We hebben Christus’ kerk nodig
Er bestaat tegenwoordig een houding die op een grote leugen gebaseerd is.
Als je een kijkje in de gereedschapskist van de duivel kon nemen, zou je precisie-instrumenten tegenkomen waarmee hij mensen wegleidt, alsmede versleten gereedschappen die duidelijk bij zijn dagelijkse uitrusting horen.
Hij pakt er in deze tijd steeds vaker een bepaalde zaag bij, die in de vorm van een subtiele leugen komt: ‘Je hebt geen kerk nodig om een goed persoon of om geestelijk te zijn, of om van Jezus te houden. Alle kerken zijn toch onvolmaakt en onbetrouwbaar.’
Zijn bedrog is sluw omdat er een paar ware denkbeelden in verborgen zitten, zodat je de grote leugen slikt. We moeten inderdaad onze relatie tot God sterken en mensen zijn inderdaad onvolmaakt, maar daarom is het nog niet verkeerd dat er kerken zijn.
Het is een verkeerde denkwijze. Hier staan vijf redenen waarom:
1. Christus heeft zijn kerk gesticht. In de evangeliën van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes zie je terug dat de bediening van de Heiland voor een groot deel bestond uit mensen roepen, hun gezag geven, hun leren hoe ze leiding kunnen geven en hoe ze zich als groep moeten gedragen. Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Wie de behoefte aan een kerkorganisatie verwerpen, verwerpen het werk van de Meester, die in het midden des tijds zijn kerk met haar functionarissen heeft gesticht en die haar in deze bedeling opnieuw heeft gesticht.’1
2. De kerk bedient het evangelie en de verordeningen ervan. De Heiland heeft duidelijk gezegd dat de doop en de gave van de Heilige Geest noodzakelijk zijn voor ons heil (zie Johannes 3:5). Het gezag om het evangelie te prediken en die verordeningen te verrichten was op aarde. Ouderling Oaks heeft gezegd: ‘De Bijbel stelt duidelijk dat het gezag van het priesterschap noodzakelijk is en door handoplegging moest worden verleend door degenen die het bezaten. Het gezag van het priesterschap verkreeg men niet door een verlangen om te dienen of door de Schriften te lezen.’2
3. Door de kerk worden we een beter mens. Ouderling Donald L. Hallstrom van het Presidium der Zeventig heeft onlangs gezegd: ‘We hebben het evangelie en de kerk nodig. In feite is het doel van de kerk om ervoor te zorgen dat we het evangelie naleven.’3 Hoewel de kerk uit onvolmaakte mensen bestaat, kunnen wij aan Jezus Christus gelijk worden door in de kerk naar zijn leer te luisteren. Door de kerk kunnen wij dienen, persoonlijke groei doormaken, en verbonden met God sluiten en hernieuwen.
4. Eenheid is van belang. De Heer heeft ons bevolen: ‘Zijt één; en indien gij niet één zijt, zijt gij de mijnen niet’ (LV 38:27). Die eenheid is een essentieel onderdeel van het plan van onze hemelse Vader. President Henry B. Eyring, eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd:
‘Als geestkinderen van onze hemelse Vader verlangen wij hevig naar de vreugde die we ooit hadden toen we vóór dit leven bij Hem waren. Uit liefde voor ons wil Hij die heilige wens van eenheid voor ons vervullen.
‘Hij kan ons die zegen niet individueel geven. De vreugde uit eensgezindheid die Hij ons graag wil geven, is niet individueel. We moeten er samen met anderen naar streven en ervoor in aanmerking komen. Het is dan ook niet verbazend dat God ons aanspoort om bij elkaar te komen, zodat Hij ons kan zegenen.’4
5. ‘Organisatie’ is geen synoniem van ‘slecht’ of ‘onbetrouwbaar.’ Het is doorgaans een compliment als mensen iets ‘georganiseerd’ noemen. Maar om de een of andere reden associëren mensen dat woord met iets negatiefs. Volgens ouderling Neal A. Maxwell (1926–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen, is een van de redenen dat Christus zijn kerk op aarde stichtte dat ‘willekeurige, individuele goedheid in de strijd tegen kwaad niet voldoet.’5 De Heer heeft de kwestie duidelijk verwoord: ‘Zie, mijn huis is een huis van orde, zegt de Here God, en niet een huis van wanorde’ (LV 132:8). Een godsdienst heeft juist wél behoefte aan organisatie.
Bedenk dat je, als je geconfronteerd wordt met de leugens of het gereedschap waar de duivel zijn vak mee uitoefent, zelf een uitrusting hebt om het evangelie na te leven — hulpmiddelen die wij door de kerk van Jezus Christus hebben: de Schriften, de gave van de Heilige Geest, je getuigenis en geopenbaarde waarheden door hedendaagse profeten.