam zijn nakomelingen in de tegenwoordigheid van de Heer?

Het antwoord: Adam en zijn nakomelingen maakten deel uit van de priesterschapsorde van God. Tegenwoordig zouden we zeggen dat zij naar het huis van de Heer gingen en hun zegeningen ontvingen.

De orde van het priesterschap waarover in de Schriften wordt gesproken, wordt soms de patriarchale orde genoemd, omdat die van vader op zoon werd doorgegeven. Maar deze orde wordt in hedendaagse openbaring wel omschreven als een orde van familiebestuur, waarbij een man en een vrouw een verbond met God sluiten — net als Adam en Eva — om eeuwig aan elkaar verzegeld te worden, nakomelingen te krijgen en op aarde de wil en het werk van God te doen.

Wanneer een echtpaar getrouw aan de verbonden is, heeft het recht op de zegeningen van de hoogste hemel in het celestiale koninkrijk. Alleen door naar het huis van de Heer te gaan kan het deze verbonden sluiten.

Adam ging deze orde aan en bracht zijn nakomelingen in de tegenwoordigheid van God. […]

[…] We kunnen deze orde van het priesterschap alleen ingaan als we alle geboden van God nakomen en net als Abraham naar de zegeningen van de vaderen streven [zie Abraham 1:1–3] door naar het huis van onze Vader te gaan. Er is geen andere plek op aarde waar ze ontvangen worden!

[…] Ga naar de tempel — het huis van onze Vader — om de zegeningen van uw vaderen te ontvangen, opdat u aanspraak kunt maken op de hoogste zegeningen van het priesterschap. ‘Want zonder dit kan niemand het aangezicht zien van God, ja, de Vader, en leven.’ (LV 84:22.)

Het huis van onze Vader is een huis van orde. We gaan naar zijn huis om die orde van het priesterschap in te gaan, die ons, als we getrouw zijn, recht geeft op alles wat de Vader heeft.9

3

Tempelverordeningen en -verbonden bieden ons bescherming en Gods grootste zegeningen met betrekking tot het eeuwige leven.

De zegeningen van het huis van de Heer zijn eeuwig. Zij zijn voor ons van het grootste belang omdat we in de tempel Gods grootste zegeningen met betrekking tot het eeuwige leven ontvangen. Tempels zijn werkelijk een toegangspoort naar de hemel.10

De Heer wenst dat iedere man en vrouw in de kerk de verordeningen van de tempel ontvangt. Dat wil zeggen dat ze hun begiftiging ontvangen en dat alle echtparen voor eeuwig aan elkaar verzegeld worden. Deze verordeningen zullen hun huwelijk tot bescherming en zegen zijn. Hun kinderen zijn ook gezegend omdat ze in het verbond geboren worden. In het verbond geboren kinderen hebben door hun geboorterecht aanspraak op eeuwig ouderschap, wat er ook met de ouders gebeurt, zolang de kinderen de zegeningen waardig blijven.11

Is het niet veelzeggend dat de heiligen tegenwoordig op het gehele aardoppervlak zijn verspreid en dat er, in hun verstrooide toestand, in tempels voor hen wordt voorzien? Door de verordeningen die zij in heilige plaatsen ontvangen, zullen zij in grote mate met gerechtigheid en met de macht Gods gewapend zijn.12

Er gaat macht gepaard met de verordeningen van de hemel — ja, de macht der goddelijkheid — die de machten van het kwaad kan en zal dwarsbomen als we die heilige zegeningen waard zijn. [Onze] gemeenschap zal bescherming genieten, ons gezin zal beschermd worden, onze kinderen zullen veilig zijn als wij het evangelie naleven, naar de tempel gaan en dicht bij de Heer leven. […] God zegene ons als heiligen om zo te leven dat we de gesloten verbonden en verordeningen in die heilige plaats waardig zijn.13

De tempelceremonie is door een wijze Vader in de hemel gegeven zodat wij meer op Christus kunnen lijken.14

We zullen niet in het gezelschap van celestiale wezens kunnen verkeren tenzij we rein en heilig zijn. De wetten en verordeningen die mannen en vrouwen ertoe aanzetten de wereld achter zich te laten en zich te heiligen, worden alleen in deze heilige plaatsen bediend. Ze zijn door openbaring gegeven en worden door openbaring begrepen. Om die reden heeft een van de algemene autoriteiten de tempel ook wel de ‘universiteit van de Heer’ genoemd.15

Geen enkel lid van de kerk kan zonder de verordeningen van de tempel vervolmaakt worden. Wij zijn geroepen om de mensen bij te staan die deze zegeningen nog niet hebben ontvangen.16

4

Wij hebben het voorrecht om de deuren naar eeuwig heil voor onze voorouders te openen.

