2021
Geef de hoop nooit op!
Juni 2021


‘Geef de hoop nooit op!’, Voor de kracht van de jeugd, juni 2021, 14–17.

Geef de hoop nooit op!

Als vluchteling ondervond Muriel aan den lijve dat God er altijd is als je Hem hard nodig hebt.

jongevrouw

Foto’s, Cody Bell, behalve waar anders aangegeven

Af en toe kun je het gevoel hebben dat je hele wereld instort.

En in vlammen opgaat.

Terwijl er een orkaan raast.

Soms lijkt het leven zo chaotisch en ontmoedigend dat je je afvraagt of alles ooit weer normaal wordt.

Muriel B., die als kind in een vluchtelingenkamp heeft gezeten, heeft iets te zeggen over moeilijke omstandigheden overwinnen: ‘Houd God altijd dicht bij je en geef de hoop nooit op. Slechte tijden zijn echt tijdelijk!’

Dat zijn de woorden van iemand die wel het een en ander van slechte tijden afweet.

En ze weet ook hoe je ze kunt doorstaan.

Oorlog en veiligheid

Het leven van Muriel zag er eerst normaal uit. Ze groeide op in de Democratische Republiek Congo. Ze kwam uit een gelukkig gezin, een veilig, comfortabel huis, had een warm bed en meer dan genoeg te eten.

Toen brak er oorlog uit.

Van toen af ging alles snel de verkeerde kant op. Het dieptepunt kwam toen gewapende, boze mannen haar lieve vader – ‘de sterkste christen die ik ken’ – van zijn gezin wegsleepten.

Gelukkig werd haar vader later met zijn gezin herenigd. Maar het was er niet langer veilig voor Muriel en haar ouders. Ze vluchtten naar een vluchtelingenkamp in Oeganda.

kinderen in Afrika

Muriel was 5 toen ze met haar ouders naar een vluchtelingenkamp in Oeganda vluchtte.

Foto met dank aan Muriel B.

Een vluchtelingenkamp is een tijdelijke opvangplek voor mensen die hun huis moeten ontvluchten vanwege een oorlog of om andere redenen. De kampen zijn bedoeld om mensen een veilige plek te bieden, en dat was hier wel het geval, maar het leven van Muriel en haar ouders ging nog lang niet over rozen.

Overleving en kracht

‘We waren dankbaar dat we niet meer in oorlogsgebied zaten’, zegt Muriel. ‘En de mensen die het kamp leidden, deden hun best om ons te helpen, maar het was niet genoeg.’

Er was niet genoeg eten of onderdak, er waren niet genoeg medicijnen, van niets was er genoeg.

‘We werden ’s nachts gestoken door insecten’, herinnert ze zich. ‘En soms hadden we dagenlang niets te eten. Er waren ook veel mensen ziek.’

kinderen in Afrika

Zo ziet het vluchtelingenkamp er nu uit.

Foto, Getty Images

Muriel en haar ouders waren geen lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, maar ze waren diepgelovige, actieve christenen. Ze hadden een rotsvast geloof in God en in zijn Zoon, Jezus Christus. ‘Mijn ouders zeiden steeds dat ik altijd kon bidden en vasten.’

En dat deed ze dan ook. Als kind in een vluchtelingenkamp, op een leeftijd dat de meeste kinderen leren lezen en schrijven, bad Muriel elke dag om het te mogen overleven. Ze bad om eten. Ze bad om veiligheid. Ze bad om de kracht en moed om door te gaan.

En ze zag dat God wonderen voor hen verrichtte.

‘God bracht ons ver weg van het oorlogsgebied,’ zegt ze, ‘en dus wist ik dat ik Hem kon vertrouwen. Telkens als we Hem hard nodig hadden, bijvoorbeeld als we al lang niets meer te eten hadden, zegende Hij ons. Hij verrichtte kleine wonderen waardoor mijn geloof in Hem toenam.’

kinderen in Afrika

Door mee te helpen met de opvoeding van haar broertjes en zusjes, heeft Muriel veel vaardigheden opgedaan die goed van pas komen nu ze zelf een kind heeft.

Na bijna twee jaar in het vluchtelingenkamp nam haar leven een andere wending. Muriel en haar familie verhuisden naar de Verenigde Staten om een nieuw leven te beginnen. Muriel had al veel ellende gezien en meegemaakt, en ze was nog maar 8 jaar oud.

Haar ouders besloten op zoek te gaan naar een nieuwe kerk om zich bij aan te sluiten.

Geloof en vrienden

‘Mama en papa wilden God altijd aanbidden en Hem danken’, zegt Muriel. ‘Op een zondag, toen we nog niet lang in de Verenigde Staten waren, besloten ze op zoek te gaan naar een kerk.’

Ze hoefden niet lang te zoeken. Toen ze op straat rondliepen, kwamen ze twee zendelingen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen tegen.

Het duurde niet lang voordat Muriel en haar ouders zich lieten dopen. Muriels broertjes en zusjes lieten zich dopen toen ze daar oud genoeg voor waren.

moeder en dochters

Muriel met haar moeder en jongste zusje.

In de kerk hoorde Muriel veel dingen die ze al wist, omdat ze haar hele leven al over God en Jezus Christus had geleerd. Maar sommige dingen waren nieuw. ‘Ik had nog nooit van Joseph Smith of Brigham Young of het Boek van Mormon gehoord’, zei ze.

En dat was niet het enige. Er hoorde een hele nieuwe cultuur bij. En daarin waren de kerkleden een grote hulp. Ze leerden het gezin hoe ze elektronische apparaten en toestellen moesten gebruiken die ze vroeger niet hadden. Ze hielpen het gezin de nieuwe taal te leren. En ze hielpen nog het meest door gewoon vriendschap te sluiten.

Hulp en hoop

Nu moedigt Muriel jongeren aan om hetzelfde te doen. ‘Vluchtelingen hebben ook behoefte aan vriendschap. Ons gezin kende niemand toen we naar dit land kwamen, maar zodra we ons bij de kerk aansloten, kwamen er veel mensen op bezoek! Nu hebben we massa’s vrienden.’

Door de jaren heen heeft Muriel iets kunnen terugdoen voor de vrienden die haar hebben geholpen toen ze jong was.

Bij de jongevrouwen heeft Muriel in klaspresidiums gediend en aan allerlei jeugdactiviteiten meegewerkt. Ze heeft gediend en onderwezen en haar getuigenis gegeven.

vrouw met kinderen

Dankzij hun geloof in het evangelie vinden Muriel en haar familie nog steeds hoop als het leven moeilijk is.

Maar een van de beste manieren waarop ze haar vrienden blijft helpen, is door haar kracht in het evangelie en haar geloof in God door te geven.

‘Sommige van mijn vrienden vinden het moeilijk om te blijven hopen’, zegt ze. ‘Maar ik zeg altijd dat slechte tijden echt tijdelijk zijn. Volgens mij is er niets waar God je niet doorheen kan helpen.

‘Soms kan ik niets anders doen dan bidden om de moed om vol te houden. Om verder te gaan. God helpt me altijd om die moed te vinden. Gezegend worden met de moed om door te zetten, is meestal alles wat je nodig hebt.’