2014
De moed om fatsoenlijke kleding te kiezen
Oktober 2014


De moed om fatsoenlijke kleding te kiezen

Naar een toespraak, op 2 mei 2013 gehouden in een vrouwenconferentie aan de Brigham Young University.

Wat kunnen we onze zoons en dochters leren waardoor ze de moed krijgen om fatsoenlijke kleding te kiezen in een wereld die geneigd is hun deugdzame keuzes te bespotten?

Youth walking on Temple Square.

Waarom is fatsoen zo belangrijk? Waarom doet jurklengte, halslijn of een T-shirt er voor de Heer toe? Ik heb vijf dochters en twee zoons, en zoals u zich kunt voorstellen, komt het onderwerp fatsoenlijke kleding wel eens aan de orde bij ons thuis. Maar in de loop der jaren heb ik ondervonden dat je anderen het beste een gevoel voor fatsoen bijbrengt door ze in de leer te onderwijzen en zelf een goed voorbeeld te geven. Door de leer begrijpen onze kinderen waarom het zo belangrijk is zich fatsoenlijk te kleden, en door ons voorbeeld zien ze welke fijne zegeningen je krijgt als je je fatsoenlijk kleedt.

Wat is fatsoen?

Het is een beginsel van God waar we uit kunnen leren dat we ons lichaam in dit sterfelijk leven op gepaste manieren moeten gebruiken. In Trouw aan het geloof staat deze definitie van fatsoen: ‘Fatsoen komt tot uiting in onze wijze van kleden, in onze uiterlijke verzorging, in ons taalgebruik en in ons gedrag. Fatsoen weerspiegelt een nederige instelling.’1 Fatsoen is niet ijdel en pocht niet. Fatsoenlijke mensen gebruiken hun lichaam of gedrag niet om goedkeuring van de wereld te krijgen of om aandacht te trekken voor hun werkelijke of veronderstelde prestaties of aantrekkelijke eigenschappen.

Bedenk alstublieft dat de hier vermelde beginselen van fatsoen gelden voor man en vrouw, zoon en dochter. En bedenk dat we weliswaar fatsoen verkondigen en er een voorbeeld van zijn, maar dat we hen die voor een korte rok of ‘regenbooghaar en protserige ringen’ kiezen nooit veroordelen.2 We zijn altijd een voorbeeld van begrip en christelijke naastenliefde voor een ander, terwijl we zelf trouw blijven aan de normen die de Heer ons heeft gegeven.

Ik getuig dat de keuzes die we doen om fatsoenlijk te zijn in ons uiterlijk en gedrag een duidelijk signaal geven dat wij onze identiteit als zoons en dochters van God begrijpen en dat wij ervoor gekozen hebben om in heilige plaatsen te staan.

Ik vind dit een mooie Schrifttekst: ‘Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? […] want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u’ (1 Korinthe 3:16–17). Ons lichaam is de tempel van onze geest. En het is in deze tempel dat we het gezelschap van de Heilige Geest uitnodigen. Ik geloof dat we ons getuigenis van God de eeuwige Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, uitdragen en naleven als we ons fatsoenlijk kleden en gedragen. Met ons uiterlijk getuigen we dat we een discipel van Jezus Christus zijn en dat we zijn evangelie naleven.

Waarom is fatsoen belangrijk?

We leven in een wereld van goed en kwaad, en ons lichaam is of voor rechtschapen of voor kwade doeleinden te gebruiken. Maar we weten dat ons waardevolle lichaam een geschenk van God is. Het is heilig. Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Voor hen die het heilsplan kennen en begrijpen is bezoedeling van het lichaam een opstandige daad [zie Mosiah 2:36–37] en een ontkenning van onze ware identiteit als zoon of dochter van God.’3 We kiezen ervoor om ons lichaam te verzorgen en te beschermen zodat we als een werktuig in Gods hand zijn heerlijke doeleinden mogen verwezenlijken (zie Alma 26:3). Als we pal willen staan voor de Heiland en zijn werk, moeten we ons afvragen: als de Heiland bij ons stond, zouden we ons dan prettig voelen in de kleding die we droegen?

