Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 4: Vreugdevol leven in moeilijke tijden


Hoofdstuk 4

Vreugdevol leven in moeilijke tijden

‘Geluk hier en nu bestaat uit het vrijelijk, liefdevol en vreugdevol Gods wil voor ons te erkennen — en die in alle opzichten en in alle kleine en grote kwesties te doen.’

Uit het leven van Ezra Taft Benson

President Ezra Taft Benson kreeg als nieuwe apostel al vrij snel de opdracht om na de Tweede Wereldoorlog hulp aan de heiligen in Europa te bieden. Bij zijn rondreis door Duitsland ontmoette hij gelovige mensen die boven de alom zichtbare verwoesting wisten uit te stijgen. Hij schreef in zijn dagboek:

‘Vandaag heb ik de ergste vernietiging gezien. […] Toen ik door de straten [van Berlijn] reed en soms moest lopen waar de auto niet langs kon, […] zag ik halfverhongerde vrouwen gretig exorbitante prijzen voor aardappelschillen betalen. […] Ik zag oude mannen en vrouwen met bijltjes gretig boomstronken en -wortels uitgraven om maar wat brandstof te hebben en die op alles wat maar wilde rollen — van twee wieltjes van een voormalige wandelwagen tot karretjes — mijlenver naar huis te trekken.

‘Later trof ik voor een conferentiebijeenkomst op de vierde verdieping van een koude, half verwoeste gehoorzaal aan een gebombardeerde straat 480 koude, hongerige, maar trouwe heiligen der laatste dagen. Het was inspirerend om het licht van geloof te zien. […] Er was geen bitterheid of boosheid, maar wederzijdse liefde en uiting van geloof in het evangelie.’1

‘Geen enkel lid liet een klacht horen over zijn omstandigheden, ook al zagen we met eigen ogen dat sommigen nagenoeg uitgehongerd waren.

‘[…] Onze heiligen […] zijn vervuld van hoop, moed en geloof. Overal kijken ze opgewekt vooruit met uitingen van diep geloof in het evangelie en in hun lidmaatschap in de kerk. Hieruit bleek ons meer dan ooit hoe reëel de vruchten van het evangelie in het leven van mannen en vrouwen zijn.’2

President Benson zag eveneens voorbeelden van hoop en optimisme dichter bij huis, waar veel collega-boeren ondanks zware moeilijkheden goedsmoeds bleven. Hij zei:

‘Ik herinner me een bijeenkomst in de buurt van Bancroft (Idaho, VS). […] We hadden een fijne bijeenkomst gehad, waarna ik enkele geweldige boeren begroette die daar waren. Een van hen was broeder Yost, en ik zei: “Broeder Yost, hoe staan de zaken ervoor op de boerderij?” Broeder Yost zei: “O, ’t gaat prima, broeder Benson, ik sta er alleen twintigduizend dollar slechter voor dan drie dagen geleden.” Ik zei: “Wat is er dan — opnieuw vorst?” Hij zei: “Ja, het graan was bijna rijp, dus je weet wel wat dat betekent.” Hij zei: “Morgen gaan we de boel afmaaien, maar alles is OK. We hebben nog wat graan binnen en we hebben in elk geval een deel van onze jaarvoorraad achter de hand. We zullen niet omkomen van de honger en er komt wel weer een oogst.” Toen we hem gedag hadden gezegd, zei ik tegen mijn vrouw: “Wat een geweldig mens.”

