Overige hulpbronnen
Priesterschap


Priesterschap

Het priesterschap is de oneindige macht en het gezag van God. Door het priesterschap bestuurt God de hemelen en de aarde die Hij heeft geschapen. Door die macht verlost en verhoogt Hij zijn kinderen, en brengt zo ā€˜de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mensā€™ (Mozes 1:39) tot stand.

Priesterschapsgezag aan de mens gegeven

God verleent het priesterschapsgezag aan de mannelijke leden van de kerk die zich aan de kerkelijke normen houden, zodat zij in zijn naam het heil van zijn kinderen teweeg kunnen brengen. De priesterschapsdragers krijgen het gezag om het evangelie te prediken, de heilsverordeningen te verrichten en Gods koninkrijk op aarde te besturen.

De mannelijke leden van de kerk kunnen vanaf hun twaalfde dienen in het priesterschap. Ze krijgen eerst het AƤronisch priesterschap. Later in hun leven wordt hun het Melchizedeks priesterschap verleend. Naargelang van hun leeftijd en hun voorbereiding op de priesterschapstaken, bekleden zij een van de ambten in het priesterschap, zoals diaken, leraar of priester in het AƤronisch priesterschap, en ouderling of hogepriester in het Melchizedeks priesterschap. (Zie pp. 4ā€“5 en 109ā€“110 voor meer informatie over het AƤronisch en Melchizedeks priesterschap.)

Een man in de kerk ontvangt het AƤronisch of Melchizedeks priesterschap wanneer een bevoegd priesterschapsdrager dat aan hem verleent en hem ordent tot een ambt in het priesterschap. (Zie Hebreeƫn 5:4; LV 42:11; Geloofsartikelen 1:5.)

Hoewel het gezag van het priesterschap alleen verleend wordt aan de mannelijke leden van de kerk die zich aan de kerkelijke normen houden, zijn de zegeningen van het priesterschap bestemd voor alle leden ā€” mannen, vrouwen en kinderen. We hebben allemaal profijt van rechtvaardige priesterschapsleiding, en we hebben allemaal de kans om de heilsverordeningen van het priesterschap te ontvangen.

Priesterschap en gezin

De belangrijkste uitoefening van het priesterschap vindt thuis plaats. Elke echtgenoot en vader in de kerk dient zo te leven dat hij het Melchizedeks priesterschap mag dragen. Met zijn vrouw als gelijke partner presideert hij in rechtvaardigheid en liefde. Hij is de geestelijke leider van het gezin. Hij gaat zijn gezin geregeld voor in gebed, schriftstudie en gezinsavond. Samen met zijn vrouw geeft hij onderricht aan de kinderen en bereidt hen voor op de heilsverordeningen. (Zie LV 68:25ā€“28.) Hij geeft priesterschapszegens voor goddelijke leiding, genezing en troost.

Veel leden ontberen thuis een goede Melchizedeks-priesterschapsdrager. Alle leden van de kerk kunnen echter de zegeningen van de priesterlijke macht in hun leven hebben door de diensten van huisonderwijzers en priesterschapsleiders.

Priesterschapsquorums

Een priesterschapsquorum is een georganiseerde groep broeders die hetzelfde priesterschapsambt dragen. Het hoofddoel van quorums is anderen te dienen, eenheid en broederschap te kweken en elkaar in de leer, beginselen en taken te instrueren.

Op alle niveaus in de kerkelijke organisatie bestaan quorums. De president van de kerk en zijn raadgevers vormen het quorum van het Eerste Presidium. De twaalf apostelen vormen ook een quorum. De zeventigers, zowel de algemene als de gebiedsautoriteiten, hebben zitting in een quorum. Iedere ringpresident presideert een quorum van hogepriesters, dat bestaat uit alle hogepriesters in de ring. Elke wijk of gemeente heeft doorgaans quorums met ouderlingen, priesters, leraren, en diakenen. De hogepriesters zijn in een wijk ondergebracht in een hogepriestersgroep.

Huisonderwijs

Vanaf het ambt van leraar is een priesterschapsdrager in de gelegenheid om dienst te doen als huisonderwijzer, wat een heilige plicht is. Op die manier geven zij inhoud aan hun plicht ā€˜om altijd over de kerk te waken, en bij hen te zijn en hen te versterkenā€™ (LV 20:53).

Huisonderwijzers hebben de heilige plicht om in de kerk het eerste hulppunt voor het individu en het gezin te zijn. Ze brengen minimaal een keer per maand een bezoek aan de leden die hun zijn toegewezen. De huisonderwijzers bieden tijdens dit bezoek ouders steun bij hun taken, onderwijzen ieder gezinslid in het evangelie, verstevigen de vriendschap, helpen leden bij de voorbereiding op de tempelverordeningen en bieden steun bij de naleving van het evangelie.

De leiders in de wijk of gemeente zien erop toe dat iedere alleenstaande of ieder gezin huisonderwijzers krijgt toegewezen. Zij gaan bij de huisonderwijzers na hoe er het beste hulp kan worden geboden aan leden met geestelijke en stoffelijke noden.