Tempels worden gebouwd en ingewijd opdat ouders, door het priesterschap, aan hun kinderen en kinderen aan hun ouders verzegeld kunnen worden. Die verzegelverordeningen zijn op zowel de levenden als de doden van toepassing. Als we ons niet aan ons voorgeslacht en ons nageslacht laten verzegelen, gaat wat ons betreft het doel van deze aarde, de verhoging van de mens, volledig aan ons voorbij.17

Het is niet genoeg dat een man en vrouw zich in de tempel voor hun eigen verhoging laten verzegelen — als zij getrouw zijn — zij moeten ook eeuwige schakels met hun voorgeslacht smeden en erop toezien dat het werk voor die voorouders gedaan wordt. De apostel Paulus heeft gezegd ‘dat zij zonder ons niet tot volmaking kunnen komen — net zo min als wij zonder onze doden tot volmaking kunnen komen’ (LV 128:15). Onze leden moeten dan ook goed beseffen dat ieder de plicht heeft eeuwige schakels met hun voorouders — of in Schriftuurlijke termen met hun ‘vaderen’ — te smeden. Dat is de betekenis van afdeling 2, vers 2 in de Leer en Verbonden waarin Moroni verklaart: ‘[Elia] zal in het hart der kinderen de aan de vaderen gedane beloften planten, en het hart der kinderen zal zich tot hun vaderen wenden.’18

Wanneer ik aan genealogie denk, zie ik mensen — mensen die ik liefheb en die wachten tot onze familieleden, hun nakomelingen, hen verhoging in het celestiale koninkrijk helpen verwerven.19

Aan ons is het voorrecht om de deuren naar eeuwig heil te openen voor die zielen die in de geestenwereld in duisternis gevangenzitten, opdat zij het licht van het evangelie mogen ontvangen en op gelijke wijze als wij geoordeeld zullen worden. Ja, ‘de werken, die Ik doe’ — anderen de heilsverordeningen van het evangelie aanbieden — ‘zult gij ook doen’ [zie Johannes 14:12]. Hoeveel duizenden bloedverwanten wachten niet op die verzegelverordeningen?

U doet er goed aan u af te vragen: heb ik persoonlijk aan deze kant van de sluier al het mogelijke gedaan? Ben ik een heiland voor hen — mijn eigen voorouders?

Zonder hen kunnen wij niet tot volmaking komen! Verhoging is een familieaangelegenheid.20

De sluier is uitermate dun. We leven in de eeuwigheid. Alles is als één dag bij God. Voor de Heer is er geen sluier stel ik me zo voor. Alles is één groot geheel. Ik weet zeker dat er vreugde in de hemel is wanneer we [in de tempel] bijeenkomen. Onze voorouders verheugen zich, en ik hoop en bid dat we nu de gelegenheden zullen aangrijpen om regelmatig naar de tempel te gaan.21

Wie van u aan uw stamboom hebben gewerkt, wie het belang van het werk onderkennen en het enthousiasme hebben gevoeld door families en gezinnen aaneen te schakelen en uw edele afkomst en erfgoed te leren kennen, moeten dat enthousiasme op anderen overbrengen. Help hen de vreugde en voldoening te zien die u in het werk ziet. We moeten meer van onze leden tot dit werk aanzetten. Er is veel te doen, zoals u allemaal weet, en er zijn vele, vele leden die het werk kunnen doen en daar vreugde in zouden scheppen als sommigen onder ons — u allemaal — die vonk maar door uw enthousiasme, voorbeeld en toewijding bij hen wilden ontsteken.22

5

Kinderen en jongeren moeten weten welke zegeningen hen in de tempel te wachten staan.

De tempel is een heilige plek en de verordeningen van de tempel zijn heilig. Vanwege die heiligheid aarzelen we soms om iets over de tempel tegen onze kinderen en kleinkinderen te zeggen.

