2007
Inspirerende woorden
September 2007


Boodschap van het Eerste Presidium

Inspirerende woorden

De laatste bedeling

‘Wat is het toch geweldig dat [God] ons in deze laatste bedeling, de bedeling van de volheid der tijden, zo uitzonderlijk heeft gezegend. Hij heeft zijn werk in deze grootse, laatste tijdperiode hersteld met alle bevoegdheden, heerlijkheid, waarheid en gezag van alle voorgaande bedelingen. (…)

‘Ik weet dat God, onze eeuwige Vader, leeft en dat Hij ons liefheeft; dat Jezus zijn geliefde Zoon is, onze Verlosser, Heiland, Heer en Vriend; dat Joseph Smith een profeet is en was; dat deze kerk waar is; en dat het Hun werk is dat op aarde is hersteld voor ons welzijn en geluk.’ (Regionale conferentie, Salt Lake City, 4 mei 2003.)

Ik weet dat het evangelie waar is

‘Weet ik dat [het evangelie] waar is? Ik wil dat iedereen die zich vanavond in deze zaal bevindt, beseft dat ieder van u mij tot u heeft horen zeggen dat ik weet dat God, onze eeuwige Vader, leeft. Ik weet dat Hij leeft. Ik weet dat Hij een stoffelijk wezen is. Ik weet dat Hij de grote God van het heelal is. Maar ik weet ook dat ik zijn kind ben en dat u zijn kind bent en dat Hij naar onze gebeden luistert en ze hoort en verhoort.

‘Ik weet dat Jezus de Christus is. Hij was het grote werktuig in Gods handen waarmee de aarde werd geschapen. Volgens het evangelie van Johannes is er niets geschapen dat niet door Hem is geschapen [zie Johannes 1:3]. Hij was de Schepper. Hij was de Jehova van het Oude Testament. Hij was het Kerstkind dat onder geringe omstandigheden onder ons werd geboren. Hij was de Messias die een eenzame weg naar zijn voorgeordende zending bewandelde, de zieken genas en de doden opwekte. Hij was de grote Verlosser van de wereld die op de heuvel Golgota stierf en de derde dag werd opgewekt als “als eersteling van hen, die ontslapen zijn” (1 Korintiërs 15:20). Hij was het die de Nephieten in Amerika bezocht en hen onderrichtte zoals Hij in het Heilige Land had onderricht. En Hij was het die met zijn Vader de jonge Joseph bezocht en tot hem sprak aangaande de herstelling van dit werk.

‘Ik weet dat het priesterschap op de aarde is en dat het iedere man ter beschikking staat die het door zijn leefwijze waardig is. Ik weet dat de tempelverordeningen op aarde zijn, de grote verzegelverordeningen waardoor wij als gezinsleden voor tijd en alle eeuwigheid aan elkaar verbonden kunnen worden. Ik weet dat God zijn werk niet in de steek laat, maar dat Hij ervoor zal zorgen dat er altijd iemand is om zijn waarheden aan de mensen mee te delen.’ (Bijeenkomst, Nairobi [Kenia], 4 augustus 2005.)

Hedendaagse openbaring

‘Wat is het fijn dat wij geloven in hedendaagse openbaring. De gedachte laat me maar niet los dat als er in de oudheid openbaring nodig was, toen het leven eenvoudig was, openbaring ook in deze tijd nodig is, nu het leven gecompliceerd is. Er is nooit een tijd in de wereldgeschiedenis geweest dat de mens openbaring harder nodig had dan nu.

‘Ik getuig tot u, broeders en zusters, dat het boek van openbaring nooit wordt afgesloten. God geeft net zo leiding aan deze tijd en spreekt net zo tot ons als in de tijd van Abraham, Isaak en Jakob.’ (Bijeenkomst, Madrid [Spanje], 29 mei 2004.)

Stel de leer op de proef

‘Ik verzoek u dringend, broeders en zusters, om als u twijfelt aan een van de leerstellingen van deze kerk, die uit te testen. Probeer het eens. Leef het beginsel na. Ga op uw knieën en bid erover. Dan zal God u zegenen met kennis van de waarheid van dit werk.’ (Bijeenkomst, Parijs [Frankrijk], 28 mei 2004.)

Sta boven het kwaad

‘Beste jonge vrienden, zorg ervoor dat je te allen tijde in aanmerking komt om het huis des Heren binnen te gaan en deel te nemen aan een groot en wonderbaar werk ten behoeve van hen die al zijn heen gegaan.

