2014
De kool van jade
Oktober 2014


Wij spreken over Christus

De jade kool

De auteur woont in Utah (VS).

A cabbage sculpted out of jade.

Op zending in Taiwan brachten mijn collega en ik op een voorbereidingsdag een bezoekje aan het Nationaal Paleismuseum in Taipei. De voornaamste attractie is een kunstwerk dat de Jade kool heet. Zoveel mensen stonden het te bewonderen, maar ik zag alleen maar een kool die uit jade gesneden was. Hij was ongetwijfeld mooi, maar om de een of andere reden zag ik het er niet aan af.

Toen we klaar waren in het museum, vroeg ik mijn collega: ‘Wat vond je van de jade kool?’

‘Dat vond ik een prachtig kunstwerk!’

‘Waarom?’ vroeg ik. ‘Het is maar een kool.’

‘Houd je me voor de gek? De jade kool is een zinnebeeld voor mijn leven!’ riep ze uit.

‘De kool?’

‘Ja! Ken je het verhaal erachter niet?’

‘Blijkbaar niet.’

Ze vertelde me het verhaal. En ze had gelijk. Het werd de metafoor voor mijn zending en mijn leven.

Want iets dat uit jade is gesneden, heeft alleen maar grote waarde als het effen van kleur is. Alles wat uit volmaakt effen jade is gesneden, heeft een hoge verkoopwaarde omdat het bijna onmogelijk is om volmaakt effen jade te vinden. De jade kool is groen aan de ene kant en wit aan de andere, en heeft barsten en rimpels. Geen enkele bekwame beeldhouwer wilde zijn tijd aan zo’n stuk jade verspillen. Totdat er iemand kwam die de Chinezen de meesterbeeldhouwer noemen.

Als deze jade kon praten, stel ik me voor wat voor gesprek het zou hebben met deze nieuwe beeldhouwer. Ik stel me voor dat de beeldhouwer het stuk jade oppakt.

‘Wat wil je?’ zou de jade vragen.

‘Ik zoek jade om te houwen’, zou de beeldhouwer zeggen.

‘Zoek dan maar een ander stuk. Ik heb geen waarde. In mij zijn twee kleuren zo met elkaar verweven dat je ze nooit kunt opsplitsen. En ik bevat barsten en rimpels. Ik zal nooit enige waarde hebben. Verspil je tijd maar niet.’

‘O, domme jade. Vertrouw maar op mij. Ik ben een meesterbeeldhouwer. Ik maak een meesterwerk van je.’

Het verbazingwekkende aan de jade kool is dat deze anonieme meesterbeeldhouwer de zwakke punten van de jade — de twee kleuren, de barsten en de rimpels — gebruikte om de kool levensechter te maken. Het ondoorzichtige witte deel werd de stronk van de kool, en de barsten en rimpels brengen de bladeren tot leven. Zonder de ‘zwakke punten’ van dit stuk jade had het kunstwerk niet zo echt geleken.

Omdat dit kunstwerk zo mooi was, werd het geschonken aan een van de vorsten van China en tooide het de zalen van prachtige Aziatische paleizen totdat het in het museum in Taiwan terechtkwam.

Het doet me denken aan Ether 12:27: ‘Indien de mensen tot Mij komen, zal Ik hun hun zwakheid tonen. […] Mijn genade is genoeg voor alle mensen die zich voor mijn aangezicht verootmoedigen; want indien zij zich voor mijn aangezicht verootmoedigen en geloof hebben in Mij, zal Ik zwakke dingen sterk voor hen laten worden.’

Toen ik de jade kool zag, begon ik deze Schrifttekst in een nieuw licht te zien. We lijken allemaal op dit stuk jade, met dit verschil dat er nog aan ons gebeeldhouwd wordt. We moeten op de Meesterbeeldhouwer, Jezus Christus, vertrouwen, want Hij zal onze zwakheden sterk maken. Omdat wij onszelf als onvolmaakt zien, staren we ons soms blind op onze zwakheden en wanhopen we omdat we denken dat we nooit goed genoeg zullen zijn. Maar onze Heiland, Jezus Christus, ziet wat we kunnen worden. Staan we toe dat zijn verzoening werkzaam wordt in ons leven, dan zal Hij een meesterwerk van ons maken en zullen we ooit bij de Koning der koningen wonen.