2013
Onkreukbaarheid: het fundament van een christelijk leven
Februari 2013


Onkreukbaarheid het fundament van een christelijk leven

Naar een toespraak, gehouden tijdens een devotional aan de Brigham Young University op 6 december 2011. Zie speeches.byu.edu voor de volledige Engelse tekst.

Afbeelding
Ouderling Tad R. Callister

Onkreukbaarheid is de moed om te doen wat juist is, ongeacht de gevolgen en het ongemak.

Het klassieke toneelstuk van Robert Bolt A Man for All Seasons gaat over het verhaal van Sir Thomas More. Hij was een eminent geleerde, jurist, ambassadeur en uiteindelijk kanselier van Engeland. Hij was volstrekt integer. Het toneelstuk begint met deze woorden van Sir Richard Rich: ‘Ieder mens heeft een prijs! […] Ook in geld. […] of genot. Eretitels, vrouwen, materiële bezittingen; er is altijd wel iets.’1

Dat is het thema van het toneelstuk en dat is ook het thema van het leven. Is er een man of vrouw in deze wereld die niet omgekocht kan worden, wiens onkreukbaarheid geen prijs heeft?

Het verhaal in het toneelstuk begint met koning Hendrik VIII, die van koningin Catherina van Aragon wil scheiden en met Anne Boleyn wil trouwen. Maar er zit een addertje onder het gras: de katholieke kerk verbiedt echtscheidingen. Dus eist koning Hendrik VIII, die zich niet van zijn plannen laat afbrengen, dat zijn onderdanen een eed afleggen om zijn echtscheiding te kunnen erkennen. Maar er is nog een probleem.

Sir Thomas More, die bewonderd wordt door en geliefd is bij het volk, weigert zijn medewerking — hij kan de gang van zaken niet met zijn geweten verenigen. Hij is niet bereid om zich te onderwerpen, zelfs niet op persoonlijk verzoek van de koning. Dan komt de proef op de som. Zijn vrienden proberen hem met mooie woorden onder druk te zetten, maar hij zwicht niet. Hij wordt van zijn rijkdom, status en gezin beroofd, maar toch ondertekent hij de eed niet. Uiteindelijk wordt hij ten onrechte ter dood veroordeeld, maar toch bezwijkt hij niet.

Zij hebben zijn geld, politieke macht, zijn vrienden en zijn gezin van hem afgenomen — en zijn zijn dood aan het beramen — maar zijn onkreukbaarheid kunnen ze hem niet afnemen. Die is voor geen enkele prijs te koop.

Op het hoogtepunt van het toneelstuk wordt Sir Thomas More ten onrechte terechtgesteld voor verraad. Sir Richard Rich pleegt meineed, noodzakelijk om hem te veroordelen. Zodra Sir Richard de rechtszaal uitloopt, vraagt Sir Thomas More aan hem: ‘Je draagt een ambtsketen. […] Waarvoor is die?’

Aanklager Thomas Cromwell antwoordt: ‘Sir Richard is tot procureur-generaal van Wales benoemd.’

More kijkt Rich met minachting aan en merkt scherp op: ‘Van Wales? Nou, Richard, het baat een mens niets om zijn ziel voor de hele wereld te geven, […] dan ook niet voor Wales!’2

In het hiernamaals zullen velen ongetwijfeld onbedwingbaar snikkend terugblikken en steeds maar zeggen: ‘Waarom heb ik mijn ziel verruild voor Wales, of voor tijdelijk lichamelijk genot of roem of een hoog cijfer of de goedkeuring van mijn vrienden? Waarom heb ik mijn onkreukbaarheid tegen een prijs verkocht?’

Beginselen van onkreukbaarheid

Ik wil graag zeven beginselen van onkreukbaarheid noemen, waardoor wij hopelijk geïnspireerd worden om van die christelijke eigenschap een essentiële karaktereigenschap te maken.

