2008
Jeugdwerkliedjes waren mij tot zegen
September 2008


Jeugdwerkliedjes waren mij tot zegen

Ik had niet verwacht zelf wat te hebben aan mijn roeping als muziekleidster. Maar nu kan ik bijna geen manier bedenken waarop ik er géén baat bij heb gehad.

‘Ze heeft nog maar 24 uur te leven, en zelfs als ze het haalt, is ze vanaf de ogen naar beneden toe verlamd, zonder enige kans op herstel.’ Dit was het slechte vooruitzicht dat de artsen mijn familie in maart 2004 gaven. Ik was nog maar dertig jaar, maar ik had een beroerte gehad waardoor ik niet kon spreken of me bewegen. En toch had ik door mijn ervaringen in mijn vorige roeping als muziekleidster van het jeugdwerk in die donkere, eenzame uren hoop.

Ik hield altijd al van muziek en put kracht uit de tekst van de lofzangen. Maar toen ik vóór mijn beroerte als muziekleidster van het jeugdwerk in de wijk werd geroepen, maakte ik me daar toch wel wat druk over. Hoe werd er nou van mij verwacht dat ik iets goeds tot stand kon brengen in het leven van de kinderen? Door mijn achtergrond in het muziekonderwijs had ik geleerd om onderwijsdoelen te stellen, dus besloot ik om de kinderen te helpen bij het zingen de Geest te voelen. Als we liedjes zongen zoals ‘Lang geleden in de hemel’1, constateerde ik verbaasd hoe sterk de aanwezigheid van de Heilige Geest in het lokaal was en wat voor diepzinnige, goed doordachte vragen de kinderen over de tekst stelden.

Een van mijn lievelingsonderwijsmethodes was het gebruik van gebarentaal. Ik merkte dat de kinderen de liedjes beter begrepen als we bespraken welke visuele uitleg de gebaren aan de tekst gaven. Ik vond het heerlijk om de kinderen te horen zingen en ze de gebaren bij ‘Ik wil graag als Jezus worden’2 te zien maken. De boodschap sprak tot mijn hart en ik had vaak het gevoel dat ik de begunstigde was van de Geest die de kinderen uitnodigden. Ik voelde mijn getuigenis groeien en ik voelde me echt gezegend door de Heer.

De zegeningen van mijn roeping als muziekleidster van het jeugdwerk beperkten zich echter niet tot het jeugdwerklokaal. Die roeping maakte het ook noodzakelijk dat ik thuis de muziek repeteerde en speelde om op zondag voorbereid te zijn. Als gevolg daarvan nam ook de liefde van mijn eigen kinderen voor de jeugdwerkmuziek toe. De tekst van die liedjes bracht een vredige, rustige geest met zich mee die onze kinderen troost bood als ze verdriet hadden en ik ze ’s avonds in slaap suste. Ze stonden erop om in de auto naar de cd Kinderliedjes3 te luisteren, zelfs als het een korte rit was, en daardoor leerden ze gaandeweg veel van de liedjes uit het hoofd.

Maar pas na mijn beroerte besefte ik hoe verstrekkend de gevolgen van deze muziek voor mij waren. Met zo veel recente ervaring in het zingen van jeugdwerkliedjes, ondervond ik dat zij het waren die mij in mijn beproevingen staande hielden. Op mijn moeilijkste momenten bad ik en zong ik in gedachten ‘Gebed van een kind’.4 Als ik net als een kind het eerste vers, ‘Hemelse Vader, hoort U mijn gebed’, uitriep, antwoordde Hij mij gelukkig door mij gerust te stellen dat ik niet alleen was en dat Hij er inderdaad was, zoals in het tweede vers van het liedje staat. Wat een kracht en een geruststelling!

Tijdens het genezingsproces kwam mijn man met de kinderen naar mijn ziekenhuiskamer om gezinsavond te houden, en vaak zongen we dan ‘Omdat hier liefde is’.5 Dat was het laatste liedje dat ik de jeugdwerkkinderen geleerd had, en het was geweldig om het mijn kinderen te horen zingen, omdat ik wist dat ik die zaadjes gezaaid had. Terwijl ze zongen, kon ik me de situatie van de moeder in het liedje indenken, die geknield bad. (En ik wenste zó dat ik ook kon knielen!) Haar smeekbeden aan haar hemelse Vader waren ook de mijne. En ik was net zo dankbaar voor het priesterschapsgezag in mijn gezin. Hoewel ik deze gedachten en gevoelens over mijn gezin niet kon uiten, bracht het jeugdwerkliedje ze voor mij onder woorden.

Er zijn inmiddels bijna vier jaar verstreken sinds mijn beroerte en ik heb al veel meer vaardigheden weer teruggekregen dan de artsen ooit verwacht hadden. Ik heb weer een beetje beheersing over mijn rechterarm, waardoor ik kan typen op mijn computer en mijn gemotoriseerde rolstoel bedienen. Ik gebruik een aangepaste soort gebarentaal — die ik voor het eerst in mijn jeugdwerkroeping gebruikte — om te communiceren. Daardoor kan ik nog steeds jeugdwerkliedjes met mijn kinderen ‘zingen’ en kan ik mijn gevoelens uiten tegenover familieleden en vrienden.

Vóór mijn beroerte was ik van plan geweest te zingen bij de doop van mijn kinderen. In augustus 2005 werd mijn oudste, Zach, gedoopt. Het lukte me om met mijn rechterhand ‘Als ik gedoopt ben’6 te pingelen op de piano, terwijl mijn man me ondersteunde om me op het pianobankje overeind te houden. Het voelde goed om mijn diepste gevoelens over de doop te uiten met behulp van muziek, en op een manier die Zach zou begrijpen.

Toen ik in mijn roeping als muziekleidster van het jeugdwerk begon, verwachtte ik niet dat ik daar zelf baat bij zou hebben. Maar het is duidelijk dat ik dat wél had! De jeugdwerkliedjes hebben mij gezegend met een beter begrip van de evangeliebeginselen, een sterker getuigenis, de mogelijkheid om met mijn gezin te communiceren, en de kracht om door te zetten. De teksten en melodieën van de jeugdwerkliedjes zijn weliswaar eenvoudig, maar de boodschap en de kracht die ervan uitgaan zijn duidelijk.

We begrijpen misschien niet altijd waarom de Heer ons een bepaalde taak geeft. Maar we moeten toch op de Heer vertrouwen en ons geloof in Hem en zijn ingevingen stellen. Ik ben erg dankbaar dat ik vóór mijn beroerte muziekleidster van het jeugdwerk was! Met de liedjes die ik niet meer kan zingen, kan ik toch nog mijn gevoelens aangaande het evangelie aan anderen kenbaar maken. Telkens als ik mijn kinderen jeugdwerkliedjes hoor zingen, weet ik dat hun getuigenis gesterkt wordt en dat zij mijn liefde voor de Heer en voor zijn evangelie delen.

NOTEN

  1. Kinderliedjes, p. 144.

  2. Kinderliedjes, p. 40.

  3. Artikelnr. 50428 120.

  4. Kinderliedjes, p. 6.

  5. Kinderliedjes, p. 102.

  6. Kinderliedjes, p. 53.

Afdrukken