2013
Een vriendin benaderen
Februari 2013


Jongeren

Een vriendin benaderen

Toen ik op een dag iets voor seminarie aan het bestuderen was, kreeg ik een mooie, duidelijke ingeving. Toen ik de les voor de volgende dag doorlas, zag ik het gezicht van een vriendin van school voor me en ik kreeg sterk het gevoel dat ik mijn getuigenis aan haar moest geven.

Hoewel de ingeving onmiskenbaar was, was ik toch bang. Ik maakte mij zorgen dat mijn vriendin me zou afwijzen, vooral omdat het er niet op leek dat iemand zoals zij interesse in de kerk zou hebben.

 Ik dacht terug aan een toespraak van zuster Mary N. Cook van het algemeen jongevrouwenpresidium, waarin ze ons de uitdaging gaf om hard te werken en heldhaftig te zijn.1 Zo wilde ik zijn, dus schreef ik dit meisje een brief en getuigde dat de kerk waar was en dat ik graag in het Boek van Mormon las. De volgende dag stopte ik een Boek van Mormon in haar tas, samen met de brief.

 Tot mijn verbazing stond mijn vriendin open voor het evangelie. Vanaf die dag vertelde ze mij wat ze door haar studie van het Boek van Mormon te weten was gekomen. Een paar weken later stelde ik haar aan de zendelingen voor. Ze kreeg bijna meteen een bevestiging van de Heilige Geest dat hetgeen ze aan haar vertelden, waar was. De zendelingen en ik huilden toen ze ons over haar gevoelens vertelde. Mijn vriendin liet zich kort daarna dopen. Haar ouders waren verbaasd toen ze zagen welke veranderingen ze doormaakte.

 Ik ben erg blij dat ik mijn angsten overwonnen heb en haar over het evangelie verteld heb.

Noot

  1. Zie Mary N. Cook, ‘Geef nooit, maar dan ook nooit, op!’ Liahona mei 2010, pp. 117–119.