Huisbezoekboodschap
In aanmerking komen voor tempelbezoek en -aanbidding
Behandel deze teksten en uitspraken (of indien nodig een ander beginsel) die de zusters bij wie op bezoek gaat tot zegen zullen zijn. Geef uw getuigenis van de leer. Vraag hen te vertellen wat ze voelen en leren.
Hoe kan ik me voorbereiden op de tempel?
Silvia H. Allred, eerste raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium: ‘De tempel is het huis des Heren. Hij bepaalt hoe we de tempel gebruiken, welke verordeningen er worden verricht en aan welke vereisten we moeten voldoen om in de tempel aan het tempelwerk deel te nemen. U zult de zegeningen van de tempel waardig moeten zijn. We bereiden ons voor door de geboden te onderhouden en de wil van God te doen’ (‘Heilige tempels, heilige verbonden’, Liahona, november 2008, p. 113).
Ouderling David B. Haight (1906–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘Als we naar de tempel willen gaan, moeten we zó leven dat we waardig zijn om in de tempel deel te nemen aan het tempelwerk. (…) We beoordelen onze waardigheid om de tempel te betreden in (…) interviews met priesterschapsleiders. Onze handtekening, en die van hen, op onze tempelaanbeveling getuigen dat wij waardig zijn om de tempel te betreden’ (‘Ga naar het huis des Heren’, De Ster, juli 1992, p. 11).
Welke zegeningen krijgen we door in aanmerking te komen voor tempelbezoek en -aanbidding?
LV 110:7:‘in dit huis zal Ik Mij in genade aan mijn volk bekendmaken.’
President Howard W. Hunter (1907–95): ‘Laten we zo vaak naar de tempel gaan als onze tijd, middelen en persoonlijke omstandigheden dat toelaten. Laten we niet alleen voor onze dierbare voorouders gaan, maar ook om zelf de zegeningen van de tempel te ontvangen, en te proeven van de heiligheid en veiligheid die binnen die heilige muren te vinden zijn. De tempel is een plek van schoonheid, van openbaring en van vrede’ (‘Het grote symbool van ons lidmaatschap’, De Ster, november 1994, p. 4).
LV 38:32: ‘daar zal Ik u mijn wet geven; en daar zult u worden begiftigd met macht uit den hoge’ (zie ook LV 95:8).
Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘De zegeningen van de tempelbegiftiging zijn voor ons net zo essentieel als onze doop. Daarom dienen we ons voor te bereiden zodat we rein zijn om de tempel van God te betreden. Tempelwerk is een gelegenheid om onze eigen begiftiging en verbonden voor de levenden te ontvangen en te sluiten, en om dezelfde verordeningen voor de verlossing van de doden te verrichten. Daarom dienen wij volgens de Schriften tempels te bouwen en ons leven op orde te brengen, zodat we waardig zijn om deel te nemen aan de heilige tempelverordeningen en -verbonden. (…)
Het belangrijkste doel van de tempel is te voorzien in de verordeningen die noodzakelijk zijn om in het celestiale koninkrijk onze verhoging in te kunnen gaan. Tempelverordeningen voeren ons naar onze Heiland en schenken ons de zegeningen die we ontvangen door de verzoening van Jezus Christus’ (‘Temple Blessings’, in Brigham Young University 2005–2006 Speeches [2006], pp.1, 4).
President Gordon B. Hinckley (1910–2008): ‘Ik ben ervan overtuigd dat iedere man of vrouw die in een geest van oprechtheid en geloof naar de tempel gaat, het huis des Heren als een betere man of vrouw verlaat. Wij hebben allemaal voortdurend verbetering in ons leven nodig. Het is nodig om af en toe het lawaai en de drukte van de wereld achter ons te laten en binnen de muren te komen van een gewijd huis van God, om daar zijn geest te voelen in een omgeving van heiligheid en vrede’ (‘Over zendingen, tempels en rentmeesterschap’, De Ster, januari 1996, p. 51).