1. Onkreukbaarheid vormt het fundament van ons karakter en van alle andere deugden. In 1853 begonnen de heiligen met de bouw van de Salt Laketempel. De heiligen hadden het grootste deel van die twee jaar hard en lang gegraven en het fundament gelegd: ongeveer 2,4 m diep, gemaakt van zandsteen. Op een dag bracht de voorman president Brigham Young het volgende schokkende nieuws: er zaten spleten in de blokken zandsteen. Brigham Young stond voor het volgende dilemma: (1) de spleten zoveel mogelijk dichtmaken en een tempel bouwen die minder zwaar en groots zou zijn dan ze hadden verwacht of (2) twee jaar werk slopen en het vervangen door een fundament van graniet, waarop de tempel die God had voorgesteld kon worden gebouwd. Gelukkig koos president Young voor de laatste oplossing.3

Onkreukbaarheid vormt het fundament waar karakter en christelijk leven op gebouwd zijn. Als er spleten in dat fundament zitten, kan zij het gewicht van andere christelijke eigenschappen die erop gebouwd moeten worden niet aan. Hoe kunnen we nederig zijn als het ons aan de onkreukbaarheid ontbreekt om onze eigen zwakheden te erkennen? Hoe kunnen we naastenliefde voor anderen ontwikkelen als we niet eerlijk in onze betrekkingen tot anderen zijn? Hoe kunnen we ons bekeren en rein zijn als we slechts de halve waarheid aan onze bisschop vertellen? Onkreukbaarheid is de wortel van elke deugd.

De christelijke auteur C. S. Lewis heeft opgemerkt dat we, als we in een rekensom een fout maken, niet gewoon verder kunnen: ‘Hoe eerder ik toegeef dat ik een rekenfout heb gemaakt en weer opnieuw begin, hoe sneller ik verder kan.’4

Zo kunnen wij niet volledig christelijk en deugdzaam worden totdat we van onkreukbaarheid ons granieten levensfundament maken. In sommige gevallen vergt dat van ons dat we door het pijnlijke proces moeten van het bestaande fundament slopen, dat op bedrog gebouwd is, en haar één steen tegelijk door een fundament van onkreukbaarheid vervangen. Maar het is wel mogelijk.

2. Onkreukbaarheid betekent dat we niet alleen de wet maar ook de christelijke normen naleven. Volgens de wet mag je misschien wel overspel plegen, seks vóór het huwelijk hebben of roddelen, maar deze handelingen komen niet met de christelijke normen overeen. Onkreukbaarheid betekent niet slechts dat we de wet naleven, maar ook dat we de hogere, morele wet naleven. President Abraham Lincoln van de VS heeft voorgesteld dat we in overeenstemming met ‘de betere engelen in ons karakter’ leven.’5

Iedere jonge man heeft de morele taak om de deugd van zijn vriendin te beschermen en te behoeden, en iedere jonge vrouw heeft diezelfde morele taak voor haar vriend. Hun onkreukbaarheid wordt op de proef gesteld. Iemand die naar onkreukbaarheid streeft, ontwikkelt weerstand en zelfbeheersing die zelfs de sterke hartstochten van lichamelijke emoties overtreffen. Uit die onkreukbaarheid aan God, aan zichzelf en aan anderen putten ze hulp en kracht als zelfs Satan zijn arsenaal van morele verleidingen op hen afvuurt. De Heer heeft tegen deze generatie gezegd: ‘Ik zal Mij een rein volk verwekken’ (LV 100:16). God rekent erop dat wij die generatie zijn.

Enkele jaren geleden moesten mijn zakenpartner en ik een werknemer ontslaan. Na een paar gesprekken kwamen we een afvloeiingsregeling overeen. Ik was van mening dat de getroffen regeling eerlijk was, maar toch was onze verstandhouding onder druk komen te staan. Die avond voelde ik me erg somber. Ik probeer het van mij af te schudden door mezelf voor te houden dat ik eerlijk was geweest, maar het gevoel ging niet weg. Toen kreeg ik de volgende ingeving: ‘Het is niet genoeg om eerlijk te zijn. Je moet ook een goede christen zijn.’ Aan de hoogste morele wet voldoen is een kenmerk van een onkreukbaar mens.

3. Een onkreukbaar mens neemt beslissingen die op een eeuwig perspectief zijn gebaseerd. Een van de jongevrouwen in onze wijk moest een toets op de middelbare school maken. Toen ze opkeek, zag ze dat een van haar vriendinnen afkeek. Ze keken elkaar aan. Haar vriendin haalde beschaamd haar schouders op en playbackte: ‘Ik heb een goed cijfer nodig.’ Op de een of andere manier was deze jongedame haar eeuwige visie kwijtgeraakt — godschap is onze bestemming, niet een goed cijfer. Wat heeft het voor nut als we op een gerenommerde universiteit worden toegelaten maar onze verhoging verbeuren? Elke keer als iemand afkijkt, ruilt hij zijn geboorterecht voor een bord linzensoep in (zie Genesis 25:29–34). Hij heeft in zijn kortzichtigheid gekozen voor een euro nu in plaats van eeuwige rijkdom in het hiernamaals.

