Blijf in de boot en houd u vast!
Als we ons op de Heer blijven concentreren, belooft Hij ons een zegen die ons verstand te boven gaat.
Onlangs maakte een vriend van me met zijn zoon een tocht op de Colorado door de Cataract Canyon in het zuidoosten van Utah (VS). Die canyon staat bekend om een stuk rivier van 23 kilometer met stroomversnellingen die bijzonder gevaarlijk kunnen zijn.
Als voorbereiding op hun avontuur hadden ze de website van de nationale parken, met belangrijke informatie over persoonlijke voorbereiding en veelvoorkomende verborgen gevaren, zorgvuldig doorgenomen.
Aan het begin van de tocht nam een van de ervaren riviergidsen belangrijke veiligheidsinstructies met de groep door. Hij benadrukte drie regels die hun veiligheid in de stroomversnellingen zouden garanderen. ‘Regel één: blijf in de boot! Regel twee: draag altijd een reddingsvest! Regel drie: houd u altijd met beide handen vast!’ Vervolgens herhaalde hij met nog meer nadruk: ‘Vergeet vooral de eerste regel niet: blijf in de boot!’
Dat avontuur doet me aan onze reis door het sterfelijke leven denken. De meesten onder ons maken periodes mee waarin we van de rustige waters van het leven genieten. In andere periodes worden we met stroomversnellingen geconfronteerd die met die 23 kilometer rivier in Cataract Canyon vergelijkbaar zijn: moeilijkheden zoals lichamelijke of mentale gezondheidsproblemen, de dood van een dierbare, en verbrijzelde dromen, en — voor sommigen — zelfs een geloofscrisis als ze met de problemen, vragen en twijfels van het leven geconfronteerd worden.
De Heer heeft in zijn goedheid hulp voorzien in de vorm van een boot, essentieel materiaal zoals reddingsvesten, en ervaren riviergidsen die ons leiding en veiligheidsinstructies geven, waarmee we de rivier van het leven op weg naar onze eindbestemming kunnen afvaren.
Laten we even bij de eerste regel stilstaan: Blijf in de boot!
President Brigham Young noemde De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen vaak ‘het oude schip Zion’.
Hij heeft eens gezegd: ‘Wij zitten op volle zee. Er komt een storm, en “het schip stampt en rolt”, zoals zeelui zeggen. “Ik blijf hier niet”, zegt er een. “Ik geloof niet dat dit het ‘schip Zion’ is.” “Maar we zijn midden op de oceaan.” “Dat kan me niet schelen. Ik blijf hier niet.” De jas gaat uit, en hij springt overboord. Zal hij verdrinken? Jazeker. Zo gaat het ook met hen die deze kerk verlaten. De kerk is werkelijk “het oude schip Zion”, laten we dus [aan boord] blijven.’1
Een andere keer heeft president Young gezegd dat hij zich ook zorgen maakte over mensen die afdwaalden als ze gezegend werden — als alles op rolletjes liep: ‘Als het weer rustig is, het oude schip Zion op een zacht briesje verder vaart [en] het kalm is aan boord, willen sommige broeders de sloepen te water laten om […] te gaan zwemmen. Sommigen verdrinken, anderen worden met de stroming meegetrokken, en nog anderen klimmen terug aan boord van het schip. Laten we op het oude schip blijven dat ons [veilig] naar de haven brengt; u hoeft zich geen zorgen te maken.’2
En ten slotte heeft president Young tegen de leden gezegd: ‘We bevinden ons op het oude schip Zion. [God] staat aan het roer en blijft daar. […] Alles is wel, zing halleluja, want de Heer is hier. Hij geeft bevelen, leiding en aanwijzingen. Als de mensen onvoorwaardelijk op hun God vertrouwen en hun verbonden en hun God nimmer verzaken, zal Hij ons de juiste weg wijzen.’3
Hoe blijven we met onze hedendaagse beproevingen aan boord van het oude schip Zion?
