2007
Tot een brandoffer
September 2007


Tot een brandoffer

Toen ik werd toegelaten tot de universiteit, slaakte ik een vreugdekreet. Maar hoe kon ik mijn opleiding dan opofferen om een zending te vervullen?

‘Verder zeide God tot Abraham: Wat uw vrouw Sarai betreft (…). Ik zal haar zegenen, en ook zal Ik u uit haar een zoon schenken (…). Toen wierp Abraham zich op zijn aangezicht [en verheugde zich]’ (Genesis 17:15–17; zie Bijbelvertaling van Joseph Smith, Genesis 17:23).

Ik riep het uit van vreugde. Mijn hele school moet het hebben gehoord. Andere leerlingen staarden mij aan en vroegen zich af waarom ik het uitriep, maar ik kon mijn verrukking niet onderdrukken toen ik mijn naam zag op de lijst met leerlingen die waren toegelaten tot de voornaamste universiteit van de Filipijnen. Ik voelde me echt gezegend.

‘(…) en gij zult hem Isaak noemen, en Ik zal mijn verbond met hem oprichten tot een eeuwig verbond, voor zijn nageslacht’ (Genesis 17:19).

Toen men hoorde dat ik naar de universiteit zou gaan, keken ze me vol ontzag aan. Als ik er aan dacht, kon ik niet anders dan glimlachen. Mijn bedje was gespreid. Ik was de Heer erg dankbaar dat Hij mij had geholpen om te slagen voor het toelatingsexamen.

‘Hierna gebeurde het, dat God Abraham op de proef stelde. Hij zeide tot hem: (…) Neem toch uw zoon, uw enige zoon, Isaak, die gij liefhebt, (…) en offer hem (…) tot een brandoffer’ (Genesis 22:1–2).

‘Hemelse Vader, ik kan nu niet op zending! Ik heb hier zo veel te doen. Laat mij toch mijn studie voortzetten. Als ik mijn diploma heb, ga ik uit om uw evangelie te verkondigen.

‘Ik moet echt mijn studie vervolgen, Vader. Ik heb die nodig voor mijn toekomst.

‘U weet dat ik geprobeerd heb het afdelingshoofd over te halen mij voor twee jaar te excuseren. Maar dat stond ze niet toe. Ze zei dat ik om eervol ontslag van de universiteit moest verzoeken als ik besloot te gaan.

‘Hemelse Vader, ik kan nu niet op zending! Ik heb dit nodig voor mijn toekomst.’

‘Toen nam Abraham het hout voor het brandoffer, legde het op zijn zoon Isaak, en nam vuur en een mes met zich mede. Zo gingen die beiden tezamen’ (Genesis 22:6).

Mijn hart was bezwaard toen ik op het kantoor van de universitaire secretaris af liep. Hij zou zeggen dat ik gek was, dat ik een veelbelovende toekomst opgaf. Hoe kon ik uitleggen dat de Heer me had geroepen?

‘Toen zij aan de plaats die God hem genoemd had, gekomen waren, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout, bond zijn zoon Isaak en legde hem op het altaar boven op het hout. Daarop strekte Abraham zijn hand uit en nam het mes om zijn zoon te slachten’ (Genesis 22:9–10).

‘Ik kom voor de secretaris van de universiteit.’

‘Het gaat om een verzoek om eervol ontslag.’

‘Nee, ik ben in academisch opzicht van onbesproken gedrag.’

‘Nee, ik ben niet betrokken bij een overtreding van de wet.’

‘De reden? Ik heb een oproep gekregen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen om een voltijdsevangelisatiezending te vervullen. Ik moet mijn studie aan de universiteit opgeven om de Heer te dienen.’

‘Nee, de zending is niet uit te stellen en duurt twee jaar.’

‘Ik weet dat dit betekent dat ik niet kan terugkomen.’

‘Maar de Engel des Heren riep tot hem van de hemel en zeide: (…) Strek uw hand niet uit naar de jongen en doe hem niets, want nu weet Ik, dat gij godvrezend zijt, en uw zoon, uw enige, Mij niet hebt onthouden’ (Genesis 22:11–12).

‘Wat? Ik kan een aanvraag indienen om zolang geëxcuseerd te worden? Mijn afdelingshoofd zei dat ik de universiteit zou moeten verlaten omdat een student niet langer dan één jaar geëxcuseerd kan worden.’

‘Het beleid van de universiteit is onlangs gewijzigd? Dat heeft ze dan niet geweten, en ik ook niet.’

‘Hartelijk bedankt!’

‘Toen riep de Engel des Heren ten tweeden male van de hemel tot Abraham en zeide: (…) Ik [zal] u rijkelijk zegenen, en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren des hemels en als het zand aan de oever der zee (…). En met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden, omdat gij naar mijn stem gehoord hebt’ (Genesis 22:15–18).

Nadat ik van 2000 tot 2002 een zending had vervuld in het zendingsgebied Ilagan (Filipijnen), hervatte ik mijn studie aan de University of the Philippines in Quezon City en stapte vervolgens over naar de Brigham Young University. Ik zie ernaar uit om te trouwen en kinderen op te voeden in het evangelie.

De Heer wil dat wij alles voor Hem opofferen. Maar dat betekent niet dat we de verlangens van ons hart niet kunnen waarmaken. Soms wil Hij gewoon graag zien of we Hem de hoogste prioriteit geven.

Afdrukken