2014
Lizotsjka’s hart
Oktober 2014


Ons gezin, ons thuis

Lizotsjka’s hart

De auteur woont nu in België.

Mother holding a baby.

Illustratie Annie Henrie

Mijn man en ik werden in 1995 in Rusland lid van de kerk en werden een jaar later in de Stockholmtempel (Zweden) verzegeld. Onze twee dochtertjes werden ook aan ons verzegeld. Twee jaar later kregen we nog een dochter, Lizotsjka. Ons leven was goed. We waren gelukkig. Maar twee dagen na haar geboorte begon ons kleintje eetproblemen te hebben. In een maand kwam ze slechts driehonderd gram aan.

Het personeel van het kinderziekenhuis gaf ons de raad haar meer te eten te geven. Ik zag dat ze wel wilde eten, maar het niet kon. Uiteindelijk bracht mijn man haar naar het ziekenhuis in de stad. De arts stelde meteen de diagnose: een aangeboren afwijking aan het hart. Een van haar hartkleppen deed het niet en de slechte bloedtoevoer naar haar longen maakte het moeilijk om te ademen en te eten.

Ze moest geopereerd worden, maar in Rusland kregen alleen kinderen van twee jaar en ouder zo’n operatie. Onze dochter was nog maar een maand oud. De arts schreef een behandeling voor en zei dat ze haar zouden opereren als ze ouder was.

Een maand later ging Lizotsjka’s gezondheid sterk achteruit en we haastten ons naar het ziekenhuis. Ik hield haar in de auto in mijn armen. Ze keek naar me en leek me om hulp te smeken. Als ik geen lid van de kerk was geweest, zou ik niet geweten hebben wat ik moest doen. Maar mijn man en ik vertrouwden op de Heer en waren ervan overtuigd dat alles goed zou komen. Ik probeerde haar te kalmeren en zei: ‘Wees maar niet bang, kleintje. God heeft ons lief. Hij zal ons helpen en alles komt goed.’

We kwamen eindelijk aan. Ik hield haar dicht tegen me aan en rende naar de spoedafdeling. Lizotsjka begon haar oogjes te sluiten. Ze kon nog amper ademhalen. Ik lichtte de arts met moeite in over mijn kind en het personeel nam haar mee naar de intensive care. De arts stelde vast dat haar longen opgezwollen waren en ze legden haar aan een beademingstoestel.

De daaropvolgende dag spraken we met het hoofd hartchirurgie. Hij zei: ‘Ik heb zo’n operatie alleen nog maar op oudere kinderen uitgevoerd. Hoe oud is ze nu?’

‘Twee maanden’, vertelden we hem.

‘Ze heeft al veel pijn. Ze is erg klein en haar opgezwollen longen maken het moeilijker, maar we kunnen geen tijd meer verliezen. Ik heb zo’n operatie nog nooit op een klein kind uitgevoerd. Ik doe mijn uiterste best. U zult een kunstmatige dubbele hartklep moeten kopen, maar die is erg duur: ongeveer vijftienhonderd euro. We opereren haar binnen vier dagen.’

Wat konden we doen? Zelf hadden we het geld niet en we kenden niemand die dat wel had. Maar anderen hoorden van onze situatie en door hun vrijgevigheid en de barmhartigheid van de Heer waren we in staat het geld bijeen te brengen. Mijn man kocht de hartklep die we nodig hadden om het leven van ons kind te redden.

De broeders en zusters in onze gemeente en zelfs de zendelingen en vele leden in de hele stad baden en vastten voor ons dochtertje. We voelden hun steun. Toen we op de dag van de operatie in de wachtruimte zaten, voelden we de aanwezigheid van de Heilige Geest en de gebeden van onze broeders en zusters. We wisten dat ze dichtbij ons waren! En God was met ons en leidde de chirurgen. Hij zou ons niet in de steek laten en alles zou goed komen.

Toen de chirurg uit de operatiekamer kwam, zei hij enigszins verbijsterd: ‘Alles is goed verlopen. We hebben de hartklep aangebracht. Ik weet niet hoe, maar het is gelukt.’ Maar wij wisten hoe het gelukt was. Onze hemelse Vader had hem gezegend.

Lizotsjka bleef nog drie dagen in het ziekenhuis terwijl de zwelling van haar hart en longen afnam. Ze hadden haar opengesneden en met slechts een dun membraan weer afgesloten. Een paar dagen later opereerden ze haar opnieuw om haar borstkas en organen af te sluiten. Haast niemand verwachtte dat ze het zou overleven. Maar wij geloofden in onze hemelse Vader en in zijn macht, en we geloofden dat ze het zou halen als dat zijn wil was.

Alleen God kon ons onze Lizotsjka teruggeven. Ze werd met de dag beter. Ze bleef nog een maand in het ziekenhuis en nu is ze thuis.

God is een God van wonderen. Hij verhoort onze gebeden en in moeilijke tijden draagt Hij ons. Beproevingen sterken ons geloof en leren ons te geloven, hopen en lief te hebben.