Ja, U wil ik volgen, Heer
De Heer nodigt ons met verschillende werkwoorden uit: ‘Kom naar Mij toe’, ‘Volg Mij’, ‘Wandel met Mij’. Elke keer is het een uitnodiging om te handelen.
‘Want zie, de Heer geeft alle natiën mensen van hun eigen natie en taal om zijn woord te verkondigen.’1 Tegenwoordig gaat deze tekst opnieuw in vervulling nu ik de kans krijg om mijn gevoelens in mijn eigen taal onder woorden te brengen.
In 1975 was ik als jongeman op zending in het zendingsgebied Uruguay-Paraguay. In de eerste maand in het zendingsveld hielden de zoneleiders een activiteit om een evangeliebeginsel duidelijk te maken. Elke zendeling in de zone werd geblinddoekt en moest een pad volgen dat naar de recreatiezaal leidde. We moesten de stem van een bepaalde leider volgen, een stem die we hadden gehoord voordat we op pad gingen. Maar we waren ook gewaarschuwd dat we onderweg stemmen zouden horen die ons in verwarring wilden brengen en ons van het pad wilden wegleiden.
Nadat ik enkele minuten lang geluiden en gepraat had gehoord, hoorde ik een stem die zei: ‘Volg mij.’ Ik was er zeker van dat ik de juiste stem volgde. Toen we in de recreatiezaal aankwamen, werd ons gevraagd of we onze blinddoek af wilden doen. Toen ik dat deed, zag ik dat er twee groepen waren, en dat ik in de groep zat die de verkeerde stem had gevolgd. De stem leek zoveel op de juiste stem, dacht ik.
Die ervaring van 39 jaar geleden heeft blijvende invloed op mij gehad. Ik zei tegen mezelf: ‘Ik zal nooit meer de verkeerde stem volgen.’ En toen zei ik tegen mezelf: ‘Ja, U wil ik volgen, Heer.’
Ik wil deze ervaring graag vergelijken met de milde uitnodiging van de Heer:
‘Ik ben de goede Herder en Ik ken de Mijnen. […]
‘Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij.’2
De uitnodiging om Hem te volgen, is de eenvoudigste, krachtigste en meest directe uitnodiging die we ontvangen. Uitgesproken door een duidelijke stem waar geen verwarring over bestaat.
De Heer nodigt ons met verschillende werkwoorden uit: ‘Kom naar Mij toe’, ‘Volg Mij’, ‘Wandel met Mij’. Elke keer is het geen passieve uitnodiging, maar een uitnodiging om te handelen. Zij is voor alle mensen en is afkomstig van de Profeet der profeten, de Leraar der leraren, de Zoon van God, de Messias.
De uitnodiging ‘Kom naar Mij toe’
‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven.’3
Wie nog geen lid van de kerk is, ontvangt deze uitnodiging via de stem van de zendelingen. Zij vragen: ‘Wilt u het Boek van Mormon lezen? Wilt u in gebed gaan? Wilt u naar de kerk komen? Wilt u het voorbeeld van Jezus Christus volgen en u laten dopen door iemand die de juiste bevoegdheid heeft?’4 Hoe gaat u gehoor geven aan die uitnodiging?5
Ik nodig u uit om naar de boodschap te luisteren en er gehoor aan te geven met de woorden: ‘Ja, U wil ik volgen, Heer.’
Carlos Badiola en zijn gezin, uit Minas (Uruguay), kregen de lessen van de zendelingen. Omdat de zendelingen in de les altijd zoveel vragen stelden, besloten ze een buurmeisje — een mooi 14-jarig meisje dat Norma heette — uit te nodigen om ze te helpen. Norma was een toegewijde middelbare scholier die dat jaar op school de Bijbel bestudeerde. Dus toen de zendelingen een vraag stelden, beantwoordde Norma die. Zij was de ‘ideale onderzoeker’. De les die toen werd gegeven ging over het woord van wijsheid.
Toen ze na een les van de zendelingen naar huis ging, wist Norma wat ze moest doen. Ze zei tegen haar moeder: ‘Ma, vanaf nu drink ik geen koffie met melk meer. Alleen nog maar melk.’ Dat was een duidelijk teken van haar verlangen om gehoor te geven aan de uitnodiging van de zendelingen om Christus te volgen.
Carlos Badiola en Norma lieten zich dopen. Door het voorbeeld van Norma hebben later ook haar moeder, vader en broers en zussen zich laten dopen. Norma en ik zijn samen opgegroeid in die kleine, maar sterke gemeente. Toen ik later van mijn zending thuiskwam, zijn Norma en ik getrouwd. Ik heb altijd geweten dat het makkelijker zou zijn om de Heiland te volgen met haar aan mijn zij.
Iemand die lid is van de kerk en op deze uitnodiging is ingegaan, hernieuwt die toezegging elke keer bij de deelname aan het avondmaal.6 Onderdeel van die toezegging is eerlijk te zijn bij alles wat u doet en de geboden te onderhouden; door dat te doen, zegt u: ‘Ja, U wil ik volgen, Heer!’7
De uitnodiging ‘Volg Mij’
‘Volg Mij’, was de uitnodiging van de Heer aan de rijke jongeling. De rijke man had zijn hele leven de geboden onderhouden. Toen hij vroeg wat hij nog meer kon doen, kreeg hij deze duidelijke uitnodiging: ‘Kom […] volg Mij.’8 Hoewel de uitnodiging eenvoudig was, moest er wel een offer worden gebracht. Er moest iets gedaan worden — er moest een beslissing worden genomen en worden gehandeld.
