Tien geboden
De tien geboden zijn eeuwige evangeliebeginselen die noodzakelijk zijn voor onze verhoging. De Heer heeft ze lang geleden aan Mozes geopenbaard (zie Exodus 20:1ā17), en Hij heeft ze herhaald in hedendaagse openbaringen. (Zie LV 42:18ā29; 59:5ā13; 63:61ā62.) De tien geboden zijn een vitaal onderdeel van het evangelie. Gehoorzaamheid aan deze geboden maakt de weg vrij voor gehoorzaamheid aan andere evangeliebeginselen.
In het onderstaande overzicht van de tien geboden wordt aangegeven hoe ze ook in deze tijd van kracht zijn:
-
āGij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebbenā (Exodus 20:3). We behoren āalle dingen [te doen] met het oog alleen gericht op de eer van Godā (LV 82:19). We dienen de Heer met ons gehele hart, macht, verstand en sterkte lief te hebben en te dienen. (Zie Deuteronomium 6:5; LV 59:5.)
-
āGij zult u geen gesneden beeld makenā (Exodus 20:4). In dit gebod verwerpt de Heer de aanbidding van afgoden. Afgoderij kan vele vormen aannemen. Sommige mensen buigen zich niet neer voor gesneden beelden, maar in plaats daarvan vervangen zij de levende God met andere afgoden, zoals geld, bezittingen, ideeĆ«n of prestige. Voor hen āis hun schat hun godā ā een god die āmet hen [zal] vergaanā (2Ā Nephi 9:30).
-
āGij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruikenā (Exodus 20:7). Een uitleg van dit gebod leest u onder āVloekenā, pp. 185-186.
-
āGedenk de sabbatdag, dat gij die heiligtā (Exodus 20:8). Een uitleg van dit gebod leest u onder āSabbatā, pp. 142ā143.
-
āEer uw vader en uw moederā (Exodus 20:12). Dit is een gebod dat van kracht blijft, zelfs als we volwassen zijn. We behoren bedacht te zijn op manieren om onze ouders te eren.
-
āGij zult niet doodslaanā (Exodus 20:13). Onder āOorlogā, pp. 118ā119, wordt uitgelegd hoe dit gebod van toepassing is op de strijdkrachten in tijden van oorlog.
-
āGij zult niet echtbrekenā (Exodus 20:14). In een hedendaagse openbaring verwerpt de Heer niet alleen overspel, maar ook alles wat er verband mee houdt. (Zie LV 59:6). Ontucht, homoseksualiteit en andere seksuele zonden zijn schendingen van het zevende gebod. Zie āKuisheidā, pp. 102ā107, voor verdere uitleg.
-
āGij zult niet stelenā (Exodus 20:15). Stelen is een vorm van oneerlijkheid. Een uitleg van eerlijkheid leest u op pp. 33ā34.
-
āGij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naasteā (Exodus 20:16). Vals getuigenis spreken is nog een vorm van oneerlijkheid. Een uitleg van eerlijkheid leest u op pp. 33ā34.
-
āGij zult niet begerenā (Exodus 20:17). Begeren of iets willen hebben dat van iemand anders is, brengt schade toe aan de ziel. Het heeft ons in zijn macht. Daardoor zijn we eigenlijk constant ontevreden. Vaak heeft het andere zonden en financiĆ«le schulden tot gevolg.
Hoewel het grootste deel van de tien geboden ingaat op zaken die we niet mogen doen, komen er uit deze geboden ook zaken naar voren, die we juist wel moeten doen. De Heiland vatte de tien geboden in twee beginselen samen ā liefde voor de Heer en liefde voor onze naaste.
āGij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.
āDit is het grote en eerste gebod.
āHet tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelfā (MatteĆ¼s 22:37ā39).