2011
Medeleven tonen
2011 februari


Medeleven tonen

Naar ‘Some Have Compassion, Making a Difference’, Ensign, mei 1987, p. 77.

Elder Robert D. Hales

In de gelijkenis van het verloren schaap ging de herder achter het verloren schaap aan en zocht hij tot hij het vond. Toen hij terugkwam, was hij verheugd (zie Lucas 15:4–7).

In de gelijkenis van de verloren schelling stak de weduwe een kaars aan die licht gaf en veegde ze alle hoeken van haar woning uit tot ze de munt vond. Toen ze hem gevonden had, verheugde ze zich (zie Lucas 15:8–10).

Beide gelijkenissen zijn voorbeelden van ondernomen actie om te zoeken, het duister te verlichten en te vegen totdat een gekoesterde bezitting of een verloren ziel is gevonden en vol vreugde naar huis is teruggebracht.

Don en Marian Summers zijn een goed voorbeeld van mensen die met medeleven en dienstbaarheid iets goeds teweegbrengen. Op zending in Engeland werd hen verzocht om de laatste zes maanden in de gemeente Swindon door te brengen en daar te onderwijzen en te helpen met het activeren van leden. Al tachtig jaar lang was Swindon een gemeente met slechts enkele getrouwe leden en veel goede leden die minderactief waren geworden.

Don en Marian schrijven: ‘Ons eerste bezoek aan de gemeente Swindon was wat ontmoedigend. We kwamen met de heiligen bijeen in een koud huurzaaltje. Inclusief president en zuster Hales en vier zendelingen waren er zeventien aanwezigen. We kropen met onze winterjas aan rond een ontoereikend kacheltje en luisterden naar de zondagsschoolles.’

De brief vervolgt: ‘Op een dag vroeg een gemeentelid me: “Ouderling Summers, mag ik u een goede raad geven? Noem nooit het woord tiende tegen de leden in Swindon; ze geloven er echt niet in, en u maakt ze er alleen maar boos mee.”’

Broeder Summers schrijft: ‘We onderwezen tóch in de tiende en alle andere evangeliebeginselen. Met het voorbeeld en de aanmoediging van de gemeentepresident vond er een verandering van hart plaats en namen het geloof en de activiteit van de leden toe. We bezochten alle leden thuis en werkten de lidmaatschapskaarten bij. Toen de leiders lieten zien dat het ze iets kon schelen, begonnen de leden daarop te reageren en doordrong een hele nieuwe geest de gemeente. De leden werden weer enthousiast over het evangelie en begonnen elkaar te helpen. (…)

‘Een jong echtpaar vond het moeilijk om zich aan te passen omdat hun gewoontes, manieren en kledingstijl anders waren. Ze waren beledigd als iemand voorstelde dat ze iets veranderden. Het paar schreef tot tweemaal toe een brief aan de bisschop [het was inmiddels een wijk geworden] met het verzoek om hun namen uit de ledenadministratie van de kerk te verwijderen. In de laatste brief verboden ze de leden om hen te bezoeken, dus gingen [wij] naar de bloemist, kochten mooie chrysanten voor ze en lieten die bij het jonge echtpaar bezorgen. Er stond een korte boodschap op het kaartje. ‘We hebben jullie lief; we missen jullie; we hebben jullie nodig. Kom alsjeblieft terug.’ Was getekend, de wijk Swindon.

‘De volgende zondag was het vasten-en-getuigenisdienst. En het was onze laatste zondag in Swindon. Er waren 103 leden aanwezig, terwijl er zes maanden eerder slechts zeventien leden waren. Het jonge echtpaar was gekomen. De man gaf zijn getuigenis en bedankte de wijk Swindon omdat ze hen niet hadden opgegeven.’

Ieder van ons kan iets soortgelijks meemaken in zijn wijk of gemeente als we ons vol liefde inzetten voor de minderactieven. Wat is het een vreugde om ‘barmhartig jegens sommigen’ (Judas 1:22) te zijn, die misschien wel klaar zijn om zichzelf te vinden en terug te komen.