Dat zal ik u vertellen. We moeten ons leven lang een voortdurende bekering doormaken door ons geloof in Jezus Christus en onze trouw aan zijn evangelie te versterken — niet slechts een keer, maar regelmatig. Alma vroeg het volgende: ‘En nu zie, ik zeg u, mijn broeders [en zusters]: indien gij een verandering van hart hebt ondergaan, en indien gij gestemd waart het lied der verlossende liefde te zingen, zou ik willen vragen: kunt gij nu zo gestemd zijn?’4
De ervaren riviergidsen zijn de hedendaagse apostelen, profeten en geïnspireerde plaatselijke leiders van de priesterschap en hulporganisaties van de kerk. Zij brengen ons veilig naar onze eindbestemming.
Onlangs zei ik het volgende in een seminar voor nieuwe zendingspresidenten:
‘Laat de zendelingen zich op de leiders van de kerk richten. […] Wij zullen en […] kunnen [u] niet misleiden.
‘En als u uw zendelingen leert om hun oog op ons te richten, leer hun dan om nooit diegenen te volgen die denken dat ze de kerk beter kunnen besturen dan […] onze hemelse Vader en de Heer Jezus Christus doen’ door de priesterschapsleiders met de sleutels om te presideren.
‘Ik heb in mijn bediening ontdekt dat de mensen die afdwalen [en] verward zijn, meestal diegenen zijn die […] vergeten dat als het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen met verenigde stem spreken, het de stem van de Heer in die tijd is. De Heer heeft gezegd: “Hetzij door mijn eigen stem, hetzij door de stem van mijn dienstknechten, dat is hetzelfde” [LV 1:38].’5
Met andere woorden: ze verlaten het oude schip Zion — ze dwalen af, ze worden afvallig. Helaas ervaren ze vaak onverwachte kortetermijn- en uiteindelijk langetermijngevolgen, niet alleen zij zelf, maar ook hun familieleden.
Onze plaatselijke kerkleiders hebben net als ervaren riviergidsen uit ervaring geleerd. Ze zijn door apostelen, profeten en andere kerkfunctionarissen opgeleid en onderwezen, en zijn, nog belangrijker, door de Heer zelf onderwezen.
Ik sprak in mei tijdens de uitzending van de CES-haardvuuravond de jongvolwassenen van de kerk toe. Ik zei:
‘Ik heb gehoord dat sommige mensen denken dat de kerkleiders in een eigen wereldje leven. Wat ze vergeten, is dat wij mannen en vrouwen met levenservaring zijn, en dat we in veel verschillende plaatsen en met mensen van verschillende achtergronden hebben gewerkt. Voor onze huidige kerkroeping reizen we letterlijk over de hele wereld, waar we spreken met de politieke, godsdienstige, zakelijke en humanitaire leiders van de wereld. Hoewel we [leiders in] het Witte Huis in Washington D.C. [en leiders van vele landen en godsdiensten] hebben bezocht, hebben we ook [met de nederigste gezinnen en mensen] op aarde gesproken. […]
‘Als je goed nadenkt over ons leven en onze bediening, dan ben je het waarschijnlijk wel met me eens dat we de wereld zien en meemaken op manieren zoals weinigen dat doen. Dan besef je dat we minder in een eigen wereldje leven dan de meeste mensen. […]
‘De individuele en gezamenlijke wijsheid van de [leiders van de kerk] heeft ook een aspect dat gerust zou moeten stellen. We hebben alles meegemaakt, inclusief de uitwerking van verschillende openbare wetten en regelingen, teleurstellingen, drama’s en sterfgevallen in onze families. Wij leven niet in een andere wereld dan jullie.’6
Vergeet naast mijn interpretatie van de eerste regel ook de tweede en derde regel niet: draag altijd een reddingsvest en houd u met beide handen vast. De woorden van de Heer vindt u in de Schriften en in de leringen van de apostelen en profeten. Ze geven ons raad en leiding die, indien we ze opvolgen, als een geestelijk reddingsvest zijn en zullen ons leren hoe we ons met beide handen vast kunnen houden.
We moeten zoals de zoons van Mosiah worden die ‘sterk [waren] in de kennis der waarheid’. We kunnen mannen en vrouwen ‘met een zuiver begrip’ worden. Dat kunnen we alleen bereiken door ‘de Schriften zorgvuldig [te onderzoeken] om het woord Gods te leren kennen.’7
Als we de Schriften en de woorden van oude en hedendaagse apostelen en profeten onderzoeken, moeten we ons concentreren op het bestuderen, naleven en liefhebben van de leer van Christus.
