Wees altijd ijverig
Toen ik vijftien jaar was, aten de zendelingen vaak bij onze buren. Mijn oudere zus zag ze elke dag komen en gaan, en vroeg hen of ze iets aan het verkopen waren. Ze zeiden nee, en zo kwamen ze in aanraking met ons gezin. Mijn vader, moeder, broers en zussen ontvingen de lessen en lieten zich allemaal dopen. Ik werd toen echter geen lid van de kerk. Ik was in die tijd een andere kerk aan het onderzoeken, maar was wel oprecht aan het zoeken.
In Mexico is Moederdag altijd op 10 mei. Die dag vroeg mijn moeder mij of ik van haar hield. Ik antwoordde: ‘Ja, ik houd van u.’
Ze gaf me haar getuigenis en vroeg mij of ik me wilde laten dopen. Ik besloot me nog diezelfde dag te laten dopen. De volgende zondag werd ik bevestigd en ontving ik de gave van de Heilige Geest. In die periode is mijn leven volledig veranderd. Ik begon alles over de kerk te lezen wat ik te pakken kon krijgen, vooral de leringen van Joseph Smith. Ik had geloof, en aanvaardde de leringen van de kerk door alles wat ik las. Mijn geloof groeide naarmate ik groeide in het evangelie.
Wees ijverig
Voordat ik jullie twee verhalen uit mijn leven ga vertellen, wil ik iets aanhalen wat ik altijd met onze zendelingen besprak toen ik zendingspresent was. In Predik mijn evangelie staat het volgende citaat van president Ezra Taft Benson (1899–1994): ‘Ik heb vaak gezegd dat werken een van de grootste geheimen van goed zendingswerk is! Als een zendeling werkt, krijgt hij de Geest; als hij de Geest krijgt, onderwijst hij met de Geest; en als hij met de Geest onderwijst, raakt hij het hart van de mensen en is hij gelukkig. Dan is er geen heimwee, zijn er geen zorgen over de familie — want alle tijd, talenten en aandacht zijn gericht op het zendingswerk. Werken, werken, werken — er is geen aanvaardbaar alternatief voor, zeker niet in het zendingswerk.’1
In de Spaanse versie van ‘Leidraad voor de zendeling’, die werd gebruikt voordat Predik mijn evangelie uitkwam, was het Engelse woord voor werken vertaald als ijverig zijn. Behalve ijverig zijn, moet je al je tijd, talenten en aandacht richten op het zendingswerk om succesvol te zijn. En als je gelukkig bent in plaats van boos of verontwaardigd, zal je werk tot goede resultaten leiden.
Deze formule heb ik in mijn eigen leven geleerd. Kort na mijn doop trad ik in dienst bij een grote oliemaatschappij. Ik leerde deze waarheden over werken en maakte zo vooruitgang binnen het bedrijf.
Oefening leidt tot nieuwe mogelijkheden
Een bepaalde manager in het bedrijf had veel macht. Hij verzocht elke afdeling twee mensen te sturen om hem te helpen bij een inventarisatie. Hij zei dat de enige vereiste was dat men iets van boekhouding wist.
Ik had een opleiding gevolgd aan een handelsschool, en had een certificaat voor het vak boekhoudkunde. Mijn afdelingschef zei: ‘Ga naar hem toe en zeg dat je hem komt helpen met de inventarisatie en dat je accountant bent.’ Hij wilde zien hoe de andere man zou reageren op het feit dat ik nog zo jong was.
Toen ik mij meldde, vroeg de manager wat ik kwam doen. Ik antwoordde: ‘Ik ga u helpen met de inventarisatie.’ Ik deed wat mijn chef me had opgedragen en vertelde hem dat ik accountant was. Hij begon te lachen.
Toen zei hij: ‘Nou, meneer de boekhouder, ga maar eens op mijn plek zitten. Pak deze telmachine en tel alles in elke kolom zo snel mogelijk op.’
Ik begon langzaam met één vinger. Hij duwde me uit de stoel en zei: ‘Jij weet niets; ik geef je straf. Je komt hier twee weken lang in een stoel voor mij zitten, en kijkt hoe ik het werk doe.’
Ik verwisselde van stoel. Hij zei: ‘Let op.’ Hij begon uitermate snel op te tellen, zelfs zonder naar zijn handen te kijken. Ik stond versteld. Ik dacht dat hij een grapje maakte om hem twee weken lang aan het werk te zien, maar hij meende het.
De eerste dag zat ik daar zes of zeven uur achter elkaar. Die avond bleef ik op het werk en wachtte ik tot iedereen het gebouw had verlaten. Toen stapte ik zijn kantoor binnen en verwisselde ik de papierrol in de telmachine en begon te oefenen met het optellen van dezelfde kolommen die hij had gedaan. Ik werkte urenlang door en begon steeds sneller te worden. Toen ik dacht dat ik het minstens even snel kon als hij, ging ik een paar uur slapen.
De volgende ochtend waste ik snel mijn gezicht en verliet via de voordeur het gebouw toen deze vroeg open was. Daarna liep ik weer naar binnen toen de manager was verschenen. Ik klopte op zijn deur. Hij zei: ‘OK, ga daar zitten en kijk wat ik doe.’
