2008
Help mee en voel je blij
Oktober 2008


Help mee en voel je blij

‘Gij zult uw gehele dienst aan Zion wijden’ (LV 24:7).

Jonathon klom mopperend de auto in en ging naast zijn broer, Mike, zitten. Hij wilde thuisblijven en een nieuw spelletje doen dat hij vorige week voor zijn verjaardag had gekregen. Maar zijn moeder had erop gestaan dat iedereen mee naar de kerk ging om de handen uit de mouwen te steken op de schoonmaakdag van de wijk.

‘Waarom moeten we daar naartoe?’, vroeg Jonathon aan zijn moeder toen hij haar hielp om de stofzuiger in de auto te tillen.

‘Het wordt heel leuk’, zei ze glimlachend. ‘Bovendien maken we allemaal gebruik van het kerkgebouw. Dan is het niet meer dan normaal dat we zo nu en dan helpen met schoonmaken.’

Jonathon keek uit het raam en zag de huizen en bomen aan zich voorbijtrekken op weg naar de kerk. Toen zijn moeder de auto op het parkeerterrein van de kerk neerzette, verraste het Jonathon dat broeder Lawson zijn auto naast die van hen parkeerde.

‘Wat doet broeder Lawson hier?’, vroeg Jonathon zich af.

Broeder Lawson was de laatste tijd heel ziek, hij had een soort kanker die ze leukemie noemden. Hij had heel lang in het ziekenhuis gelegen. Jonathon wist nog dat zijn ouders Mike en hem hadden gevraagd om voor broeder Lawson te bidden. Zo lang was broeder Lawson nog niet thuis uit het ziekenhuis.

Jonathon vond broeder Brother Lawson aardig. Hij was ouder dan Jonathons grootvaders, maar nam er de tijd voor om met Jonathon te praten over school en de sportclub. Eén keer is hij zelfs naar een van Jonathons wedstrijden komen kijken.

Toen Jonathon uit de auto gleed, zwaaide broeder Lawson en zei: ‘Hallo Jonathon.’ Broeder Lawson liep naar de achterkant van zijn auto en haalde een stofzuiger uit zijn kofferbak. Langzaam duwde hij de stofzuiger de kerk in.

‘Jonathon’, riep zijn moeder, ‘Kun je mij een handje helpen?’ Ze had moeite om hun stofzuiger uit de auto te tillen.

‘Ik kom al’, zei Jonathon. Hij hielp haar mee de stofzuiger uit de auto tillen en duwde die snel over het parkeerterrein.

De hele avond werkten Jonathon en Mike zij aan zij met broeder Lawson. Een paar keer was Jonathon zo moe dat hij moest rusten, maar hij zag dat broeder Lawson doorwerkte. En hij glimlachte er ook nog bij! ‘Het is fijn om te kunnen helpen, hè’, zei broeder Lawson.

Jonathon voelde dat hij er anders tegenaan ging kijken. Als broeder Lawson blij kan zijn onder het helpen, dan kan ik dat ook, dacht hij. Hij begon nog harder te werken.

‘Bedankt dat je bent meegegaan’, zei zijn moeder toen ze terug naar huis reden.

‘Graag gedaan’, zei Jonathan. ‘Het spijt me dat ik niet mee wilde. Ik wist niet dat je zo veel kon leren van stofzuigen.’

Afdrukken