2008
Christelijke eigenschappen ontwikkelen
Oktober 2008


Boodschap van het Eerste Presidium

Christelijke eigenschappen ontwikkelen

President Dieter F. Uchtdorf

Tijdens mijn loopbaan als piloot kwamen er soms passagiers naar de cockpit van mijn Boeing 747. Ze stelden vragen over de vele knoppen, instrumenten, systemen en procedures, en hoe al die technische apparatuur zo’n groot en prachtig vliegtuig liet vliegen.

Ik legde uit dat er een ingenieus aerodynamisch ontwerp voor nodig was, veel supplementaire systemen en programma’s, en krachtige motoren om ervoor te zorgen dat deze vliegmachine het comfort en de veiligheid van de passagiers kon waarborgen.

Om het niet al te ingewikkeld te maken en bij de basis te blijven, voegde ik eraan toe dat je alleen maar een krachtige voorwaartse beweging, een sterke stijgkracht, de juiste vliegpositie en de natuurwetten nodig had om de passagiers veilig over werelddelen, oceanen, hoge bergen en gevaarlijke onweersbuien te vliegen.

Op basis van mijn gesprekken met die bezoekers ben ik tot de conclusie gekomen dat ons lidmaatschap van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen ons ertoe brengt om soortgelijke vragen te stellen. Wat is de basiskennis, wat zijn de essentiële beginselen van ons lidmaatschap in het koninkrijk van God op aarde? Wat zal ons uiteindelijk door de moeilijkste problemen heen naar onze gewenste eeuwige bestemming leiden?

De onveranderlijke kern van het evangelie

De kerk, met al haar organisaties en programma’s, biedt veel belangrijke activiteiten voor de leden, die erop gericht zijn het gezin en het individu te helpen om hun God en elkaar te dienen. Maar soms kan het erop lijken dat wij deze programma’s en activiteiten belangrijker vinden dan de essentiële leerstellingen en beginselen van het evangelie. De procedures, programma’s, beleidsregels en organisatiestructuren zijn nuttig voor onze geestelijke vooruitgang op aarde, maar we mogen niet vergeten dat ze aan verandering onderhevig zijn.

Daartegenover staat dat de kern van het evangelie — de leerstellingen en de beginselen — nooit zal veranderen. Als ze de essentiële beginselen van het evangelie naleven, worden de heiligen der laatste dagen met macht, weerstandsvermogen en geestelijke zelfstandigheid gezegend.

Geloof is zo’n beginsel van macht. We hebben die macht in ons leven nodig. God heeft alle macht, maar die macht wordt in werking gesteld in reactie op ons geloof. ‘Geloof zonder de werken werkt niets uit’ (Jakobus 2:20). God werkt naargelang het geloof van zijn kinderen.

De profeet Joseph Smith heeft verklaard: ‘Ik leer hun de juiste beginselen en zij besturen zichzelf.’1 Kijk, dat vind ik nu een duidelijke stelling. Als we ons inspannen om de beginselen van het evangelie te begrijpen, ons die eigen te maken en na te leven, zullen we geestelijk zelfstandig worden. Het beginsel van geestelijke zelfstandigheid komt voort uit een essentiële leerstelling van de kerk: God heeft ons keuzevrijheid gegeven. Ik ben van mening dat keuzevrijheid, na het leven zelf, een van de grootste gaven van God aan zijn kinderen is.

Als ik de keuzevrijheid en de daaruit voortvloeiende eeuwige gevolgen nader bekijk, besef ik dat we kinderen van God zijn en dat we dienovereenkomstig moeten handelen. Ook word ik eraan herinnerd dat we als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen deel uitmaken van een grote, wereldwijde familie van heiligen.

De organisatiestructuur van de kerk past zich moeiteloos aan de omvang, het groeipatroon en de behoeften van de units aan. Er is een programma voor de kleine unit, met een zeer eenvoudige organisatiestructuur en minder vergaderingen. We hebben ook grote wijken met uitstekende organisatorische mogelijkheden om elkaar te dienen. Alle bewegen zich binnen de geïnspireerde programma’s van de kerk om de leden in de gelegenheid te stellen om tot Christus te komen en in Hem vervolmaakt te worden (zie Moroni 10:32).

Al die verschillende opties zijn gelijk in eeuwige waarde, omdat de leer van het herstelde evangelie van Jezus Christus dezelfde is in iedere unit. Als geordend getuige van de Heer Jezus Christus getuig ik dat Hij leeft, dat het evangelie waar is en antwoord geeft op alle persoonlijke en gemeenschappelijke problemen die de kinderen van God op aarde hebben.

Kracht van de getrouwen

In 2005 bezochten mijn vrouw en ik de leden van de kerk in veel landen in Europa. In sommige delen van Europa is de kerk al jarenlang aanwezig, al vanaf 1837. Er is een groot erfgoed van getrouwe leden in Europa. Momenteel zijn er ruim vierhonderdduizend leden in dat werelddeel. Als we daarbij de generaties mensen optellen die in de negentiende en twintigste eeuw van Europa naar Amerika zijn geëmigreerd, dan kan dat aantal gemakkelijk enkele malen vermenigvuldigd worden.

