2014
Blijvende gemoedsrust vinden en aan eeuwige gezinnen bouwen
November 2014


Blijvende gemoedsrust vinden en aan eeuwige gezinnen bouwen

Het evangelie van Jezus Christus geeft ons het fundament waarop we blijvende gemoedsrust vinden en aan eeuwige gezinnen kunnen bouwen.

Onze levensreis bestaat uit zowel goede als slechte tijden. Elke periode brengt andere moeilijkheden met zich mee. Hoe we met verandering leren omgaan, hangt af van het fundament waarop we bouwen. Het evangelie van onze Heer en Heiland geeft ons een zeker en stevig fundament. We bouwen het steen voor steen op door meer over het eeuwige plan van de Heer voor zijn kinderen te weten te komen. De Heiland is de Meesterleraar. Wij volgen Hem.

De Schriften getuigen van Hem en geven ons een voorbeeld van volmaakte rechtschapenheid dat we kunnen volgen. In een voorgaande conferentie heb ik de leden van de kerk verteld dat ik een aantal notitieboekjes heb, waarin mijn moeder dingen opschreef om haar ZHV-lessen mee voor te bereiden. Haar notities zijn vandaag de dag nog even toepasselijk als toen. Een ervan is een citaat uit 1908 van Charles Edward Jefferson over het karakter van Jezus Christus. Het luidt:

‘Christen zijn, betekent Jezus zo oprecht en vurig bewonderen dat men zijn hele leven toewijdt om zoals Hij te worden.

‘[…] We leren Hem kennen door de woorden die Hij sprak, de handelingen die Hij verrichtte, en ook door de stiltes die Hij liet vallen. We leren Hem ook kennen door de indruk die Hij ten eerste op zijn vrienden, ten tweede op zijn vijanden, en ten derde op zijn tijdgenoten achterliet. […]

‘Een van de kenmerken van het leven in de twintigste eeuw is ontevredenheid [en bezorgdheid]. […]

‘[…] De mensheid snakt naar iets, maar ze weet niet wat. Er is rijkdom [en] dankzij menselijk vernuft hebben we tal van uitvindingen, maar […] we [blijven] onrustig, ontevreden [en] verward. […] [Als we] het Nieuwe Testament [openslaan, vinden we de woorden]: “Kom naar Mij toe en Ik zal u rust geven; Ik ben het Brood des levens; Ik ben het Licht der wereld; als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken; Mijn vrede geef Ik u; u zult kracht ontvangen; uw hart zal zich verblijden”.’ (The Character of Jesus [1908], pp. 7, 11, 15–16.)

Mannen en vrouwen worden deels gevormd door de mensen met wie ze zich omringen. De mensen naar wie ze opkijken en proberen na te bootsen, vormen hen ook. Jezus is ons grote Voorbeeld. De enige manier om blijvende gemoedsrust te vinden, is naar Hem op te kijken en te leven.

Wat aan Jezus is onze studie waard?

‘De schrijvers van het Nieuwe Testament vonden [Jezus’] gestalte, kleding of huis niet belangrijk. […] Hij werd in een stal geboren, werkte als timmerman, gaf drie jaar onderwijs en stierf vervolgens aan het kruis. […] Het Nieuwe Testament is geschreven door mannen die het belangrijk vonden dat we […] ons oog op [Hem] richten’ (The Character of Jesus, pp. 21–22) en die zeker wisten dat Hij de Zoon van God, de Heiland en Verlosser van de wereld, was en is.

Ik vind dat een bepaalde gelijkenis van de Heiland vooral op onze tijd van toepassing is.

Deze staat in Mattheüs hoofdstuk 13, waar we lezen:

‘Maar toen de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide onkruid tussen de tarwe, en ging weg.

‘Toen het gewas opkwam en vrucht voortbracht, kwam ook het onkruid tevoorschijn.

‘De slaven van de heer des huizes gingen naar hem toe en zeiden: Heer, hebt u niet goed zaad in uw akker gezaaid? Waar komt dan dit onkruid vandaan?

‘Hij zei tegen hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. De slaven zeiden tegen hem: Wilt u dan dat wij erheen gaan en het verzamelen?