‘Jullie worden met zo veel kwaad geconfronteerd. Sta erboven. (…) Er is volgens mij nooit een tijdperk in de geschiedenis van de wereld geweest waarin er groter kwaad op aarde was dan nu. Ik wil jullie, jongemannen en jongevrouwen van deze kerk, lof toezwaaien, omdat jullie sterk zijn gebleven in je confrontaties met het kwaad. God zegene jullie en geve je de kracht om het te blijven weerstaan.’ (Bijeenkomst, São Paulo [Brazilië], 21 februari 2004.)

Het doel van dit werk

‘Ik moedig u, lieve zusters, aan om het huis des Heren te bezoeken en uw man aan te moedigen mee te gaan. Als er hier misschien aanwezigen zijn die er nog nooit of lang niet meer zijn geweest, stel ik met alle liefde in mijn hart voor dat u al het nodige doet om daarvoor in aanmerking te komen. Als u dat nog niet hebt gedaan, hebt u echt nog niet gezien waar het in deze kerk om draait. Het eigenlijke doel van dit werk, zoals uitgelegd door de God des hemels, is de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen [zie Mozes 1:39]. Houdt u van uw echtgenoot? Houdt u van uw kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen? Laat dan niet de gelegenheid voorbijgaan om hen in eeuwig verband aan u te verbinden, zodat de tijd die band niet kan vernietigen en de dood die niet kan verbreken. Dat kan op geen enkele andere manier. (…)

‘En als die zegeningen [ons] in deze generatie ter beschikking staan, zou een rechtvaardig God dan niet voor een manier zorgen waarop uw voorouders die deze gelegenheid niet hadden die alsnog kunnen krijgen?’ (Ringvergadering ZHV, Salt Lake City [Utah, V.S.], 20 maart 2002.)

Ga naar de tempel

‘Ik zeg tegen iedereen: ga naar de tempel. Leef zo dat u het waardig bent om naar de tempel te gaan. Leef Gods geboden na zodat u naar de tempel mag. Doe wat u moet doen om in aanmerking te komen voor dienstbaarheid in het huis des Heren. Het is gebouwd voor u, broeders en zusters, opdat u daarheen kunt gaan en de heerlijke zegeningen ontvangen die u nergens anders in de hele wereld kunt krijgen, behalve in andere tempels, waar u als man en vrouw aan elkaar verzegeld kunt worden, waar uw kinderen aan u verzegeld kunnen worden en waar u werk kunt doen voor uw voorouders die al zijn heengegaan. Dat grote, heerlijke, geweldig onzelfzuchtige werk vindt plaats in het huis des Heren. Ga naar de tempel.’ (Bijeenkomst, Aba [Nigeria], 6 augustus 2005.)

Leef zo dat u het priesterschap waardig bent

‘God heeft u [priesterschapsdragers] iets gegeven dat macht en goddelijkheid behelst en dat écht en nuttig is. Hij heeft u gezegend met de kern van zijn macht, met het gezag om in zijn heilige naam te spreken en zijn werk tot stand te brengen om te zegenen, te onderrichten, aan te moedigen, te helpen, de aangelegenheden van zijn koninkrijk te besturen — de macht van het koninklijk priesterschap. Er is niets gewoons aan, niets dat we voor vanzelfsprekend mogen houden. Dit is zijn goddelijke macht. Dit is de macht waardoor de aarde is geschapen en zijn werk is uitgevoerd. En Hij heeft het goed geacht, als het ware, om die macht aan u en mij te verlenen, uit de goedheid en gulheid van zijn hart. O, hoe hard zouden wij ernaar moeten streven om zo te leven dat we dit waardig zijn, dat we nooit iets doen wat onze doeltreffendheid als zijn zoons in het uitoefenen van die goddelijke, heilige en opmerkelijke macht die we het heilig priesterschap noemen teniet zou doen.’ (Regionale conferentie, Pleasant Grove [Utah], 19 januari 2003.)

De zegeningen van het lidmaatschap in de kerk

‘Wat is het toch fijn om tot deze kerk te behoren. Hebt u er wel eens over nagedacht hoe leeg uw leven zou zijn zonder de kerk? Wat moeten we dankbaar zijn (…) voor de enorme zegeningen die wij door het evangelie van Jezus Christus krijgen. Dankuwel (…) dat u getrouwe heiligen der laatste dagen bent en dat u ernaar streeft om uw kinderen in licht en waarheid groot te brengen, met liefde voor de Heer en voor zijn groot en heilig werk.’ (Ringconferentie, West Valley City [Utah], 10 november 2002.)