Als gevolg daarvan ontwikkelen velen geen echt verlangen om naar de tempel te gaan, en als ze wél gaan, dan doen ze dat zonder veel voorbereiding op de verplichtingen en verbonden die ze daar aangaan.

Ik ben van mening dat een goed begrip onze jongeren zal helpen om zich op de tempel voor te bereiden. Dit begrip zal in hen het verlangen aanwakkeren om naar de priesterschapszegeningen te streven zoals Abraham dat gedaan heeft [zie Abraham 1:1–4].23

Wanneer uw kinderen vragen waarom we in de tempel trouwen, leert u hun dat de tempel de enige plek op aarde is waar bepaalde verordeningen verricht kunnen worden. U doet er ook goed aan uw kinderen over uw eigen gevoelens te vertellen die u had toen u samen aan het heilige altaar knielde en de verbonden op u nam waardoor zij voor eeuwig aan u verzegeld konden worden.24

Young men and women walking away from the Oquirrh Mountain Utah Temple.

‘God zegene ons dat wij onze kinderen en kleinkinderen leren welke grote zegeningen hen te wachten staan als zij naar de tempel gaan.’

Hoe juist is het dat ouders op de tempel wijzen en tot hun kinderen zeggen: ‘Dat is de plek waar papa en mama een eeuwig huwelijk hebben gesloten.’ Door dat te doen, kan het ideaal van een tempelhuwelijk, wanneer de kinderen nog jong zijn, in hun hart en verstand worden gegrift.25

We behoren in ons gezin met liefde over onze voorouders te spreken en onze dankbaarheid te uiten dat we hun de heilsverordeningen kunnen aanbieden, zoals mijn ouders dat bij mij hebben gedaan. Door dat te doen, zullen de waardering en genegenheid voor elkaar in ons gezin toenemen.26

Ik ben van mening dat de jongeren niet alleen gewillig en in staat zijn om genealogisch onderzoek te doen, maar dat ze die hele taak nieuw leven kunnen inblazen.27

God zegene ons dat wij onze kinderen en kleinkinderen leren welke grote zegeningen hen te wachten staan als zij naar de tempel gaan.28

6

Meer tempelbezoek leidt tot meer persoonlijke openbaring.

Ik maak er een gewoonte van om bij elk huwelijk dat ik in de tempel voltrek het jonge paar aan te sporen zo snel mogelijk naar de tempel terug te keren en wederom als man en vrouw door de tempel te gaan. Zij kunnen de volledige betekenis van de heilige begiftiging of de verzegelingen onmogelijk met één bezoekje aan de tempel begrijpen. Maar als zij vaker naar de tempel komen, worden de schoonheid, de betekenis en het belang van dit alles in hun ziel gegrift. Ik heb later brieven van sommige van die jonge echtparen gekregen waarin zij hun waardering voor die uitgesproken raad verwoordden. Door de tempel herhaaldelijk te bezoeken, neemt hun liefde voor elkaar doorgaans toe en wordt hun huwelijksband sterker.29

Als we naar de tempel blijven gaan, krijgen we steeds meer inzicht in de betekenis van de eeuwige reis van de mens. We gaan prachtige en indrukwekkende zinnebeelden van de belangrijkste gebeurtenissen zien — in het verleden, het heden en de toekomst — die het doel van de mens in relatie tot God aangeven. We worden aan onze plichten herinnerd als we plechtige verbonden sluiten met betrekking tot gehoorzaamheid, toewijding, offerande en dienstbaarheid aan onze hemelse Vader.30

Ik beloof u dat u door vaker naar de tempel te gaan meer persoonlijke openbaring zult ontvangen die u tot zegen zal zijn zoals u de overledenen tot zegen bent.31

In de tempel, vredig als die is, vinden we soms oplossingen voor serieuze problemen. Soms vloeit ons daar, onder invloed van de Geest, zuivere kennis toe. De tempel is een oord van persoonlijke openbaring. Als ik de last van een probleem op mij voelde drukken, ben ik met een gebed in mijn hart naar het huis van de Heer gegaan om het antwoord te vinden. Die antwoorden zijn altijd op duidelijke en onmiskenbare wijze tot mij gekomen.32

Gaan we vaak terug naar de tempel om de persoonlijke zegeningen te ontvangen die voortvloeien uit regelmatig in de tempel dienen? In de heilige tempels van de Heer worden gebeden beantwoord, wordt openbaring ontvangen en vindt onderricht door de Geest plaats.33

Laten we van de tempel, nu we ver van ons eeuwig thuis af zijn, een heilig huis maken.34

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • President Benson zegt dat de tempel symbool staat voor alles wat ons dierbaar is en hij noemt enkele waarheden waar tempels symbool voor staan (zie paragraaf 1). Welke betekenis heeft de tempel voor u?

