2009
Een prachtige toekomst
juli 2009


Een prachtige toekomst

‘Is er nog iemand wakker?’ De eerste keer dat ik dat vroeg, kreeg ik twee fluisterende reacties. Nu, uren later, gaf de stilte aan dat ik de laatste in de kamer was die de slaap niet kon vatten.

Het was mijn eerste nacht in het opleidingscentrum voor zendelingen. Die dag had ik afscheid genomen van mijn ouders, en mijn collega en de andere zendelingen ontmoet die naar Italië zouden gaan. Ook had ik de eerste serie lessen bijgewoond. Ik was doodmoe, maar mijn hoofd tolde van allerlei gedachten. ‘Waar ben ik aan begonnen?’ vroeg ik mezelf steeds weer af. Ik twijfelde eraan of ik ooit zou leren een zendeling te zijn. Zou ik de moed hebben om met het vliegtuig naar een vreemd land te gaan en met vreemden over het evangelie te spreken? Misschien had ik hier helemaal niet moeten zijn. De tranen rolden over mijn wangen.

Toen moest ik denken aan iets wat mijn moeder me had verteld over haar broer Larry. Oom Larry was in de jaren zeventig als zendeling werkzaam geweest in Uruguay en Paraguay. Eerst had hij nachtenlang liggen piekeren over zijn gevoelens van onbekwaamheid. Als hij voelde dat hij het niet langer meer kon uithouden, stapte hij uit bed, ging hij naar de badkamer en knielde hij neer om zijn hemelse Vader om gemoedsrust te smeken. Op de een of andere manier wist oom Larry met de hulp van de Heer door te gaan en een goede zending te vervullen.

Deze gedachte gaf me enige hoop en ik sloop door de gang naar de badkamer. In het zwakke licht knielde ik snikkend op de koude tegelvloer neer. Ik smeekte mijn hemelse Vader om mij een gevoel van vrede te geven, zodat ik de moed zou hebben om voorwaarts te gaan.

Ik wachtte. Er gebeurde niets. Ik wachtte nog langer, en hoorde alleen mezelf huilen. Uiteindelijk zat er niets anders op dan maar weer naar bed terug te gaan.

Vlak voordat ik in slaap viel, kwam het antwoord. De Geest vulde mijn gedachten met een heldere, warme indruk van een prachtige plek. Opeens wist ik dat ik weliswaar eerst een moeilijke en angstige tijd zou hebben, maar dat als ik voorwaarts zou gaan, ik daar zou komen waar de Heer me wilde hebben. Die gedachte vervulde me met vrede, en ik viel in slaap.

De Geest had me een glimp van een prachtige toekomst laten zien. Op de moeilijke momenten in het opleidingscentrum voor zendelingen sloot ik mijn ogen en wist ik weer wat ik had gevoeld. Door te bidden en hard te werken heb ik mijn angsten overwonnen.

Ik kwam al snel terecht in Genua (Italië), met mijn nieuwe collega. De keuken van onze flat had een glazen deur die naar een balkon voerde. Ik stapte het balkon op en keek uit over de stad. Ik kende en koesterde deze plaats al. Dit was de plek die ik die nacht in het opleidingscentrum voor zendelingen in gedachten voor mij had gezien. Ik wist dat de Heer me naar dit moment had geleid, en dat ik op de juiste plek was.