De profeet Nephi moedigde aan tot zelfonderzoek toen hij vroeg: ‘En [Jezus zei] tot de mensenkinderen: Volgt Mij. Welnu, mijn geliefde broeders, kunnen wij Jezus volgen indien wij niet gewillig zijn de geboden van de Vader te onderhouden?’9
De uitnodiging om ‘tot Hem te komen’, om naar zijn stem te luisteren en die te volgen, is al vanaf het begin de boodschap van de zendelingen, waarmee veel mensen hun leven ten goede veranderden.
Vijftig jaar geleden liepen de zendelingen bij mijn vaders horlogerie binnen om een horloge voor reparatie af te geven. Als goede zendelingen spraken ze ook met mijn vader en moeder over het evangelie. Mijn vader accepteerde de zendelingen, en mijn moeder accepteerde de boodschap en de uitnodiging om Christus te volgen. Vanaf dat moment is ze altijd actief in de kerk geweest. Ze zei: ‘Ja, U wil ik volgen, Heer!’
Als u ernaar streeft om dichter bij Hem te komen, krijgt u de kracht om uw stoffelijke en geestelijke lasten te verlichten, en een positieve innerlijke verandering te ervaren, waar u gelukkiger van wordt.
De uitnodiging ‘Wandel met Mij’
Henoch was geroepen om het evangelie te prediken tot een moeilijk en halsstarrig volk. Hij vond dat hij er niet geschikt voor was. Hij betwijfelde of hij er wel toe in staat was. De Heer nam zijn twijfels weg en versterkte zijn geloof met de uitnodiging ‘wandel met Mij’. Dat is een uitnodiging die, net als de stok van een blinde of de arm van een vriend, de voetstappen van iemand die wankelt, kan leiden. Toen hij de arm van de Heiland beetpakte en samen met Hem wandelde, merkte Henoch dat hij steviger op zijn benen stond, en hij werd een geweldige zendeling en een profeet.10
De beslissing om ‘naar Hem toe te komen’ en ‘Hem te volgen’ is persoonlijk. Als we deze uitnodiging aanvaarden, worden we steeds toegewijder. Dan kunnen we ‘met Hem wandelen’. Dat leidt tot een betere band met de Heiland — het gevolg van het aanvaarden van de eerste uitnodiging.
Norma en ik hebben persoonlijk de uitnodiging ‘Kom naar Mij toe’ en ‘Volg Mij’ geaccepteerd. Vervolgens hebben we samen geleerd om ‘met Hem te wandelen’.
De inzet en vastberadenheid om naar Hem op zoek te gaan en Hem te volgen, wordt beloond met de zegeningen die we nodig hebben.
Dat gold ook voor de vrouw die met veel moeite het kleed van de Heiland aanraakte11 en voor de blinde Bartimeüs wiens vastberadenheid een belangrijke factor was bij het wonder dat plaatsvond.12 In beide gevallen werden lichaam en geest genezen.
Strek uw hand uit, raak figuurlijk zijn kleed aan, aanvaard zijn uitnodiging, wandel met Hem en zeg: ‘Ja, U wil ik volgen, Heer!’
‘Kom naar Mij toe’, ‘Volg Mij’, ‘Wandel met Mij’ zijn uitnodigingen waarvan kracht uitgaat, waarmee zij — als ze erop ingaan — een innerlijke verandering teweeg kunnen brengen, die hen ertoe brengt om te zeggen: ‘[Ik ben] niet meer geneigd […] om kwaad te doen, maar wél om voortdurend goed te doen.’13
Een uiterlijke manifestatie van die verandering is dat u het sterke verlangen krijgt om ‘de zwakken te hulp [te komen], de handen [te verheffen] die slap neerhangen en knikkende knieën [te sterken].’14
Welke stappen kunnen we vanaf nu ondernemen om ‘met Hem te wandelen’?
-
Verlang ernaar om een betere volgeling van Christus te worden.15
-
Bid om dit verlangen, opdat uw geloof in Hem zal groeien.16
-
Verkrijg kennis uit de Schriften om uw pad te verlichten en een sterker verlangen te krijgen om te veranderen.17
-
Neem nu de beslissing om te handelen en te zeggen: ‘Ja, U wil ik volgen, Heer!’ Alleen de waarheid kennen is niet voldoende om uw wereld te veranderen. U zult in actie moeten komen.18
-
Volhard in de beslissing die u hebt genomen om deze beginselen dagelijks in praktijk te brengen.19
Ik hoop en bid dat de woorden van onze dierbare profeet, president Thomas S. Monson, ons tot handelen zullen aanzetten in ons verlangen om de uitnodiging van de Heiland te aanvaarden. President Monson heeft gezegd: ‘Wie is de Koning van heerlijkheid, deze Heer der heren? Hij is onze Meester. Hij is onze Heiland. Hij is de Zoon van God. Van Hem gaat ons heil uit. Hij wenkt ons: “Volg mij.” Hij geeft ons de opdracht: “Ga heen, doe gij evenzo.” Hij smeekt: “Onderhoud mijn geboden.”’20
Mogen wij besluiten om ons niveau van aanbidding en toewijding aan God te verhogen, en mag onze reactie op zijn uitnodiging luid en duidelijk te horen zijn: ‘Ja, U wil ik volgen, Heer!’21 In de heilige naam van de Heer Jezus Christus. Amen.