Als we fatsoenlijk zijn in kleding, voorkomen en gedachten, bewijzen we dat we onze verbonden begrijpen waardoor we zegeningen, bescherming en kracht krijgen ter voorbereiding op onze terugkeer naar zijn tegenwoordigheid. Bij onze doop verlieten we de wereld en gingen we Gods koninkrijk binnen. Voor ons moet alles anders zijn. Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Door voor zijn koninkrijk te kiezen, onderscheiden wij ons van de wereld, zonder ons te isoleren. Onze kleding is fatsoenlijk, onze gedachten zijn rein, onze taal is netjes.’4

Fatsoen is een beginsel waarmee we veilig op het verbondspad naar God kunnen blijven. Met fatsoen in kleding, voorkomen, gedachten en gedrag kunnen we ons beter voorbereiden op het sluiten en nakomen van heilige tempelverbonden. God gaf Adam en Eva kleren van huiden voordat Hij ze de hof uitstuurde. Zo heeft God ons in het sterfelijk leven ook bekleed met verbonden, en onze heilige tempelonderkleding is daar het zinnebeeld van.

Wat zijn de zegeningen van fatsoen?

Wat kunnen we onze zoons en dochters leren waardoor ze de moed krijgen om voor fatsoen te kiezen in een wereld die geneigd is hun deugdzame en reine keuzes te bespotten? Zien zij dat wij ons lichaam gebruiken om aandacht te trekken of om God te verheerlijken?

A smiling family standing on a lawn.  Shot in Australia.

Met fatsoen in woord en daad, voorkomen en gedrag kunnen wij drie zegeningen verkrijgen die ons kracht geven en betere mensen van ons maken.

1. Fatsoen opent de deur naar het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest. Ouderling Hales heeft gezegd: ‘Fatsoen is zelfs essentieel om de Geest bij ons te hebben.’5

Laten we onze kinderen uitleggen dat het niet verstandig is om ook maar iets te doen waardoor ze zich ‘de onuitsprekelijke gave van de Heilige Geest’ ontzeggen (LV 121:26). Laat ze weten dat zijn heilige gezelschap vergezeld gaat van waardevolle en krachtige geestelijke gaven. God heeft beloofd: ‘Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen; […] en dan zult gij alle dingen weten, ofwel hierdoor zult u alle dingen weten die u maar van Mij verlangt, die verband houden met de dingen der gerechtigheid, vol geloof vertrouwend op Mij dat u zult ontvangen’ (LV 11:13–14). Kennis, wijsheid en getuigenis; vreugde, gemoedsrust en geluk — dat zijn enkele grote zegeningen die we onze kinderen kunnen beloven als we ze aanmoedigen om fatsoenlijk te leven en in aanmerking te komen voor het gezelschap van de Heilige Geest.

Een van de problemen van fatsoenlijke kleding is dat de mode en de normen voor sociaal acceptabel gedrag regelmatig veranderen. De normen van de Heer veranderen niet. Leer jongemannen en jongevrouwen om open te staan voor de Geest als ze kiezen wat ze zullen dragen, zeggen en doen. Leven ze zo dat ze in aanmerking komen voor leiding van de Geest, dan hoeven ze niet zo te zijn als de wereld.

Onze kinderen hebben de gave van de Heilige Geest ontvangen en reizen over het verbondspad dat naar de tempel leidt en terug naar God. We moeten een goed voorbeeld voor ze zijn en ze verzekeren dat ze geleid, beschermd getroost en gezuiverd zullen worden als ze zo leven dat ze in aanmerking komen voor de hulp van de Heilige Geest.