Waarom hebben zoveel getrouwe leden hun moederland in de beginperiode van de kerk verlaten? De redenen zijn legio: om aan vervolging te ontsnappen, om de kerk in Amerika op te bouwen, om hun economische omstandigheden te verbeteren, om dichter bij een tempel te wonen, en ga zo maar door.

Europa voelt de gevolgen van die uittocht nog steeds. Maar de kracht die uit verscheidene getrouwe generaties kerkleden voortkomt, begint nu duidelijk zichtbaar te worden. We zien meer jonge mannen, jonge vrouwen en echtparen voor de Heer op zending gaan; we zien meer tempelhuwelijken; we zien meer vertrouwen en moed bij de leden om anderen over het herstelde evangelie te vertellen. Onder de volken van Europa en veel andere delen van de wereld is er een geestelijk vacuüm omtrent de ware leringen van Christus. Dat vacuüm moet, kan en zal met de boodschap van het herstelde evangelie gevuld worden, naarmate onze fantastische leden dit evangelie met meer moed en geloof naleven en verkondigen.

Door de groei van de kerk in Europa zijn daar nu landen waar de kerk minder dan vijftien jaar gevestigd is. Tijdens ons bezoek in 2005 sprak ik met een zendingspresident die in zijn geboorteland Rusland werkzaam was en pas zeven jaar lid van de kerkwas. Hij zei: ‘Binnen een maand na mijn doop, werd ik als gemeentepresident geroepen.’ Voelde hij zich wel eens uit het lood geslagen? Absoluut! Heeft hij geprobeerd alle programma’s van de kerk in te voeren? Gelukkig niet! Hoe is hij in zo’n kleine gemeente en in zo’n korte tijd zo sterk geworden? Hij legde uit: ‘Ik wist met heel mijn ziel dat de kerk waar is. De leer van het evangelie vulde mijn verstand en mijn hart. Toen we lid van de kerk werden, voelden we dat we bij een familie hoorden. We voelden warmte, vertrouwen en liefde. Hoewel we met weinig mensen waren, probeerden we de Heiland te volgen.’

De leden steunden elkaar, deden hun uiterste best en wisten dat de kerk waar is. Niet de organisatie, maar het licht van het evangelie had hem aangetrokken. Die goede leden werden door dat licht versterkt.

In veel landen staat de kerk nog in de kinderschoenen en de organisatorische omstandigheden zijn soms verre van volmaakt. De leden kunnen echter een volmaakt getuigenis van de waarheid in hun hart meedragen. Wanneer de leden in hun land van herkomst blijven en de kerk opbouwen ondanks economische problemen en ontberingen, zullen toekomstige generaties deze hedendaagse pioniers dankbaar zijn. Zij geven gehoor aan de liefdevolle uitnodiging van het Eerste Presidium in 1999:

‘In onze tijd acht de Heer het gepast om de zegeningen van het evangelie, waaronder steeds meer tempels, in veel delen van de wereld te verlenen. Daarom willen we de al lang bestaande raad aan de leden van de kerk herhalen om in hun geboorteland te blijven en niet naar de Verenigde Staten te emigreren. (…)

‘Als de leden over de hele wereld in hun geboorteland blijven, en in hun eigen land aan de opbouw van de kerk werken, zullen zij en de kerk bijzonder gezegend worden.’2

Ik wil daar een waarschuwend woord aan toevoegen voor de leden onder ons die deel uitmaken van grote wijken en ringen. We moeten oppassen dat de kern van ons getuigenis niet gebaseerd is op de sociale dimensie van de kerk, of op de geweldige activiteiten, programma’s en organisaties van onze wijk en ring. Ze zijn allemaal belangrijk en waardevol — maar niet voldoende. Zelfs vriendschap is niet voldoende.

Veiligheid in gehoorzaamheid

We zien in dat we in een tijd van verwarring, rampen en oorlog leven. Wij en vele anderen beseffen hoeveel behoefte er is aan bescherming, ‘een toevlucht voor de storm en voor de verbolgenheid, wanneer die onversneden wordt uitgestort op de gehele aarde’(LV 115:6). Hoe vinden we zo’n toevluchtsoord? President Gordon B. Hinckley (1910–2008) heeft gezegd: ‘Onze deugd zal ons veiligheid verschaffen. Onze kracht ligt in onze rechtschapenheid.’3

U weet hoe Jezus Christus aan het begin van zijn aardse bediening zijn apostelen instrueerde, duidelijk en openhartig: ‘Komt achter Mij en Ik zal u vissers van mensen maken’ (Matteüs 4:19). Dat was ook het begin van de bediening van de twaalf apostelen. Ik vermoed dat zij zich ook wel eens tekort voelden schieten. Mag ik aanvoeren dat de Heiland zelf ons hier les geeft in kernleer en levensprioriteiten. We moeten Hem eerst gaan volgen, en als we dat doen, zal de Heiland ons zegenen, zodat we boven onszelf kunnen uitstijgen en worden wat Hij wil dat we worden.