Goddelijke zending van Jezus Christus

‘Wij zijn een grote familie, in liefde en geloof verenigd. Zowel als volk als individueel zijn wij bijzonder gezegend. Wij hebben in ons hart een standvastige en onwrikbare overtuiging van de goddelijke zending van de Heer Jezus Christus.

‘Hij was de grote Jehova van het Oude Testament, de Schepper die onder leiding van zijn Vader alles heeft geschapen. “Zonder [Hem is] geen ding geworden, dat geworden is” (Johannes 1:3). Hij was de beloofde Messias die kwam met genezing onder zijn vleugelen. Hij was de Wonderdoener, de grote Genezer, de Opstanding en het Leven. Er is geen andere naam onder de hemel gegeven waardoor wij verlost kunnen worden. [Zie Handelingen 4:12.] (…)

‘Hij kwam als een gave van zijn eeuwige Vader. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe” (Johannes 3:16).

‘Hij heeft zijn troon in de hemel verlaten om op aarde te komen en in bezet gebied in een stal geboren te worden. Hij heeft de stoffige wegen van dat land doorkruist, de zieken genezen, leerstellingen verkondigd en iedereen gezegend die Hem aanvaardde. (…)

‘Op Golgota heeft Hij voor eenieder van ons zijn leven gegeven. Niemand kan een grotere gave ontvangen. Het is de gave van de opstanding en het eeuwige leven.

‘Wij gedenken zijn geboorte. Maar zonder zijn dood zou die geboorte een geboorte als alle andere zijn geweest. Het was de verlossing, die Hij in de Hof van Getsemane en aan het kruis op Golgota tot stand bracht, waardoor zijn gave onsterfelijk, universeel en eeuwig werd. Hij heeft de grote verzoening voor de zonden van het hele mensdom tot stand gebracht. Hij is de Opstanding en het Leven “als eersteling van hen, die ontslapen zijn” (1 Korintiërs 15:20). Door Hem zullen alle mensen uit het graf herrijzen.

‘Wij hebben Hem lief. Wij eren Hem. Wij danken Hem. Wij aanbidden Hem. Hij heeft voor eenieder van ons en voor het hele mensdom gedaan wat niemand anders had kunnen doen. God zij dank voor de gave van zijn geliefde Zoon — onze Heiland, de Verlosser van de wereld, het onbevlekte Lam dat als offer voor het hele mensdom is geofferd.’ (Devotional voor zendelingen, 15 december 2002.)

De zegeningen van de verzoening

‘De verzoening van [Jezus Christus] is de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van de mens. Er valt niets mee te vergelijken. Het is het meest fundamentele deel van het plan van onze Vader voor het geluk van zijn kinderen. Zonder de verzoening zou het sterfelijk leven een eindig bestaan zijn zonder hoop of toekomst. De gave van onze goddelijke Verlosser geeft ons leven een hele nieuwe dimensie. Door het offer van onze Heiland wordt de dood geen ellendige vergetelheid, maar een overgang naar een grotere heerlijkheid. Door de verzoening geldt de opstanding voor iedereen. En het eeuwig leven komt binnen het bereik van hen die zijn geboden gehoorzamen.’ (Satellietuitzending ringconferentie Australië, 12 februari 2005.)

Voor de huisonderwijzers

Neem dit artikel eerst na gebed door. Breng het vervolgens zo dat iedereen aan de bespreking wil deelnemen. Enkele voorbeelden:

  1. Laat het artikel en de afbeelding van president Hinckley zien. Leg uit dat het een van de belangrijkste taken van de profeet is om te onderrichten en te getuigen. Nodig de gezinsleden uit om beurtelings een onderdeel van het artikel voor te lezen dat hen interesseert. Getuig hoe belangrijk het is om de profeet te volgen.

  2. Laat een gezinslid ergens gaan staan waar hij of zij dingen kan zien die niemand anders kan zien. Vraag wat hij of zij ziet. Leg uit wat de rol van een ziener is (zie Mosiah 8:15–17). Lees delen van het artikel voor. In hoeverre verruimen deze uitspraken van onze profeet onze geestelijke blik?

  3. Houd voorwerpen klaar die delen van het artikel voorstellen (de Schriften, een plaat van een tempel of van de Heiland enzovoort). Lees de corresponderende delen van het artikel voor en bespreek hoe wij er achter kunnen komen dat deze denkbeelden van onze hemelse Vader gekomen zijn. Getuig dat we door de macht van de Heilige Geest de waarheid te weten kunnen komen.