Joseph Smith
In de lente van 1820 was de veertienjarige Joseph Smith op zoek naar de ware kerk van Jezus Christus toen hij een tekst in de Bijbel las: āIndien echter iemand van u in wijsheid tekortschiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.ā (Jakobus 1:5; zie ook Geschiedenis van Joseph Smith 1:11ā12.) In eenvoudig, vast geloof volgde de jonge Joseph het advies in die tekst op. Hij begaf zich naar een bos, waar hij in gebed ging en vroeg bij welke kerk hij zich moest aansluiten. In antwoord op zijn gebed verschenen God de Vader en Jezus Christus aan hem. Zij zeiden hem onder meer om zich bij geen van de toen bestaande kerken aan te sluiten. (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:13ā20.)
Toen Joseph Smith zijn geschiktheid had bewezen, kreeg hij een goddelijke roeping als profeet van God. De Heer bracht door toedoen van Joseph Smith een groot en wonderlijk werk voort, dat onder meer bestond uit de publicatie van het Boek van Mormon, de herstelling van het priesterschap, de openbaring van waardevolle evangeliewaarheden, de stichting van de ware kerk van Jezus Christus, en de instelling van het tempelwerk. Op 27 juni 1844 werden Joseph en zijn broer Hyrum gedood door een gewapende bende. Zij bezegelden hun getuigenis met hun bloed.
Uw getuigenis van het herstelde evangelie is alleen dan volledig als dat een getuigenis omvat van de goddelijke zending van Joseph Smith. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen staat of valt met het al of niet waar zijn van het eerste visioen en de andere openbaringen die de Heer de profeet Joseph heeft gegeven. President John Taylor, de derde president van de kerk, heeft geschreven: āJoseph Smith, de profeet en ziener des Heren, heeft, Jezus alleen uitgezonderd, meer gedaan voor het heil van de mensen in deze wereld dan enig ander mens die hier ooit heeft geleefdā (LV 135:3).