‘Maar hij zei: Nee, opdat u bij het verzamelen van het onkruid niet misschien tegelijk ook de tarwe zelf uittrekt.

‘Laat ze allebei samen tot de oogst opgroeien, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Verzamel eerst het onkruid en bind het in bossen om het te verbranden, maar breng de tarwe bijeen in mijn schuur’ (verzen 25–30).

Die oude vijand van de mens gebruikt al zijn vernuft om zijn onkruid wijd en zijd te verspreiden. Hij heeft manieren gevonden waarmee hij het zelfs de heiligheid van ons huis binnenbrengt. De goddeloze en wereldse gebruiken zijn zo wijdverspreid dat het lijkt alsof we dat onkruid niet kunnen uittrekken. Ze worden door kabels en zendmasten verstuurd naar de apparaten die voor ons onderwijs en onze ontspanning ontwikkeld zijn. De tarwe en het onkruid raken in elkaar verstrengeld. Een rentmeester in het veld moet met al zijn of haar kracht het goede voeden en het zo sterk en mooi maken dat het onkruid voor zowel het oog als het oor onaantrekkelijk is. We zijn als lid van de kerk van de Heer zeer gezegend omdat we het evangelie van onze Heer en Heiland als fundament van ons leven hebben.

In het Boek van Mormon lezen we in 2 Nephi: ‘Want zie, ik zeg u nogmaals, dat indien gij langs de weg binnengaat en de Heilige Geest ontvangt, Hij u alle dingen zal tonen die gij behoort te doen’ (2 Nephi 32:5).

We kunnen niet toestaan dat het rumoer van de wereld die stille zachte stem overstemt en overdondert.

We zijn zeker gewaarschuwd voor de gebeurtenissen waarmee we in onze tijd te maken zullen krijgen. Het is onze uitdaging om ons voor te bereiden op de gebeurtenissen die ons nog te wachten staan.

Velen in onze bezorgde maatschappij beseffen dat het uiteenvallen van het gezin alleen maar verdriet en wanhoop in deze roerige wereld teweegbrengt. Als lid van de kerk is het onze taak om het gezin als basis van de samenleving en de eeuwigheid te beschermen en bewaren. De profeten hebben ons gewaarschuwd voor het onvermijdelijke en vernietigende gevolg van het verval van gezinswaarden.

De wereld blijft ons in de gaten houden. Laten we er daarom voor zorgen dat ons voorbeeld het plan van de Heer voor zijn kinderen in het sterfelijke leven stut en steunt. Ons belangrijkste onderwijs is ons rechtschapen voorbeeld. Ons huis moet een heilige plaats zijn, zodat we de wereldse druk kunnen weerstaan. Vergeet niet dat de grootste van alle zegeningen van de Heer voor rechtschapen gezinnen bedoeld is.

We moeten ons ouderschap zorgvuldig onder de loep blijven nemen. Het doeltreffendste onderwijs ontvangt een kind van zijn of haar bezorgde en rechtschapen vader en moeder. Laten we het eerst over de taak van de moeder hebben. Luister naar dit citaat van president Gordon B. Hinckley:

‘Vrouwen die van hun huis een thuis maken, leveren een veel grotere bijdrage aan de samenleving dan legeraanvoerders of leiders van indrukwekkende bedrijven. De waarde van de invloed van een moeder op haar kinderen, een grootmoeder op haar nakomelingen, of tantes en zussen op hun familieleden is onbetaalbaar.

‘We kunnen bij lange na niet inschatten of berekenen hoe groot de invloed is van vrouwen die op hun eigen manier een stabiel gezinsleven scheppen en met een blijvende positieve uitwerking toekomstige generaties opvoeden. De beslissingen van de vrouwen in deze generatie zullen eeuwige gevolgen hebben. Ik durf te stellen dat de moeders in deze tijd geen grotere kans en belangrijkere uitdaging hebben dan hun uiterste best te doen om [hun gezin] te versterken.’ (Standing for Something: 10 Neglected Virtues That Will Heal Our Hearts and Homes [2000], p. 152.)

