Hoe we met mishandeling en misbruik kunnen omgaan
Hier zijn enkele suggesties voor slachtoffers van mishandeling en misbruik, hun leidinggevenden in de kerk en hun familieleden.
De Heiland nam mishandeling en misbruik ernstig op: ‘Maar wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, doet struikelen, het zou beter voor hem geweest zijn dat een molensteen aan zijn hals gehangen was en hij in de diepte van de zee gezonken was.’ (Mattheüs 18:6; zie ook Markus 9:42; Lukas 17:2.)
Mishandeling of misbruik is het verwaarlozen of slecht behandelen van anderen (zoals een kind, partner, bejaarde of gehandicapte) met schadelijke gevolgen op lichamelijk, emotioneel of seksueel gebied. Het standpunt van de kerk is dat mishandeling en misbruik in welke vorm dan ook niet mogen worden getolereerd.
De volgende ideeën kunnen van nut zijn, of u nu slachtoffer van mishandeling of misbruik bent, leidinggevende in de kerk, of ouder van een slachtoffer.
Voor het slachtoffer
Als slachtoffer1 van mishandeling of misbruik treft u geen schuld voor wat u hebt meegemaakt. U hebt ook geen vergeving nodig voor daden die iemand tegen u heeft gepleegd. U vraagt zich misschien af hoe de Heiland u kan helpen genezen. U denkt wellicht dat het zoenoffer van de Heiland alleen bedoeld was voor wie zondigen en zich moeten bekeren.
Dus hoe helpt de Heiland u? Hij begrijpt u vanwege zijn offer. De Heiland beschikt over goddelijke empathie. We weten weliswaar niet precies hoe de Heiland al onze pijnen kon voelen, maar we kunnen er wel op vertrouwen dat Hij iedere man, vrouw en kind op volmaakte wijze begrijpt (zie 2 Nephi 9:21). Hij kan ons gemoedsrust en kracht schenken om verder te gaan.2
De Heiland helpt door zijn verzoening ieder die iets is aangedaan. Hij kan helpen ‘door ons te genezen van en te compenseren voor alle leed dat we onschuldig ondergaan’.3
Of en hoe de dader ook ter verantwoording wordt geroepen, ‘u kunt ervan op aan dat de volmaakte Rechter, Jezus de Christus, met een volmaakte kennis van de details, alle overtreders verantwoordelijk zal houden voor elke onrechtvaardige daad’.4 Weet ook dat wie ‘hun partner of kinderen mishandelen, […] op een dag aan God rekenschap moeten afleggen’.5
Voor leidinggevenden in de kerk
Alle leidinggevenden en leerkrachten die met jongeren en kinderen werken, volgen verplicht de online instructie ‘Kinderen en jongeren beschermen’.6
Leidinggevenden in de kerk mogen een melding van mishandeling of misbruik nooit naast zich neerleggen, en mogen een lid ook nooit ontraden om crimineel gedrag aan te geven.7 Kerkleiders en -leden houden zich aan alle wettelijke verplichtingen voor het melden van mishandeling en misbruik bij de plaatselijke overheid. In verschillende gebieden geldt echter niet dezelfde meldplicht. In sommige gebieden moeten geestelijken contact met de politie opnemen, terwijl dat in andere gebieden juist niet mag.
