2005
Zegen oma en opa
December 2005


Zegen oma en opa

Het begon met de eerste brief die we van mijn moeder kregen. Zij was nog maar pas met mijn vader op zending in het zendingsgebied Tallahassee (Florida). Ze vertelde van een conferentie die ze onlangs hadden bijgewoond. Toen iedereen na de bijeenkomsten afscheid nam, merkte ze dat haar collega niet meer bij haar was. Ze hoorde mannen lachen, ging op het geluid af naar een klaslokaal, en belandde in een beenworsteltoernooi dat mijn vader had georganiseerd. Ze schreef: ‘Ik kwam net op tijd om de een of andere zendeling van twintig je vader door de kamer te zien gooien.’ Tot zover mijn vrees dat mijn vader van een zending een zwaarmoedige oude man zou worden.

Toen ik die brief las, begon ik de vreugde en zegeningen te ontdekken die een kind van zendelingouders krijgt. Toen ik vroeger zelf een zending vervulde, begreep ik ergens wel dat mijn familie thuis graag de brieven las die ik schreef. Maar in dat enigszins zelfzuchtige stadium van mijn leven zag ik nog niet in hoe graag mijn familie wilde dat ik succes had en hoeveel gebeden en zorgen mijn zending hen kostten.

Nu waren de rollen omgedraaid. Ik vond het een plezierige verrassing toen ik merkte dat ik elke dag de post doorkeek op zoek naar nieuws uit het zendingsveld en dat ik de brieven gretig las van a tot z. Ik merkte al gauw dat onze gezinsgebeden concreter werden. Onze kinderen baden niet meer met de algemene opmerking ‘Zegen alstublieft de zendelingen’. Ze zeiden concreet: ‘Zegen alstublieft oma en opa op hun zending’.

Toen mijn ouders pas voor het eerst op zending waren geroepen, waren ze allebei halverwege de vijftig en waren ze nog niet met pensioen. Maar doordat een boerenbedrijf een seizoenbedrijf is, konden ze de winter in dienst van de Heer doorbrengen. Daarom gold hun oproep een zending van zes maanden. Die zes maanden leken voorbij te vliegen.

Ik wist niet wat ik zag toen ze thuiskwamen. Mijn ouders waren krachtige persoonlijkheden geworden. Dezelfde opmerkelijke veranderingen die de meeste ouders in hun jonge zendelingzoons en -dochters zien, hadden in mijn vader en moeder plaatsgevonden. De meest opvallende verandering was dat ze bruisten van energie. Enthousiasme is een verbazingwekkend wondermiddel. Ze zagen er jonger uit en gedroegen zich jonger. Mijn moeder negeerde enkele chronische gezondheidsproblemen die haar al jaren dwars zaten. En misschien was het mijn verbeelding, maar het leek wel of mijn ouders verliefder waren. Op een keer vertelde mijn moeder mij — een moment dat ik altijd zal koesteren — over enkele gelegenheden waarbij mijn vader met grote kracht in het evangelie had onderricht. Met liefde en bewondering in haar stem zei ze: ‘Je vader is een uiterst opmerkelijke man.’ Ik zag ook dat ze op zending veel plezier hadden gehad. Alle gesprekken over hun zending waren doorspekt met veelvuldig en aanhoudend gelach.

En mijn ouders hebben het niet bij één zending gelaten. De daaropvolgende winter keerden ze terug naar Florida. In de jaren daarna vervulden ze nog eens acht halfjaarzendingen, tien in totaal. Ze hebben veel gebeurtenissen in de familie gemist — geboorten, baby’s die een zegen en een naam kregen, tien Thanksgivingvieringen en kerstvieringen — en niets van dat alles lijkt een opoffering voor hen. De zegeningen die ze ervoor terugkregen, zijn namelijk te groot.

Ik ben dankbaar dat mijn ouders zo’n goed voorbeeld geven. Wij proberen onze kinderen te leren dat het hun plicht is om anderen over het evangelie te vertellen. Niets illustreert dat zo goed als geliefde grootouders die de gemakken van hun pensioen opgeven om de Heer te dienen. Dat voorbeeld heeft veel invloed op onze hele familie.

Enkele jaren geleden was onze oudste zoon, Matt, op zending in Californië terwijl mijn ouders op zending waren in Virginia. Ik merkte dat Matt in zijn brieven naar huis zich nooit beklaagde dat het zendingswerk hem zwaar viel. Ik schrijf dat toe aan zijn grootouders. Hoe kan een jonge zendeling die in de kracht van zijn leven is zelfs maar overwegen om te klagen als zijn oma — die achterin de zestig is, longproblemen, rugpijn en een aantal allergieën heeft — in een andere staat langs de deuren gaat?

Door de zendingen van mijn ouders heb ik ingezien dat het fout was te denken dat als een kind eenmaal is grootgebracht, de taak van de ouders volbracht is. Hoe goed mijn opvoeding ook was, ik geloof dat mijn vader en moeder mij toen ik volwassen was meer geleerd hebben dan voorheen. En hoewel ze ertoe hebben bijgedragen dat mensen zich hebben laten dopen of actief zijn geworden, geloof ik dat ze de sterkste uitwerking op hun eigen kleinkinderen hebben gehad.

Uit de brieven van mijn ouders spraken boekdelen aan evangelielessen. Verhalen van werkzaam zijn in een gemeente midden in Washington D.C.; de Grand Canyon afdalen om onderzoekers te onderwijzen; werken met arme alleenstaande moeders, rijke makelaars in aandelen, vissers, pottenbakkers, boeren, verslaafden, alcoholici, predikanten, politiemensen en bejaarden — is er een betere manier om je kleinkinderen de waarde van elke ziel bij te brengen?

Het beste dat mijn ouders voor hun nageslacht hebben gedaan, is ze in handen van de Heer achter te laten en een zendingsoproep te aanvaarden.

Mark Crane is lid van de wijk Morgan 9 in de ring Morgan (Utah).