2011
Kinderen een veilig gevoel geven
2011 februari


Ons gezin, ons thuis

Kinderen een veilig gevoel geven

Als ouders begrijpen hoe kinderen op traumatische situaties reageren, kunnen ze hen helpen om moeilijke tijden te doorstaan.

Wij leven in een tijd waarin moeilijke voorvallen — zoals echtscheiding, ziekte, overlijden, ongelukken, natuurrampen, oorlog en werkloosheid — het gevoel van veiligheid thuis in gevaar brengen. Maar ouders kunnen veel doen om hun kinderen ondanks die storende invloeden een gevoel van stabiliteit, geborgenheid en veiligheid te geven.

Hoe kinderen reageren

Om ertoe bij te dragen dat kinderen beter met traumatische situaties omgaan, moeten we eerst begrijpen hoe ze erop reageren. Die reacties worden beïnvloed door de stabiliteit van het gezin en door de leeftijd en emotionele rijpheid van het kind.

Van nul tot zes jaar

Een baby uit gevoelens van ongemak door storende gebeurtenissen in de vorm van onrustig gedrag, huilen en een verlangen om vastgehouden te worden. Vaak hoeft een baby alleen maar door een ouder vastgehouden of gevoed te worden. Kleine kinderen zijn iets rijper dan baby’s. Niettemin kan een verstoring van de routine van een zesjarige tot gevolg hebben dat het kind zich machteloos voelt. Hij of zij kan bijvoorbeeld erg verontrust zijn als er sprake is van afzondering van de ouders tijdens een natuurramp of in de maanden na een echtscheiding. Ouders kunnen kleine kinderen in dergelijke omstandigheden helpen door zo veel mogelijk routines in stand te houden. Ze kunnen doorgaan met gezinsgebed, gezamenlijke maaltijden en andere routines die bestonden vóór de grote verandering. Die continuïteit draagt ertoe bij dat de kinderen zich op hun gemak voelen en dat ze een gevoel van vertrouwen en stabiliteit hebben.

Zeven tot tien jaar

Oudere kinderen kunnen begrijpen wat er gebeurt als iets of iemand ze permanent ontvalt, door een verhuizing of als een van de ouders overlijdt. Daardoor kan de verontrustende gebeurtenis ze erg dwars zitten. Hun kijk op het leven is dan geweld aangedaan. Het kan voorkomen dat ze over de traumatische gebeurtenis blijven praten, in een poging om te begrijpen hoe ze met het probleem om moeten gaan. Ze hebben misschien hulp nodig om de ervaring te doorgronden of om hun gevoelens te uiten. Bedenk dat hun manier van redeneren niet hetzelfde is als van een volwassene. Het is bijvoorbeeld gebruikelijk voor een kind om te denken dat het schuld heeft aan de echtscheiding van de ouders. Ouders kunnen hiermee helpen door erachter te komen wat hun kinderen denken en voelen, en vervolgens eventuele misvattingen uit de weg te ruimen.

Elf tot achttien jaar

Kinderen van elf tot achttien kunnen zich zorgen maken over plaatselijke, landelijke of internationale gebeurtenissen. Oudere tieners beginnen te beseffen dat ze een overgang zullen maken van thuiswonen naar een situatie waarin ze zelfstandig met de roerige wereld worden geconfronteerd. Ze kunnen overweldigd raken door hevige emoties en weten misschien niet hoe ze erover moeten praten.

Ouders kunnen hun pubers helpen door iets leuks met ze te doen, zoals samen koken, bordspelletjes spelen of sporten. Ouders kunnen ook met ze praten over de moeilijkheden die zij hadden toen ze in de puberteit waren. Vertellen ouders over hun eigen gedachten en gevoelens, dan voelen de kinderen zich meer op hun gemak en vertellen ze eerder wat zij denken of voelen. Op die manier wordt emotionele intimiteit ontwikkeld. Zelfs als pubers geen grote belangstelling tonen, luisteren ze wél.

Wat ouders kunnen doen

Allereerst moeten ouders inzien dat hun kinderen zich ergens druk over maken.1 Kinderen kunnen ongebruikelijk gedrag vertonen zoals langdurige droefenis of prikkelbaarheid, meer of minder eetlust, een verstoord slaappatroon, gebrek aan concentratie, of abnormale schoolprestaties. Oudere kinderen kunnen risicovol gedrag gaan vertonen zoals roekeloosheid, gebruik van verdovende middelen, seksueel actief worden, zich uit de familie- of vriendenkring terugtrekken, of zich aan sociale situaties onttrekken.

