Evangeliebasis
Onze hemelse Vader wil dat we gelukkig zijn
Als we Gods plan van geluk voor ogen houden, kunnen we ook vreugde vinden als het leven zwaar is.
Voordat we werden geboren, leefden we allemaal als geestkinderen bij onze hemelse Vader. Hij zette een plan uiteen waardoor zijn kinderen konden leren en groeien. Dankzij zijn plan kunnen we meer op Hem gaan lijken en het eeuwige leven waardig zijn. Dit plan is mogelijk doordat Gods Zoon, Jezus Christus, op aarde kwam om voor onze zonden te lijden. Dat offer noemen we de verzoening.
Het plan van onze hemelse Vader heet ook wel
-
het plan van geluk (zie Alma 42:8),
-
het heilsplan (zie Mozes 6:62),
-
het verlossingsplan (zie Jakob 6:8), of
-
het plan van barmhartigheid (zie Alma 42:15).
We zien aan deze en andere Schriftteksten dat onze hemelse Vader wil dat we zoals Hij worden, bij Hem terugkeren en echt gelukkig zijn (zie Mozes 1:39).
We komen op aarde om te leren en te groeien
God heeft ons naar de aarde gestuurd, waar we een stoffelijk lichaam kregen (zie Genesis 1:26–27). We hebben een lichaam nodig om het leven op aarde te ervaren.
God wist dat we hier niet altijd gelukkig zouden zijn. We ondervinden ook teleurstellingen, pijn en zelfs de dood. Maar tijdens die moeilijkheden van het leven kunnen we met de hulp van onze hemelse Vader leren en groeien.
God heeft ons ook keuzevrijheid gegeven: het vermogen om te kiezen tussen goed en kwaad. Hij laat ons zelf kiezen wat we denken en doen. Hij heeft ons van Schriftuur en levende profeten voorzien, zodat wij kunnen leren het goede te kiezen (zie Abraham 3:25).
Leven naar Jezus Christus’ voorbeeld
God heeft ons niet naar de aarde gestuurd zonder een voorbeeld dat we kunnen volgen (zie Johannes 13:15). God zond zijn Zoon, Jezus Christus, om ons de weg te wijzen. In de Schriften lezen we wie Hij is en wat Hij tijdens zijn leven op aarde deed. Zo leren we hoe we Hem kunnen volgen. We kunnen ook meer op Christus gaan lijken door God te gehoorzamen en anderen lief te hebben.
Als we fouten begaan, vragen we om vergeving en doen we een beroep op de kracht van de verzoening van Jezus Christus om te veranderen. We kunnen gelukkig zijn als we elke dag ons best doen om meer op Hem te lijken.
De dood is niet het einde
Wanneer we sterven, gaat onze geest naar de geestenwereld. Daar blijven we leren terwijl we ons op de opstanding voorbereiden.
Bij de opstanding worden ons lichaam en onze geest herenigd. Ons lichaam is dan volmaakt, en we zullen nooit meer sterven of ziek worden. (Zie Alma 11:44–45.) Net zoals Jezus Christus stierf en weer levend werd, zullen wij allemaal weer leven.
Wanneer God ons oordeelt, weegt Hij onze daden en verlangens. Hebben we ernaar gestreefd om de geboden en onze beloften aan onze hemelse Vader na te komen, dan kunnen we weer bij Hem wonen.
Wonen bij God en onze familie in de hemel
In het celestiale koninkrijk zullen we bij God en Jezus Christus wonen. We kunnen daar ook voor eeuwig met onze familieleden samen zijn als we aan hen verzegeld zijn. We zullen vrede, geluk en rust vinden (zie Mosiah 2:41).
Het aardse leven is niet altijd een pretje, maar als we Jezus Christus volgen, kunnen we vreugde in dit leven en eeuwig geluk in het hiernamaals vinden.
Wat staat er over het plan van geluk in de Schriften?
Onze manier van leven is van belang. God oordeelt en beloont ons op grond van onze gedachten en daden (zie Alma 41:3).
Satan is de vijand van ons geluk. Hij verleidt ons om ons leven op aarde te verknoeien en zonde te begaan. Hij wil dat we net zo ellendig zijn als hij (zie 2 Nephi 2:27).
Als we geloof in Gods plan voor ons hebben, kunnen we in alle beproevingen die ons overkomen gemoedsrust ervaren. We mogen naar een eeuwig leven bij God uitkijken. (Zie Leer en Verbonden 59:23.)