‘We reden door naar Logan [een stad in Utah, ongeveer 130 kilometer onder Bancroft]. We hadden onze kinderen bij ons en stopten in de hoofdstraat om in een winkel wat koekjes voor de kleintjes te halen. En wie kwam ik daar op de stoep tegen: broeder Yost! Ik zei: “Wat brengt u dan helemaal hier?” Hij zei: “Broeder Benson, het is onze dag om naar de tempel te gaan.” En ik zei: “Wel, u laat zich door tegenslagen niet uit het veld slaan, of wel?” Toen leerde hij me een lesje. Hij zei: “Broeder Benson, als tegenslagen zich aandienen, hebben we de tempel juist des te meer nodig.”’3

President Bensons eigen reacties op tegenslagen beurden mensen die hem kenden op, net zoals het voorbeeld van andere heiligen hem versterkte. Ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen beschreef president Benson als ‘iemand die gebeurtenissen goed in het oog houdt en een zeker optimisme en opgewektheid aan de dag legt waaraan wij een voorbeeld kunnen nemen. Dat optimisme’, aldus ouderling Maxwell, ‘krijgt iemand niet door gebeurtenissen te negeren, maar door ze op te merken en er voor te kiezen daaraan voorbij te zien naar beloften die te maken hebben met hoe het koninkrijk uiteindelijk zal zegevieren.’4

President Ezra Taft Benson standing next to Thomas S. Monson at the podium at his 90th Birthday Fireside, 1989.

President Ezra Taft Benson gaf blijk van een vreugdevol leven.

Leringen van Ezra Taft Benson

1

Met geloof in onze hemelse Vader kunnen wij hoop voor de toekomst hebben, optimisme in onze huidige taken en innerlijke vrede.

We zullen allemaal teleurstellingen en ontmoediging kennen — die horen bij het leven. Maar als we geloof hebben, zullen onze tegenslagen slechts een moment duren en onze ogenschijnlijke mislukkingen in succes omslaan. Onze hemelse Vader kan door ieder van ons wonderen verrichten als we ons geloof en vertrouwen maar in Hem stellen.5

Het is een grote zegen om in tijden van strijd en moeilijkheden, in tijden van verdriet en tegenspoed innerlijke vrede te hebben, zekerheid te hebben, en sereen en kalm van geest te zijn. Het geeft de ziel voldoening om te weten dat God aan het roer staat, dat Hij aan zijn kinderen denkt en dat wij met een gerust hart ons vertrouwen in Hem kunnen stellen.6

Gebed — volhardend gebed — kan ons in contact brengen met God, onze grootste bron van troost en raad. ‘Bid altijd, opdat u de overwinnaar zult worden.’ (LV 10:5.) ‘Al mijn krachten aanwendend om God aan te roepen om mij te bevrijden’ zijn de woorden waarmee de jonge Joseph Smith de methode beschrijft om te voorkomen dat de tegenstander hem in het heilige bos zou vernietigen. (GJS 1:16.)7

Zonder geloof in onze hemelse Vader kunnen we geen succes hebben. Geloof geeft ons zicht op wat er kan gebeuren, hoop op de toekomst en optimisme in onze huidige taken. Waar geloof is, twijfelen we niet aan het uiteindelijke succes van het werk.8

Van alle mensen zouden wij als heiligen der laatste dagen het meest optimistisch en het minst pessimistisch moeten zijn. Want hoewel we weten dat ‘vrede van de aarde zal worden weggenomen en de duivel macht zal hebben over zijn eigen rijk’, hebben we ook de verzekering: ‘De Heer zal macht hebben over zijn heiligen en zal in hun midden regeren.’ (LV 1:35–36.)

Met de zekerheid dat de kerk intact zal blijven doordat God haar door de komende moeilijke tijden heen zal loodsen, wordt het onze individuele taak om erop toe te zien dat ieder van ons de kerk en de leringen ervan trouw blijft. ‘Wie standvastig blijft en niet overwonnen wordt, die zal behouden worden.’ (GJS 1:11.)9

2

Geluk moet elke dag weer verdiend worden, maar het is de moeite waard.