2. We kunnen onze zoons en dochters leren dat we met een fatsoenlijk voorkomen en fatsoenlijk gedrag beter beschermd worden tegen de vernietigende invloeden van de wereld. Een van de meest misleidende wapens die tegen ons worden ingezet, is de maatschappelijk aanvaarde houding dat zedelijkheid ouderwets is. Fatsoen behoedt ons voor dergelijke kwade invloeden en beschermt onze kuisheid en deugd. Luister maar eens naar deze woorden uit Voor de kracht van de jeugd: ‘Doe [vóór het huwelijk] niets wat seksuele gevoelens kan oproepen.’6 Een onfatsoenlijk voorkomen en gedrag roept vaak seksuele gevoelens op, verlaagt drempels en vergroot de verleiding om de wet van kuisheid te overtreden.

Ouderling Hales heeft gezegd: ‘Fatsoen en reinheid, zowel in gedachte als daad, gaan hand in hand. Fatsoen bepaalt dus uiteindelijk ons karakter, omdat het onze gedachten, gedrag en beslissingen beïnvloedt.’7 Breng onze jongemannen en jongevrouwen fatsoen bij, en geef er zelf een goed voorbeeld in, om ze voor te bereiden op het verdedigen en beschermen van hun voortplantingsvermogen. Help ze om de liefdesuiting tussen man en vrouw heilig te houden en voor het huwelijk te bewaren.

3. Door fatsoen kunnen wij ‘te allen tijde […] als getuige van God’ optreden (Mosiah 18:9). De Heiland heeft gezegd: ‘Houdt uw licht omhoog, opdat het voor de wereld zal schijnen. ‘Ik ben het licht dat gij omhoog zult houden’ (3 Nephi 18:24). Wij hebben de goddelijke opdracht om een lichtbaken voor de wereld te zijn, te tonen welke vreugde we krijgen door het evangelie na te leven, en het koninkrijk van God op aarde op te bouwen. Ieder van ons weerspiegelt het licht van Christus als we fatsoenlijk en rein zijn, en de geboden onderhouden. Fatsoen geeft blijk van ons getuigenis van de Heiland en het evangelie van Jezus Christus.

Wat zijn degenen die door de Heilige Geest geleid worden bekoorlijk en gezegend. Zij beschermen zichzelf tegen wereldsheid en treden op als Gods getuigen voor de wereld. En wat zijn zij die alle zoons en dochters van Zion fatsoen bijbrengen en er een goed voorbeeld in zijn gezegend.

Daar wij een verbond hebben gesloten om de Heiland te volgen en ernaar verlangen om alle zegeningen van zijn verzoening te ontvangen, is er maar één outfit die van belang is. Moroni schrijft: ‘En ontwaak en verhef u uit het stof, […] en bekleed u met uw pronkgewaden, o dochter van Zion; […] opdat de verbonden van de eeuwige Vader […] zullen worden vervuld’ (Moroni 10:31; cursivering toegevoegd).

Die pronkgewaden zijn de mantels van rechtschapenheid die degenen dragen die zich aan hun verbonden hebben gehouden. Bereiden wij onze kinderen voor om die pronkgewaden te dragen?

Ik getuig dat wij ons heil in Christus vinden en dat zij die zich aan hun verbonden hebben gehouden ‘bekleed zijnde met zuiverheid, ja, met de mantel der gerechtigheid, […] een volmaakte kennis [zullen hebben] van hun vreugde en hun rechtvaardigheid’ (2 Nephi 9:14).

Noten

  1. Trouw aan het geloof: evangeliewijzer (2004), p. 43.

  2. Jeffrey R. Holland, ‘Israël, hoor, God roept u allen’, CES-haardvuuravond, 9 september 2012, cesdevotionals.lds.org.

  3. David A. Bednar, ‘Wij geloven kuis te moeten zijn’, Liahona, mei 2013, p. 43.

  4. Zie Robert D. Hales, ‘Het doopverbond: in het koninkrijk en vvan het koninkrijk zijn’, Liahona, januari 2000, p. 8.

  5. Robert D. Hales, ‘Fatsoen: eerbied voor de Heer’, Liahona, augustus 2008, p. 18.

  6. Voor de kracht van de jeugd (2011), p. 36.

  7. Robert D. Hales, Liahona, augustus 2008, p. 19.