U kunt helpen als u weet hoe u ieder kind moet koesteren en verzorgen. U kunt uw kinderen bijvoorbeeld al op jonge leeftijd woorden leren om hun emoties te beschrijven. Denk bijvoorbeeld aan de woorden verdrietig, boos, gefrustreerd, bang, bezorgd, en gespannen.

Als uw tiener na een traumatische gebeurtenis roekeloos gedrag vertoont, luistert u goed naar zijn of haar woorden en emoties. Net als bij kleinere kinderen helpt u uw tiener om zijn of haar gevoelens goed uit te drukken. En toon begrip, in de wetenschap dat de traumatische gebeurtenis het roekeloze gedrag teweeg kan hebben gebracht.

Probeer in dergelijke gesprekken met uw kinderen niet te preken, en maak ook geen boze, kritische of sarcastische opmerkingen. Zoek uit wat voor verdriet of pijn uw kind heeft en geef blijk van meegevoel. U kunt beginnen met te zeggen: ‘Ik weet dat je verdriet hebt omdat je vriend is overleden. Ik kan me alleen proberen in te denken hoe moeilijk dat moet zijn. Ik maak me wel zorgen omdat je uit verdriet alcohol bent gaan drinken.’ Als u een harde opstelling aanneemt in zo’n gesprek, leidt dat maar zelden tot een goede uitkomst.

Empathisch luisteren

Soms kunt u de neiging hebben om maar niet te praten met een kind dat over zijn toeren is. Maar in veel gevallen is een kind niet in staat om zonder hulp om te gaan met de emoties die hem of haar dwarszitten. Luistert u vol meegevoel als uw kinderen hun zorgen uitspreken, dan voelen ze liefde en troost.

Een beproefde methode om empathisch te luisteren, is in eigen woorden te herhalen wat het kind over zijn gevoelens zegt om er zeker van te zijn dat u ze begrijpt. Het kan nodig zijn om het kind te helpen ontdekken wat hij of zij voelt. U kunt bijvoorbeeld zeggen: ‘Je lijkt verdrietig en gespannen als ik informeer naar je vriend van wie de ouders gescheiden zijn.’ Wacht op het antwoord; geef daarna uw kind de kans om het gesprek voort te zetten. Kinderen zijn geneigd om te praten als zij het gevoel hebben dat ze het gesprek leiden.

Help kinderen om gevoelens te verwerken

Als u een kind helpt om onprettige gevoelens te verwerken, zal het zich bewust zijn dat het greep op het leven heeft. Vaak kunt u met uw kind de oorzaak van die gevoelens ontdekken als u empathisch luistert. U kunt vragen: ‘Waarom zou je je zo voelen?’ Wacht op antwoord en luister goed. Dat antwoord komt misschien niet meteen.

Soms kan het nodig zijn om te brainstormen over alternatieve oplossingen. U kunt vragen welke weerslag de oplossing die het kind overweegt op andere betrokkenen zou hebben. Getuigt de overwogen oplossing van respect voor familie of vrienden? Is hij realistisch? Hoe voelt het kind zich erbij? Hij of zij kan misschien niet meteen een oplossing bedenken. Verzeker uw kind ervan dat u hem of haar liefhebt en dat het niet nodig is om meteen een oplossing te vinden.

Vol vertrouwen reageren

Ziet u ongebruikelijke gedragspatronen in uw kinderen en helpt u ze vervolgens liefdevol om hun gedachten en gevoelens te uiten en begrijpen, dan krijgen uw kinderen een gevoel van geborgenheid en veiligheid.

Het belangrijkste dat u kunt doen om die geborgenheid en veiligheid thuis te bevorderen, is uw gezinsleven te baseren op de beginselen van het evangelie van Jezus Christus. U kunt inspiratie opdoen voor hulp aan uw kinderen door te vasten, te bidden, de Schriften te onderzoeken en naar de tempel te gaan. U kunt met uw priesterschapsleiders praten. Afhankelijk van de ernst van de problemen kunt u ook overwegen om professionele hulp in te roepen.

Handelt u met geloof in uw hemelse Vader en zijn Zoon, dan wordt u gezegend met troost en steun. Kinderen vinden meer troost en bestendigheid als zij en u naar de woorden van de profeten leven. U krijgt een vredig gezinsleven als u een gewoonte maakt van persoonlijk en gezinsgebed, schriftstudie en tempelbezoek.

Noot

  1. Zie John Gottmann en Joan DeClaire, The Heart of Parenting: Raising an Emotionally Intelligent Child (1997).

Foto’s Robert Casey, tenzij anders aangegeven.

Foto Adam C. Olson