Leidinggevenden moeten beseffen dat slachtoffers van mishandeling en misbruik anderen niet meer zomaar vertrouwen – in het bijzonder mensen die een gezagspositie bekleden. De situatie kan emotioneel zwaar zijn; dat het slachtoffer er moeilijk over kan praten, hoeft niets met u persoonlijk te maken hebben. Alleen met een leidinggevende spreken, kan voor slachtoffers van mishandeling of misbruik eng aanvoelen. Slachtoffers mogen een volwassene die ze vertrouwen, meenemen naar een gesprek met een priesterschapsleider.8
Ongeacht wanneer iemand is mishandeld of misbruikt, kan hij of zij baat bij steun en professionele hulp hebben. Voor de meeste slachtoffers is het heel heilzaam dat hun gevoelens erkend worden, dat ze zich veilig en beschermd weten, dat ze zich gehoord voelen, en dat ze begrijpen wat de mishandeling of het misbruik met ze heeft gedaan. Met de nodige steun vinden ze eerder gemoedsrust en staan ze er niet alleen voor op hun weg naar genezing.9
Mishandeling en misbruik aan de kaak stellen, ongeacht wie erbij betrokken is, dient de norm te zijn. Wanneer daders een gezags- of vertrouwenspositie innemen, is mishandeling of misbruik echter nog ernstiger en vaak schadelijker voor het slachtoffer. Mensen in een vertrouwenspositie die anderen mishandelen of misbruiken, worden volgens een hogere norm beoordeeld omdat ze ook nog eens het vertrouwen van het slachtoffer hebben geschonden. De kerk tolereert geen enkele vorm of mate van mishandeling of misbruik, in het bijzonder door mensen die een vertrouwens- of gezagspositie bekleden.
Voor ouders
Hoewel verhalen over mishandeling en misbruik door iemand in een gezagspositie meer aandacht in het nieuws krijgen, worden slachtoffers veel vaker mishandeld of misbruikt door iemand die ze kennen. De dader kan een familielid of iemand uit de buurt zijn. De dader kan elke leeftijd hebben. De dader is zelden een volslagen vreemde.10
Maar er zijn diverse signalen die we onze kinderen kunnen leren, zodat ze mishandeling en misbruik kunnen herkennen en het uit de weg gaan. Leer uw kinderen dat ze nee kunnen zeggen als iemand ze vraagt iets te doen waarvan ze weten dat het verkeerd is. Hier zijn wat voorbeelden van manieren waarop daders slachtoffers zoal dwingen, bedreigen of lokken:
-
Daders gebruiken hun positie, gezag, leeftijd, postuur of kennis om het slachtoffer ergens toe te dwingen.
-
Ze zeggen dat ze geen vrienden met het slachtoffer willen zijn, tenzij het slachtoffer doet wat ze zeggen.
-
Ze pakken iets af en geven het niet terug, tenzij het slachtoffer doet wat ze zeggen.
-
Ze dreigen leugens over het slachtoffer te gaan verspreiden, tenzij het slachtoffer toegeeft.
-
Ze bieden cadeaus, gunsten of andere beloningen aan om te krijgen wat ze willen.
-
Ze maken hun slachtoffers wijs dat niemand ze zal geloven en dat ze in de problemen komen als ze iemand over de mishandeling of het misbruik vertellen.
-
Ze dreigen het slachtoffer of een dierbare iets aan te doen als het slachtoffer niet doet wat ze zeggen.11
Met mishandeling of misbruik omgaan is best ingewikkeld. Er zijn geen eenvoudige antwoorden, maar deze woorden van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen zijn troostrijk: ‘Er is geen lichamelijke pijn, geen geestelijke wond, geen zielenpijn of hartzeer, geen ziekte of zwakte waar u of ik ooit mee te maken krijgt die de Heiland niet al heeft doorgemaakt. In een moment van zwakte roepen we misschien uit: “Niemand weet wat ik doormaak. Niemand begrijpt me.” Maar de Zoon van God begrijpt ons volkomen, want Hij heeft onze persoonlijke lasten gevoeld en gedragen. En vanwege zijn oneindige en eeuwige offer (zie Alma 34:14) heeft Hij een volmaakt invoelingsvermogen en kan Hij zijn arm van barmhartigheid naar ons uitstrekken. Hij kan zijn hand uitstrekken, ons aanraken, te hulp komen, genezen en sterken zodat we meer kunnen zijn dan we ooit zelf kunnen bewerkstelligen. Hij kan ons helpen om datgene te doen wat we nooit op eigen kracht kunnen doen.’12
Mogen wij ons tot de Vredevorst wenden en door Hem hoop en genezing vinden.