Een teleurgestelde vader zei ooit tegen mij dat zijn tienerdochter ‘het er eens goed van wilde nemen’ om zich dan twee of drie maanden vóór haar voorgenomen huwelijk te bekeren, zodat ze een tempelaanbeveling zou krijgen. Ik ken geen enkele ringpresident die iemand onder zulke omstandigheden een tempelaanbeveling zou geven. Maar zelfs als hij dat wél zou doen, zou het een vloek zijn, geen zegen. Onkreukbaarheid is niet kortzichtig — zij is geen tijdelijke verandering van iemands gedrag, maar een permanente verandering van iemands karakter.

Koning Benjamin heeft gezegd dat we van een natuurlijk in een geestelijk mens moeten veranderen: ‘Want de natuurlijke mens is een vijand van God, en is dat vanaf de val van Adam geweest, en zal dat voor eeuwig en altijd zijn, tenzij hij zich overgeeft aan de ingevingen van de Heilige Geest en de natuurlijke mens aflegt en een heilige wordt door de verzoening van Christus, de Heer, en wordt als een kind: onderworpen, zachtmoedig, ootmoedig, geduldig, vol liefde, gewillig zich te onderwerpen aan alles wat de Heer goeddunkt hem op te leggen, ja, zoals een kind zich aan zijn vader onderwerpt’ (Mosiah 3:19; cursivering toegevoegd).

Verandering van karakter, niet slechts verandering van gedrag, is mogelijk als we ons laten leiden door het eeuwige perspectief dat we kinderen van God zijn, dat we een sprankje van zijn goddelijkheid binnenin ons hebben en dat we door de verzoening aan Hem gelijk kunnen worden — het volmaakte model van onkreukbaarheid.

4. Onkreukbaarheid betekent dat we de hele waarheid en niets dan de waarheid vertellen. Ik denk dat de Heer wel met onze zwakheden en fouten kan leven, mits wij laten zien dat we ons proberen te bekeren. Daar draait de hele verzoening om. Maar ik denk niet dat Hij gemakkelijk een hart vol bedrog of een leugenachtige tong verdraagt.

Een paar jaar geleden bezocht ik een zendingsgebied. Sommige zendelingen worstelden met gehoorzaamheid. Die avond hielden de zendingspresident en ik gesprekken met enkele zendelingen. De volgende ochtend begon de zendingspresident onze zoneconferentie met een meesterlijke toespraak over onkreukbaarheid. Ik kreeg de indruk om verder op dat onderwerp door te gaan. We zeiden dat we na de conferentie aanvullende gesprekken zouden voeren. We verzochten de zendelingen om niet alleen de waarheid te vertellen als hun de perfect geformuleerde vraag zou worden gesteld.

De Geest was aanwezig. Vier zendelingen van de avond daarvóór kwamen naar ons toe en zeiden: ‘Wij hebben nog iets te vertellen.’ Een van hen zei: ‘Ik wil een eerlijk mens zijn.’ Die dag ruilde hij zijn fundament van zandsteen in voor een granieten fundament van onkreukbaarheid.

5. Onkreukbaarheid kent geen uitvluchten of smoesjes. Er is iets edels aan iemand die toegeeft dat hij of zij zwakheden heeft en de schuld op zich neemt zonder allerlei uitvluchten of smoesjes te verzinnen. Joseph Smith heeft in de Leer en Verbonden meerdere malen onverbloemd over zijn zwakheden geschreven. Daaruit kunnen we opmaken dat hij niet volmaakt was, maar ook dat hij niets te verbergen had — hij was een integer man. Wat voor effect heeft dat op zijn geloofwaardigheid als hij het verhaal van het eerste visioen of Moroni’s bezoeken vertelt? We weten daardoor dat we hem kunnen vertrouwen en dat we alles kunnen geloven wat hij heeft gezegd, omdat hij echt integer was.

6. Onkreukbaarheid betekent dat we onze verbonden en toezeggingen nakomen, zelfs als het even niet goed uitkomt. Onkreukbaarheid is de moed om te doen wat juist is, ongeacht de gevolgen en het ongemak. President N. Eldon Tanner (1898–1982), voormalig eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft de volgende ervaring verteld:

‘Nog niet zo lang geleden kwam er een jonge man bij me die zei: “Ik heb met iemand een overeenkomst gesloten waarbij ik elk jaar bepaalde afbetalingen moet doen. Ik ben achter en kan het niet betalen, want als ik dat doe, raak ik mijn huis kwijt. Wat moet ik doen?”