We hebben geen reden tot echte zorg. Leef het evangelie na, onderhoud de geboden. Bid iedere ochtend en avond bij u thuis. Houd u aan de normen van de kerk. Probeer kalm en opgewekt te leven. […] Geluk moet elke dag weer verdiend worden. Maar het is de moeite waard.10

Toen George A. Smith erg ziek was, kwam zijn neef, de profeet Joseph Smith, op bezoek. De zieke meldde: ‘Hij [de profeet] zei dat ik nooit ontmoedigd mocht raken, in wat voor moeilijkheden ik mij ook bevond. Als ik neergelaten zou worden in de diepste put van Nova Scotia en alle bergen van de Rocky Mountains op mij zouden worden gestapeld, zou ik nog niet ontmoedigd moeten zijn, maar vol moeten houden, geloof moeten hebben en goede moed blijven houden. Dan zou ik er weer bovenuit komen.’ […]

Er zijn tijden wanneer u gewoonweg in rechtschapenheid volharden moet en net zo lang moet volhouden tot de deprimerende geest van de duivel u verlaat. Zoals de Heer aan de profeet Joseph Smith liet weten: ‘Uw tegenspoed en uw ellende zullen slechts van korte duur zijn;

‘en dan, indien gij het goed doorstaat, zal God u ten hemel verhogen.’ (LV 121:7–8.)

Doorgaan met goede dingen, ook al bent u omhuld door een wolk van duistere gevoelens, zal u er uiteindelijk bovenuit doen stijgen en in het zonlicht brengen. Zelfs onze Meester Jezus de Christus bleef bij die ultieme beproeving, toen Hij door onze Vader tijdens de kruisiging tijdelijk alleen werd gelaten, zijn werk ten behoeve van de mensenkinderen verrichten, en Hij werd spoedig daarna verheerlijkt en ontving een volheid van vreugde. Terwijl u uw beproeving ondergaat, kunt u zich uw eerdere overwinningen in herinnering roepen en de zegeningen tellen die u wel hebt, met een zekere hoop op grotere zegeningen als u trouw blijft. En u kunt die zekere kennis hebben dat God op zijn tijd alle tranen zal wissen en dat ‘geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en […] in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben’. (1 Korintiërs 2:9.)11

Wees opgewekt in alles wat u doet. Leef met vreugde. Leef gelukkig. Leef enthousiast, in de wetenschap dat God niet in somberheid en melancholie, maar in licht en liefde vertoeft.12

A family sitting together in the Brigham Young Historic Park.  They are sitting on white chairs set up for a concert in the park.

‘Een gelukkig leven is toenemen in geestelijke kracht tot volmaaktheid.’

3

Onze hemelse Vader wil dat wij gelukkig zijn, en Hij zal ons zegenen als we zijn wil voor ons volgen.

‘De mensen zijn, opdat zij vreugde zullen hebben’ (2 Nephi 2:25). Onze hemelse Vader wil dat we gelukkig zijn. Hij verwacht dat wij gelukkig zijn. We vinden geen geluk door onze normen te verlagen. We vinden geen geluk wanneer we niet leven volgens onze overtuigingen, volgens hetgeen wij weten dat goed is. Het is zo gemakkelijk om er een gewoonte van te maken bepaalde zaken niet zo nauw te nemen. Het is zo gemakkelijk om er een gewoonte van te maken fouten te zoeken, kritiek te spuien of in ons hart vraagtekens te zetten bij bepaalde zaken in de kerk. Het is zo gemakkelijk om ietwat bitter te raken en daarin te blijven hangen, om triest te worden en met een treurig gezicht rond te lopen. Met een treurig gezicht zal niemand de oorlog winnen of iemands hart veroveren.13

Beseffen we dat geluk hier en nu betekent vrijelijk, liefdevol en vreugdevol Gods wil voor ons te erkennen — en die in alle opzichten en in alle kleine en grote kwesties te doen? Een volmaakt leven is een gelukkig leven. Een gelukkig leven is toenemen in geestelijke kracht tot volmaaktheid. Iedere daad verricht in overeenstemming met Gods wil draagt bij tot die groei. Laten we ons leven niet in vakjes opdelen. Laten we ons leven onverdeeld als één geheel zien en de schijnbare eer en glorie die niet met Gods goedkeuring gepaard gaan, versmaden. Laten we bedenken dat de werkelijke bron van onze kracht en ons geluk buiten het bereik van mensen en omstandigheden ligt.14