Priesterschapssleutels

De uitoefening van het priesterschapsgezag in de kerk wordt geregeld door hen die in het bezit zijn van de priesterschapssleutels. (Zie LV 65:2; 124:123.) Wie priesterschapssleutels bezit, heeft het recht om de kerk in een bepaalde jurisdictie te presideren en te leiden. Een bisschop bezit bijvoorbeeld de sleutels die hem in staat stellen zijn wijk te presideren. Als dus een kind in zijn wijk klaar is om zich te laten dopen, moet de persoon die het kind doopt, eerst toestemming hebben van de bisschop.

Jezus Christus bezit alle sleutels van het priesterschap. Hij heeft zijn apostelen de sleutels verleend die nodig zijn om zijn kerk te besturen. Alleen de senior apostel, de president van de kerk, kan de sleutels van het priesterschap gebruiken (of daartoe iemand anders machtigen) voor het bestuur van de hele kerk. (Zie LV 43:1ā€“4; 81:2; 132:7.)

De president van de kerk delegeert priesterschapssleutels aan andere priesterschapsleiders, zodat zij in de hun toegewezen taak kunnen presideren. Zo worden er priesterschapssleutels verleend aan een president van een tempel, een zendingsgebied, een ring en een district; bisschoppen, gemeentepresidenten en quorumpresidenten. Iemand die in een van deze functies werkzaam is, bezit de sleutels slechts tot hij wordt ontheven. Raadgevers krijgen geen sleutels, maar ze ontvangen wel gedelegeerd gezag, afhankelijk van hun roeping en taak.

Het priesterschap rechtschapen uitoefenen

Als u het priesterschap draagt, dient u te bedenken dat het te allen tijde en onder alle omstandigheden deel van u is. Het is geen mantel die u naar believen kunt aan- of uitdoen. Een ordening tot een priesterschapsambt is een roeping voor het leven, met de belofte dat de Heer u, naar uw getrouwheid, bekwaam maakt om zijn werk te doen.

U moet een waardig lid van de kerk zijn om macht in het priesterschap te krijgen en uit te oefenen. Als uw taalgebruik en uw alledaagse gedrag te wensen over laat, zult u niet goed kunnen dienen. Uw gedrag in het openbaar moet onberispelijk zijn. Uw privĆ©gedrag is zelfs nog belangrijker. Bij monde van de profeet Joseph Smith heeft de Heer verklaard dat ā€˜de rechten van het priesterschap onafscheidelijk verbonden zijn met de machten des hemels, en dat de machten des hemels niet beheerst noch aangewend kunnen worden, dan alleen volgens de beginselen der gerechtigheidā€™ (LV 121:36). Hij waarschuwde priesterschapsdragers:

ā€˜Wanneer wij trachten onze zonden te bedekken, of onze hoogmoed, onze ijdele eerzucht te bevredigen, of in enige mate van onrechtvaardigheid zeggenschap of heerschappij of dwang op de ziel der mensenkinderen uit te oefenen, zie, dan trekken de hemelen zich terug; de Geest des Heren is gegriefd; en wanneer die zich heeft teruggetrokken, vaarwel dan het priesterschap of het gezag van die man. Zie, eer hij het beseft, is hij aan zichzelf overgelatenā€™ (LV 121:37ā€“38).

U kunt geen enkele macht of invloed in het priesterschap handhaven dan alleen ā€˜door overreding, door lankmoedigheid, door mildheid en zachtmoedigheid, en door ongeveinsde liefde; door vriendelijkheid en zuivere kennis, hetgeen de ziel zonder huichelarij en zonder bedrog in grote mate zal verruimen.ā€™ Als u ā€˜daartoe gedreven door de Heilige Geestā€™ iemand terechtwijst, dient u daarna ā€˜een toename van liefde [te tonen] jegens hem die gij hebt berispt, opdat hij u niet als zijn vijand zal beschouwen; opdat hij zal weten dat uw getrouwheid sterker is dan de banden des doodsā€™ (LV 121:41ā€“44).

Oefen het priesterschap in rechtschapenheid en liefde uit. Dan zult u een instrument in de handen van de Heer zijn, wat u veel blijdschap zal schenken. Hij heeft gezegd:

ā€˜Laat daarbij uw binnenste vol naastenliefde zijn jegens alle mensen en jegens uw geloofsgenoten, en laat deugd onophoudelijk uw gedachten sieren; dan zal uw vertrouwen in de tegenwoordigheid van God sterk worden; en de leer van het priesterschap zal zich op uw ziel vormen als dauw uit de hemel.

ā€˜De Heilige Geest zal uw constante metgezel zijn en uw scepter een onveranderlijke scepter van gerechtigheid en waarheid; en uw heerschappij zal een eeuwigdurende heerschappij zijn, en zonder dwang zal die u toevloeien, voor eeuwig en altijd.ā€™ (LV 121:45ā€“46.)