Bespiegelingen
Een kerstwonder
De auteur woont in North Carolina (VS).
Zijn hart klopt nog. Niet meer zo goed als vóór de hartaanval. Maar het klopt nog.
Mijn hart voelt vanavond warm aan. Ja, het is gebroken, gewond en verscheurd. Maar heerlijk warm. Ik heb een intens gevoel van dankbaarheid: dankbaarheid zo groot en veelomvattend dat het lijkt alsof het nieuwe ruimte in mijn ziel heeft gemaakt voor dank die zoveel voldoening geeft en zo persoonlijk is dat hij in stille tranen over mijn wangen blijft stromen. Mijn man ademt. Ik kan het horen: diep en zachtjes.
Nog slechts enkele uren geleden klom ik in zijn ziekenhuisbed, de zachte schopjes van de baby die bijna op komst is negerend, en vond tussen alle draden op zijn borst een plekje om mijn hoofd op te laten rusten. Zijn hartslag in mijn oor horen, was iets wat altijd in mijn geheugen geprent zal blijven.
Zijn hart klopt nog. Niet meer zo goed als vóór de hartaanval. Maar het klopt nog.
Het warme licht van de kerstverlichting die in de kamer hangt, geeft me een gezellig gevoel, vanavond in meer dan één opzicht. De zachte gloed schept een sfeer van troost, maar de ware gezelligheid komt doordat ik weet dat echte vrienden bereid waren hun kerstplannen op te geven om de ziekenhuiskamer te versieren toen Brian de afdeling intensive care verliet. Het één meter hoge kerstboompje staat als een symbool van hun liefde op de vensterbank.
Hoe kan ik onze vrienden bedanken? Zullen ze ooit weten hoe hard ik ze nodig had, en hoe dankbaar ik ben? Op een moment dat ik alleen maar aan mijn man kon denken, gaven zij mijn kinderen liefde, maakten ze mijn huis schoon, vulden ze mijn koelkast bij, deden ze mijn was, pakten ze onze kerstcadeautjes in, en gaven ze mij liefde in de vorm van knuffels, maaltijden, cadeaubonnen, geld, telefoontjes, sms’jes, e-mailtjes, kerstgeurbuideltjes en een koffer vol versieringen. Ze huilden, baden en vastten met me. En daarmee gaven ze mij het waardevolste cadeau dat ze me hadden kunnen geven: hun tijd. Wat heb ik ze allemaal lief!
Ik denk dat ik vanavond goed zal slapen, want er ligt een warme deken van schijnbaar eindeloze dankbaarheid voor al mijn vrienden om me heen.
Maar bovenal ben ik de Heer dankbaar voor het leven van mijn man: voor zijn diepe ademhaling, zijn hart dat bloed pompt, zijn levende lichaam en zijn ziel. Zijn leven is mijn kerstwonder.