  • In welke opzichten zijn de leringen van president Benson in paragraaf 2 over de zegeningen van het priesterschap op alle gezinsleden van toepassing? Denk bij het lezen van deze paragraaf na over uw voorrecht en plicht om familieleden te helpen zich op hun terugkeer in Gods tegenwoordigheid voor te bereiden.

  • Denk bij het lezen van paragraaf 3 na over wat president Benson zegt over de zegeningen die we door tempelverordeningen ontvangen. Hoe zijn de tempelverordeningen u tot zegen? Als u de tempelverordeningen nog niet ontvangen hebt, overweeg dan hoe u zich erop voorbereiden kunt.

  • President Benson zegt: ‘Wanneer ik aan genealogie denk, zie ik mensen — mensen die ik liefheb’ (paragraaf 4). Hoe gaat u door deze opmerking anders tegen familiegeschiedenis aankijken? Hoe kunnen we meer van onze voorouders de zegeningen van de tempel laten ontvangen?

  • Wat kunnen we zoal doen om kinderen en jongeren te helpen zich op tempelverordeningen en -verbonden voor te bereiden? Op welke manieren zouden de jongeren op het gebied van familiegeschiedenis ‘die hele taak nieuw leven kunnen inblazen’? (Zie paragraaf 5.)

  • President Benson moedigt ons aan om ‘van de tempel, nu we ver van ons eeuwig thuis af zijn, een heilig huis [te] maken’ (paragraaf 6). Wat betekent die uitspraak voor u? Denk na over de zegeningen die u ten deel gevallen zijn door naar de tempel terug te keren.

Relevante Schriftteksten

Jesaja 2:1–3; LV 97:15–16; 109:8–23; 124:39–41; 138:32–34

Onderwijstip

‘Vaak staat er in een les meer informatie dan u binnen de gegeven tijd kunt behandelen. In dergelijke gevallen moet u beslissen wat het nuttigst voor de leerlingen zal zijn.’ (Onderwijzen — geen grotere roeping [1999], p. 98.)

Noten

  1. ‘What I Hope You Will Teach Your Children about the Temple’, Ensign, augustus 1985, p. 8.

  2. The Teachings of Ezra Taft Benson (1988), p. 260.

  3. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 256.

  4. ‘What I Hope You Will Teach Your Children about the Temple’, p. 6.

  5. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 252.

  6. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 256; het citaat van Harold B. Lee staat in: Conference Report, april 1942, p. 87.

  7. God, Family, Country: Our Three Great Loyalties (1974), p. 85.

  8. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 256.

  9. ‘What I Hope You Will Teach Your Children about the Temple’, pp. 8–10.

  10. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 255.

  11. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 259.

  12. The Teachings of Ezra Taft Benson, pp. 255–256.

  13. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 256.

  14. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 250.

  15. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 252; zie ook ElRay L. Christiansen, Conference Report, april 1968, p. 134.

  16. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 252.

  17. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 248.

  18. The Teachings of Ezra Taft Benson, pp. 248–249.

  19. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 164.

  20. Come unto Christ (1983), p. 126.

  21. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 253.

  22. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 162.

  23. ‘What I Hope You Will Teach Your Children about the Temple’, p. 8.

  24. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 258.

  25. ‘What I Hope You Will Teach Your Children about the Temple’, pp. 6, 8.

  26. Come unto Christ through Temple Ordinances and Covenants (brochure, 1987), p. 2.

  27. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 163.

  28. ‘What I Hope You Will Teach Your Children about the Temple’, p. 10.

  29. God, Family, Country, p. 183.

  30. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 251.

  31. ‘The Book of Mormon and the Doctrine and Covenants’, Ensign, mei 1987, p. 85.

  32. ‘What I Hope You Will Teach Your Children about the Temple’, p. 8.

  33. ‘Come unto Christ, and Be Perfected in Him’, Ensign, mei 1988, p. 85.

  34. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 256.