We moeten steeds opnieuw leren dat we alleen door het evangelie van liefde te aanvaarden en na te leven zoals de Meester het heeft uitgedragen en alleen door zijn wil te doen de ketenen van onwetendheid en twijfel die ons binden, kunnen verbreken. We moeten die eenvoudige, heerlijke waarheid leren zodat we de zoete vreugde van de Geest nu en eeuwig kunnen ervaren. We moeten onszelf verliezen door zijn wil te doen. We moeten Hem in ons leven op de eerste plaats stellen. Ja, onze zegeningen nemen toe als we zijn liefde met onze medemens delen.15

‘Broeders,’ zei Paulus, maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen voor mij ligt,

‘jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus.’ (Filippenzen 3:13–14.)

Laat uw gedachten vervuld zijn van het doel om op de Heer te lijken, en u houdt dan geen plaats meer over voor deprimerende gedachten als u Hem ijverig wilt leren kennen en zijn wil doet. ‘Laat die gezindheid bij u zijn’, zei Paulus. (Filippenzen 2:5.) ‘Vertrouw op Mij bij iedere gedachte’, zei Jezus. (LV 6:36.) En wat volgt er dan als we dat doen? ‘Standvastige zin bewaart Gij in volkomen vrede.’ (Jesaja 26:3.)16

We staan er nooit alleen voor als we leven zoals het hoort, omdat onze Vader altijd bij ons zal zijn om ons te zegenen. Hij wil dat wij succes hebben. Hij wil dat wij gelukkig zijn. Hij wil dat wij de goede doelen verwezenlijken die we stellen. Hij doet zijn deel als wij ons deel doen.17

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • Waarom denkt u dat geloof in God ons ‘hoop op de toekomst en optimisme in onze huidige taken’ geeft? Welke woorden van raad uit paragraaf 1 kunt u doorgeven aan iemand die naar innerlijke vrede smacht? Waarom zou u die woorden uitkiezen?

  • Overweeg onder het lezen van paragraaf 2 wanneer u in een periode van tegenspoed ‘in rechtschapenheid volharden’ moest. Wat hebt u door die ervaring geleerd? Op welke manieren helpt de Heer ons als we bereid zijn beproevingen trouw te ondergaan?

  • Door welke ervaringen bent u te weten gekomen dat onze hemelse Vader uw geluk en succes voor ogen heeft? Waarom denkt u dat ‘geluk hier en nu bestaat uit […] Gods wil voor ons te erkennen’? (Zie paragraaf 3.)

Relevante Schriftteksten

Matteüs 11:28–30; Johannes 14:27; 16:33; Galaten 5:22; Mosiah 2:41; Moroni 9:25–26; LV 101:11–16

Studietip

‘Probeer een algemeen beeld te krijgen door het boek, hoofdstuk of de passage vluchtig door te lezen, of door de resumés van de hoofdstukken door te nemen. Probeer de context en de achtergrond te begrijpen.’ (Predik mijn evangelie [2004], p. 23.) Lees een hoofdstuk of passage desgewenst meerdere keren ter versterking van uw begrip. Als u dat doet, doet u wellicht diepere inzichten op.

Noten

  1. A Labor of Love: The 1946 European Mission of Ezra Taft Benson (1989), pp. 64, 65.

  2. A Labor of Love, p. 65.

  3. ‘Receive All Things with Thankfulness’, New Era, november 1976, pp. 7–8.

  4. Neal A. Maxwell, Wherefore, Ye Must Press Forward (1977), p. 69.

  5. The Teachings of Ezra Taft Benson (1988), p. 68.

  6. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 68.

  7. ‘Do Not Despair’, Ensign, oktober 1986, p. 2.

  8. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 67.

  9. ‘Do Not Despair’, p. 2.

  10. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 342.

  11. ‘Do Not Despair’, pp. 4–5; het citaat van Joseph Smith is te vinden in Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), p. 253.

  12. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 339.

  13. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 361.

  14. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 339.

  15. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 360.

  16. ‘Do Not Despair’, p. 5.

  17. The Teachings of Ezra Taft Benson, p. 385.