Laten we nu eens kijken naar de rol die onze vader in ons leven speelt:

Vaders geven zegens en verrichten heilige verordeningen voor hun kinderen. Dat worden geestelijke hoogtepunten in hun leven.

Vaders geven persoonlijk leiding aan het gezinsgebed, dagelijkse Schriftstudie en de wekelijkse gezinsavond.

Vaders ontwikkelen gezinstradities door bij het plannen van vakanties en uitstapjes voor het hele gezin betrokken te zijn. De kinderen zullen de bijzondere tijden die ze samen doorbrengen nooit vergeten.

Vaders praten onder vier ogen met hun kinderen en onderwijzen hun evangeliebeginselen.

Vaders leren hun zoons en dochters het belang van werken en moedigen ze aan om goede doelen te stellen.

Vaders geven het goede voorbeeld in getrouw evangelisch dienstbetoon.

Broeders, denk alstublieft aan uw heilige roeping als vader in Israël — uw belangrijkste roeping in tijd en eeuwigheid — een roeping waarvan u nooit ontheven wordt.

Vele jaren geleden lieten we in ringconferenties een filmpje zien om het thema van onze boodschap te illustreren. Omdat we een heel jaar in verschillende ringconferenties van de kerk aanwezig waren, raakten we erg vertrouwd met de inhoud van het filmpje. We kenden het vrijwel uit ons hoofd. De boodschap is me al die jaren bijgebleven. In het filmpje vertelde president Harold B. Lee over een situatie die zich in het huishouden van zijn dochter afspeelde. Dat verhaal ging als volgt:

Op een avond was de moeder des huizes druk in de weer met het inmaken van fruit. De kinderen lagen bijna in bed en de rust was weergekeerd. Nu kon ze aan het fruit beginnen. Toen ze het fruit begon te schillen en ontpitten, verschenen er plots twee jongetjes in de keuken die aankondigden dat ze klaar waren om te bidden.

De moeder wilde haar karwei niet onderbreken en zei snel tegen de jongens: ‘Waarom bidden jullie vanavond niet gewoon samen, dan kan ik met het fruit verder gaan?’

De oudste van de twee bleef staan en vroeg: ‘Wat is belangrijker: bidden of fruit?’ (Zie Leringen van kerkpresidenten: Harold B. Lee [2000], pp. 143–144.)

Soms krijgen we de gelegenheid om kinderen een levensles mee te geven die een blijvend effect op hun jonge leven heeft. Natuurlijk is bidden belangrijker dan fruit. Een succesvolle vader of moeder maakt altijd tijd vrij om een kind een belangrijke les te leren.

Ik ben ervan overtuigd dat er in mijn lange leven geen moment geweest is waarop de kinderen van onze hemelse Vader de leidende hand van trouwe, toegewijde ouders meer nodig hadden dan nu. We hebben een groots en edel erfgoed van ouders die bijna hun hele bezit opgaven om een plek te zoeken waar ze hun gezin in geloof en met moed konden grootbrengen, zodat de volgende generatie meer kansen zou hebben dan zij. We moeten diezelfde vastberaden geest in ons aanboren en onze moeilijkheden met dezelfde geest van opoffering aanpakken. We moeten de toekomstige generaties leren om nog meer op de leringen van onze Heer en Heiland te vertrouwen.

‘En nu, mijn zonen, bedenkt, bedenkt, het is op de rots van onze Verlosser, die Christus is, de Zoon Gods, dat gij uw fundament moet bouwen; zodat, wanneer de duivel zijn krachtige winden zendt, ja, zijn pijlen in de wervelwind, ja, wanneer al zijn hagel en zijn hevige storm u zullen striemen, die geen macht over u zullen hebben om u neer te sleuren in de afgrond van ellende en eindeloos wee, wegens de rots waarop gij zijt gebouwd, die een vast fundament is; en als de mensen op dat fundament bouwen, kunnen zij niet vallen’ (Helaman 5:12).

Het evangelie van Jezus Christus geeft ons dit fundament waarop we blijvende gemoedsrust vinden en aan eeuwige gezinnen kunnen bouwen. Daarvan getuig ik in de naam van onze Heer en Heiland, ja, Jezus Christus. Amen.