We moeten een gewoonte van persoonlijke Schriftstudie maken en ons zoals de zonen van Mosiah ‘aan veel gebed en aan vasten [overgeven]’.8
Het lijkt erop dat deze zaken die we moeilijk kunnen meten erg belangrijk zijn. Houd u met deze eenvoudige zaken bezig en laat u niet afleiden.
Ik ken mensen die in moeilijke tijden of juist vrij rustige tijden niet in de boot bleven en zich niet met beide handen vasthielden. Het valt me op dat velen van hen de kernwaarheden van het evangelie uit het oog hadden verloren. Dat waren de redenen waarom ze lid van de kerk geworden waren, de redenen waarom ze volledig actief en toegewijd waren in het naleven van het evangelie en anderen door hun trouwe dienst tot zegen waren. Ze waren ook vergeten dat de kerk ‘een plek van geestelijke voeding en groei’9 voor hen was.
Joseph Smith heeft de volgende kernwaarheid onderwezen: ‘De fundamentele beginselen van onze godsdienst zijn het getuigenis van de apostelen en profeten aangaande Jezus Christus — dat Hij stierf, werd begraven, ten derden dage verrees en ten hemel voer. Al het andere dat verband houdt met onze godsdienst is hier slechts een toevoeging aan.’10
Als we ons op de Heer blijven concentreren, belooft Hij ons een zegen die ons verstand te boven gaat: ‘Daarom moet gij standvastig in Christus voorwaarts streven, met volmaakt stralende hoop, en liefde voor God en voor alle mensen. Welnu, indien gij voorwaarts streeft, u vergastend aan het woord van Christus, en tot het einde volhardt, zie, zo zegt de Vader: Gij zult het eeuwige leven hebben.’11
Soms beginnen trouwe heiligen der laatste dagen en oprechte onderzoekers zich op ‘aanhangsels’ in plaats van op de basisbeginselen te concentreren. Satan probeert ons zo van de eenvoudige en duidelijke boodschap van het herstelde evangelie af te leiden. Mensen die zich laten afleiden, nemen vaak niet meer van het avondmaal, omdat ze zich, soms zeer verwoed, op minder belangrijke gebruiken of leringen richten.
Anderen houden zich te veel met hun vragen en twijfels bezig. Natuurlijk hoeven vragen en twijfels niet in strijd met trouw discipelschap te zijn. Onlangs verklaarde de Raad van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘Wij begrijpen dat kerkleden van tijd tot tijd vragen hebben over de leer, de geschiedenis of de gebruiken van de kerk. Het staat een kerklid altijd vrij om zulke vragen te stellen en zo voor zichzelf meer duidelijkheid te krijgen.’12
Vergeet niet dat Joseph Smith zelf vragen had die tot de herstelling leidden. Hij was een onderzoeker en vond net als Abraham antwoorden op de belangrijkste levensvragen.
De belangrijke vragen gaan over de belangrijkste kwesties: het plan van onze hemelse Vader en de verzoening van de Heiland. Onze zoektocht hoort van ons een vriendelijker, zachtaardiger, liefdevoller, vergevensgezinder, geduldiger en trouwer discipel te maken. We moeten bereid zijn om te doen wat Paulus onderwees: ‘Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus.’13
Elkaars lasten dragen betekent iedereen helpen, steunen en begrijpen, onder wie de zieken, zwakken, armen van geest of lichaam, zoekenden en bezorgden, maar ook medeleden, onder wie kerkleiders die de Heer voor een periode geroepen heeft.
Broeders en zusters, blijf in de boot, draag uw reddingsvest en houd u met beide handen vast. Laat u niet afleiden! En als iemand onder u uit de boot is gevallen, zoeken we u, vinden we u, helpen we u en trekken we u weer veilig aan boord van het oude schip Zion, waarop God de Vader en de Heer Jezus Christus aan het roer staan en ons leiden. Daar getuig ik van in de naam van Jezus Christus. Amen.