‘Ik keek hem aan en zei: “Houd je aan de overeenkomst.”

‘“Zelfs als me dat mijn huis kost?”

‘Ik zei: “Ik heb het niet over je huis. Ik heb het over je overeenkomst; en ik denk dat je vrouw liever een man heeft die zich aan zijn woord houdt, zijn verplichtingen nakomt en zich aan zijn beloften en verbonden houdt. Dat ze liever een huis huurt dan een huis te bezitten met een echtgenoot die zijn verbonden en beloften niet nakomt.”’6

Hij stond voor een moeilijke beslissing: zijn huis of zijn onkreukbaarheid. Een onkreukbaar mens zwicht of bezwijkt niet omdat iets moeilijk of duur is, of als hem niet goed uitkomt. In dit verband is de Heer volmaakt onkreukbaar. Hij heeft gezegd: ‘Wie ben Ik […] die heb beloofd en niet heb vervuld?’ (LV 58:31).

Een van de moeilijkste toetsen van onze onkreukbaarheid is of we onze toezeggingen en beloften nakomen, of dat we een uitvlucht zoeken.

7. Onkreukbaarheid is niet afhankelijk van anderen. Zij komt van binnenuit niet van buitenaf. Ouderling Marion D. Hanks (1921–2011) van de Zeventig vertelde over de man die met zijn zoontje ‘bij een afgelegen maïsveld stopte.’ Hij zag de heerlijke maïs voorbij het hek. De vader keek voor zich, achter zich, links en rechts. Toen klom hij over het hek en pakte een aantal maïskolven. Zijn zoontje keek hem aan en wees hem terecht: ‘Pa, je bent vergeten omhoog te kijken.’7

In het toneelstuk Hamlet, van Shakespeare, zegt Polonius tegen zijn zoon Laërtes:

Wees trouw aan uzelf.

En zoals de nacht na de dag komt,

kunt gij een ander mens geen kwaad berokkenen.8

Wat een geweldige raad! De keuze is aan ons. Wij kunnen onze tijd goed gebruiken en ons leven zelf in handen nemen, of marionetten van onze omgeving en leeftijdgenoten worden.

Zou je naar pornografie kijken als je moeder, je vriendin, je vrouw of je bisschop erbij was? Als het verkeerd is in het bijzijn van anderen, is het ook verkeerd als zij er niet bij zijn. Een onkreukbaar man die trouw aan zichzelf en aan God is, zal het goede kiezen, of er nu iemand kijkt of niet, want hij handelt uit zichzelf en is niet afhankelijk van anderen.

Moge er een bordje aan de onkreukbaarheid van onze ziel hangen waarop in dikke zwarte letters ‘VOOR GEEN ENKELE PRIJS TE KOOP’ staat, zodat men over ons zegt wat men over Hyrum Smith heeft gezegd: ‘Gezegend is mijn dienstknecht Hyrum Smith; want Ik, de Heer, heb hem lief wegens de onkreukbaarheid van zijn hart’ (LV 124:15).

Moge wij allemaal onkreukbare mensen worden — niet omdat we dat moeten maar omdat we dat willen. De Heer heeft verkondigd dat Hij degenen die dat doen, zal belonen: ‘Voorwaar, Ik zeg u: Allen onder hen die weten dat hun hart oprecht is […] en die gewillig zijn hun verbonden na te komen door opoffering […] worden door Mij aanvaard’ (LV 97:8; cursivering toegevoegd).

Mogen wij allen door God aanvaard worden, omdat we streven naar onkreukbaarheid.

Noten

  1. Robert Bolt, A Man for All Seasons: A Play of Sir Thomas More (1960), p. 2.

  2. Bolt, A Man for All Seasons, p. 95.

  3. Zie Richard Neitzel Holzapfel, ‘Every Window, Every Spire “Speaks of the Things of God”’, Ensign, maart 1993, p. 9.

  4. C. S. Lewis, Mere Christianity (1960), p. 22.

  5. Abraham Lincoln, first inaugural address, 4 maart 1861.

  6. N. Eldon Tanner, Conference Report, oktober 1966, p. 99.

  7. Marion D. Hanks, Conference Report, oktober 1968, p. 116.

  8. William Shakespeare, Hamlet, red. W. J. Craig (1914), eerste bedrijf, derde toneel, regel 85–87.

Foto-illustraties Robert Casey

Afdrukken