Toen hij op de telmachine was begonnen, leek hij erg traag. Ik had zeven uur achter elkaar geoefend. Ik duwde hem voorzichtig opzij en vroeg hem om in mijn stoel te gaan zitten. Ik begon zeer snel op te tellen. Hij was verbaasd.
Hij zei: ‘Wat heb je gedaan?’ Hij dwong me het hem te vertellen. Hij zei: ‘Omdat je dit hebt geleerd, kom je voortaan bij mij werken en zal ik je alles leren wat ik weet.’
Zo veranderde ik van afdeling. Na een paar jaar vertrok hij en kon ik zijn plaats op zijn aanbeveling innemen. Ik was ijverig, richtte mijn aandacht op wat ik wilde bereiken en was gelukkig met wat ik deed. Ik was niet boos omdat hij mij eerst had bestraft.
De sleutel tot succes
Je kunt alles doen wat goed is. Wees altijd ijverig, richt je aandacht op je doel en wees gelukkig.
Het bedrijf waar ik werkte, werd gesloten. Ik verhuisde naar Mexico-stad, en omdat ik graag wilde werken, solliciteerde ik naar een tijdelijke baan bij een internationale uitgeverij. Ik moest daar een inventarisatie uitvoeren, iets waarin ik een soort specialist was geworden. Ik deed de inventarisatie in twee weken tijd. Ik kreeg een vaste baan aangeboden met een goed salaris, die ik heb aangenomen.
Ik sprak in die tijd geen Engels. Onze directeur, een man uit Texas die geen Spaans sprak, zei tegen mijn baas: ‘Deze knaap levert goed werk. Als hij Engels kon spreken, zouden we zijn salaris verhogen. We zouden hem naar New York sturen voor verdere training, en hij zou hier uiteindelijk een managementfunctie kunnen krijgen.’
Toen mijn baas mij dat vertelde, vroeg ik: ‘Ik hoef alleen maar Engels te leren?’
Ik was inmiddels getrouwd. Mijn vrouw sprak Engels omdat ze in de kolonies van de kerk in Mexico was geboren. Toen ik de eerste keer een paar woorden in het Engels probeerde te zeggen, zei iemand dat ik dat beter maar niet kon doen. Het was beslist geen gave van mij.
Nu werd ik gemotiveerd door de gedachte aan een betere functie en de mogelijkheid om naar New York te reizen. Ik ging naar een taalschool toe en zei dat ik zo snel mogelijk Engels wilde leren spreken.
Ze vroegen mij: ‘Hoeveel weet je al?’
Ik zei: ‘Geen woord. Niet eens “goedemorgen”.’
Ze zeiden: ‘We hebben een intensieve cursus: twee weken lang, zestien uur per dag. Acht uur op school met leerkrachten en acht uur per dag thuis met tapes. Het kost duizend dollar.’
Ik zei: ‘Dat gaat me lukken. Ik neem mijn vakantiedagen op en kan dan twee weken lang zestien uur per dag studeren.’
Ik stapte naar mijn baas en zei: ‘Ik ga in twee weken Engels leren, en het kost je maar duizend dollar.’ Hij lachte en zei: ‘Dat is onmogelijk. Ik heb er twee jaar over gedaan.’
Ik zei tegen mijn baas: ‘Vraag de directeur om me twee weken vakantie te geven en de cursus te betalen. Als ik na die twee weken geen Engels met hem kan praten, kunt u de kosten van mijn salaris aftrekken.’
Hij gaf zijn toestemming.
Ik ging naar de school. Acht uur lang kreeg ik om de drie kwartier een andere leerkracht. Ze stampten de woordenschat, zinnen en conversaties er bij mij in.
Na acht uur op school ging ik de straat op en zocht ik naar Engelssprekende toeristen om mee te praten. Daarna luisterde ik minstens acht uur lang naar de tapes.
Mijn belangrijkste reden om naar school te gaan was niet om Engels te leren. Ik wilde graag manager worden en naar New York City gaan. Omdat ik sterk gemotiveerd was, ging het leren van Engels me goed af. Ik genoot van elke seconde.
Toen ik de 224 uren studie er op had zitten, kon ik enigszins in het Engels communiceren. Ik wist dat de ware test zou komen in een gesprek met de directeur. Als dat niet lukte, zou ik de duizend dollar moeten terugbetalen. Ik bedacht dan ook een plan. Ik zou alles wat ik had geleerd proberen te spuien. Eenmaal op zijn kantoor praatte ik twintig minuten lang aan één stuk door, zonder hem er een woord tussen te laten komen. Hij zei: ‘Dat is genoeg. Stuur hem naar New York.’ En ik ging naar New York!
Een leerervaring
Als je succes in iets nastreeft, moet je je aandacht op je doel richten, ijverig zijn en gelukkig zijn met wat je doet. Met deze aanpak slaag je overal in. Je kunt veel leren en elk eerzaam doel bereiken. Geniet van wat je doet, ook al is het moeilijk. Doe dit op je zending of in welk ander aspect van je leven dan ook. Denk aan de woorden van president Benson: ‘Werken, werken, werken.’