Met de woorden van kerkleiders

Zorg voor de armen

‘Door de hele geschiedenis heen heeft de Heer samenlevingen en individuen beoordeeld naar de mate waarin ze voor de armen zorgden. Hij heeft gezegd:

‘“Want de aarde is vol, en er is meer dan genoeg; ja, Ik heb alle dingen bereid, en heb het de mensenkinderen gegeven naar eigen believen te handelen.

‘“Daarom, indien iemand neemt van de overvloed die Ik heb gemaakt, en niet zijn deel, volgens de wet van mijn evangelie, aan de armen en behoeftigen geeft, zal hij, onder kwelling, met de goddelozen, zijn ogen opslaan in de hel.’ (LV 104:17–18; zie ook LV 56:16–17.)

‘Verder verklaart Hij: “Niettemin zult u in uw stoffelijke zaken gelijk zijn, en wel zonder tegenzin, anders zal de overvloed van de openbaringen van de Geest worden tegengehouden.” (LV 70:14; zie ook LV 49:20; 78:5–7.)

‘Wij bepalen het gebruik van onze middelen en bezittingen, maar leggen rekenschap af aan God van dit rentmeesterschap over aardse zaken. Het is fijn om te zien hoe gul u bijdraagt met uw vastengaven en aan humanitaire projecten. In de loop der jaren is het lijden van miljoenen mensen verlicht en zijn talloze anderen in staat gesteld om zichzelf te helpen door de vrijgevigheid van de heiligen. Toch dient een ieder van ons bij het voortstuwen van de zaak van Zion gebedsvol te overwegen of we alles doen wat we zouden moeten doen, en alles doen in de ogen van de Heer wat betreft de armen en de behoeftigen.’

Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘Kom tot Zion’, Liahona, november 2008, p. 39.