Christus volgen is meer op Hem gaan lijken. Het is zijn karakter als voorbeeld nemen. Als kinderen van onze hemelse Vader hebben we het vermogen om christelijke eigenschappen met ons leven en ons karakter te verweven. De Heiland nodigt ons uit om zijn evangelie te leren kennen door zijn leringen na te leven. Hem volgen betekent de juiste beginselen toe te passen en vervolgens de zegeningen die volgen waar te nemen. Dit proces is tegelijkertijd uiterst ingewikkeld en heel eenvoudig. Oude en hedendaagse profeten hebben het met drie woorden omschreven: ‘Onderhoud de geboden’ — niets meer en niets minder.

Christelijke eigenschappen ontwikkelen is niet gemakkelijk, vooral niet als we afstand nemen van algemeenheden en abstracties, en het echte leven onder ogen zien. De toets is dat we praktiseren wat we prediken. De ware test komt als christelijke eigenschappen in ons leven zichtbaar dienen te worden — als huwelijkspartner, als vader of moeder, als zoon of dochter, in onze vriendschappen, in ons werk, in ons bedrijf en in ons tijdverdrijf. We kunnen onze groei herkennen, net als de mensen om ons heen, als we geleidelijk leren ‘in alle heiligheid voor [Hem] te handelen’ (LV 43:9).

In de Schriften staat een aantal christelijke eigenschappen die we gedurende ons leven moeten ontwikkelen. Dat zijn onder meer kennis en nederigheid, naastenliefde, gehoorzaamheid en ijver, geloof en hoop (zie LV 4:5–6). Deze karaktereigenschappen staan los van de organisatorische structuur van onze kerkelijke unit, economische omstandigheden, gezinssituatie, cultuur, ras of taal. Christelijke eigenschappen zijn gaven van God. Ze kunnen niet zonder zijn hulp worden ontwikkeld.

Vertrouwen op zijn macht

De enige hulp die we allemaal nodig hebben, wordt ons door de verzoening van Jezus Christus gegeven. Geloven in Jezus Christus en in zijn verzoening houdt in dat we volledig op Hem vertrouwen — ons verlaten op zijn oneindige macht, intelligentie en liefde. We maken ons christelijke eigenschappen eigen als we onze keuzevrijheid goed aanwenden. In Jezus Christus geloven leidt tot actie. Als we in Christus geloven, vertrouwen we voldoende op de Heer om zijn geboden na te leven — zelfs als we de geboden niet helemaal begrijpen. Als we ernaar streven om meer op de Heiland te lijken, moeten we ons leven geregeld evalueren, en ons door middel van ware bekering op Jezus Christus en de zegeningen van de verzoening verlaten.

Het kan moeilijk zijn om christelijke eigenschappen te ontwikkelen. We moeten bereid zijn om leiding en correcties van de Heer en zijn dienstknechten te aanvaarden. De wereldwijde conferenties van de kerk, bijvoorbeeld, met de muziek en toespraken, bieden geestelijke kracht, leiding en zegeningen ‘uit den hoge’ (LV 43:16). Het is een tijd dat de stem van persoonlijke inspiratie en openbaring vrede in onze ziel brengt en ons leert hoe we christelijker moeten worden. Deze stem is zo vriendelijk als de stem van een dierbare vriend en zal onze ziel vervullen als wij voldoende boetvaardig zijn.

Als we meer op de Heiland gaan lijken, zullen we toenemen in ons vermogen om ‘overvloedig te zijn in de hoop, door de kracht des heiligen Geestes’ (Romeinen 15:13). We zullen ‘de dingen van deze wereld terzijde [moeten] leggen en naar de dingen van een betere [moeten] streven’ (LV 25:10).

Dat brengt me terug bij mijn aerodynamische gelijkenis. Ik zei dat we ons op de basis moeten concentreren. Christelijke eigenschappen zijn de basis. Zij zijn de essentiële beginselen die de wind onder onze vleugels teweegbrengen. Als wij, stap voor stap, christelijke eigenschappen ontwikkelen, zullen ze ons ‘dragen als op arendsvleugelen’ (LV 124:18). Ons geloof in Jezus Christus geeft ons macht en een krachtige voorwaartse beweging; onze onwrikbare en actieve hoop zal sterke stijgkracht teweegbrengen. Ons geloof en onze hoop zullen ons over oceanen van verleiding en bergen van tegenspoed dragen en ons veilig terugbrengen naar onze eeuwige thuis en bestemming.

Noten

  1. Geciteerd door John Taylor, ‘The Organization of the Church’, Millennial Star, 15 november 1851, p. 339.

  2. Brief van het Eerste Presidium, 1 december 1991.

  3. ‘Tot w’u wederzien’, Liahona, januari 2002, p. 104.